3.1.[eiser] vordert - samengevat - dat het de rechtbank moge behagen om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1.
Ter zake de jaarservicefactuur:
Primair:de overeenkomst ten aanzien van de jaarservicefactuur te vernietigen en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen om € 61.555,30 te betalen aan [eiser] , te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
Subsidiair:de overeenkomst ten aanzien van de jaarservicefactuur te ontbinden en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 61.555,30, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
2.
Ter zake de producten die zijn betaald maar niet (deugdelijk) zijn geleverd:
De overeenkomsten ten aanzien van de milk makers te ontbinden en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 14.165,47, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
De overeenkomsten ten aanzien van de defecte borstkolven en de droomprojectoren te ontbinden en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 8.195,33, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
Voor recht te verklaren dat de betaling van € 665,50 aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] een onverschuldigde betaling betreft en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van € 665,50, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
3.
Ter zake de diensten en werkzaamheden die zijn betaald maar niet zijn geleverd:
a. De overeenkomsten ten aanzien van de niet geleverde diensten en werkzaamheden te ontbinden en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de som van € 40.542,34, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
4.
Ter zake de factuur groot € 121.000,-:
a. Voor recht te verklaren dat de overeenkomst nietig is, dan wel dat de overeenkomst rechtsgeldig is vernietigd, danwel de overeenkomst te ontbinden en voor recht te verklaren dat de betaling van € 121.000,- aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] een onverschuldigde betaling betreft en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van € 121.000,- te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
5. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 3.005,62, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
6. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de kosten ter zake het conservatoir beslag ad € 2.695,94, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
7. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten, inclusief nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.