Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
- € 13.788,90 aan achterstallige huur vanaf augustus 2023 tot en met december 2023, te vermeerderen met wettelijke rente,
- € 2.757,78 per ingegane maand vanaf 1 januari 2024 tot aan de dag van ontruiming
- € 2.068,34 als overeengekomen vergoeding van buitengerechtelijke kosten, te vermeerden met wettelijke rente,
3.De vorderingen
- Huur: acht maanden x € 2.757,78 = € 22.062,24
- Internet KPN-factuur: acht maanden x € 68,83 = € 550,64
- Water: acht maanden x € 22,90 = € 183,20
- Elektriciteit: acht maanden x € 2181,00 = € 17.448,00
- Schade aan inventaris: € 7.861,00
- Personeelskosten [naam 3] : acht maanden x € 1.761,68 = € 14.093,44
- Personeelskosten: drie man nader te vorderen in schadestaatprocedure thans gemakshalve te vorderen x € 2.000,00 x acht maanden = € 16.000,00
- DGA salaris opposant x € 51.000,00 op jaarbasis: twaalf maanden x acht maanden = € 34.000,00
- Inkomstenverlies B.V.: acht maanden= PM.
- Totaal € 112.198,52 + PM.
4.De beoordeling
De betaling van de huurprijs en van al hetgeen verder krachtens deze huurovereenkomst is verschuldigd, zal uiterlijk op de vervaldata in wettig Nederlands betaalmiddel zonder enige opschorting, korting, aftrek of verrekening met een vordering welke huurder op verhuurder meet te hebben geschieden door storting dan wel overschrijving op een door verhuurder op te geven rekening’. (…)