ECLI:NL:RBLIM:2024:2106
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van openbaarmaking van documenten naar aanleiding van een Wob-verzoek en de zorgvuldigheid van het onderzoek door het college
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedaan op 24 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eijsden-Margraten beoordeeld. Eiser had op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzocht om openbaarmaking van documenten die verband houden met zijn verbetervoorstel voor de [straat] in [plaats]. Het college heeft in eerste instantie 44 documenten openbaar gemaakt en met het bestreden besluit nog een situatietekening toegevoegd. Eiser betwist dat het college voldoende documenten heeft openbaar gemaakt en stelt dat er meer documenten beschikbaar moeten zijn.
De rechtbank oordeelt dat het college voldoende zorgvuldig heeft gezocht naar de gevraagde documenten en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er meer documenten zijn. De rechtbank concludeert dat de openbaarmaking door het college rechtmatig was. Eiser krijgt gelijk in de zin dat de motivering van het bestreden besluit niet volledig was, maar dit gebrek leidt niet tot vernietiging van het besluit. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, maar oordeelt dat het college wel het griffierecht en de reiskosten van eiser moet vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij de openbaarmaking van documenten en de rol van persoonlijke beleidsopvattingen in dit proces. De rechtbank bevestigt dat het college niet verplicht is om persoonlijke beleidsopvattingen openbaar te maken, zelfs niet in een niet tot personen herleidbare vorm, en dat de wet hierin dwingende voorschriften geeft.