5.1.Verzoeker is eigenaar van de woning, een bedrijfslokaal en bijbehorend perceel gelegen te [plaats] . De politie heeft een onderzoek verricht in de woning en het bedrijfslokaal. Van dit onderzoek is op 9 april 2024 de bestuurlijke rapportage ontvangen. Tijdens het onderzoek van de politie op 4 maart 2024 zijn in het bedrijfspand in een niet in werking zijnde vrieskist diverse goederen aangetroffen, waarvan wordt vermoed dat ze zijn bestemd voor grootschalige productie van synthetische (hard) drugs:
-7 zakken van 25 kilogram met Caustic Soda;
-3 zakken van 25 kilogram met wijnsteenzuur;
In een ruimte achter in het bedrijfslokaal werden aangetroffen:
-Groeimiddelen voor hennep
-Droogrek en kooistoffilters
-Slakkenhuis en koolstoffilter
-Canacutter
Uit de bestuurlijke rapportage blijkt dat het adres [adres] en [adres] te [plaats] is
gecontroleerd naar aanleiding van een controle van de bedrijfsbus met kenteken VJF-74-J door de politie Heerlen op 4 maart 2024. Deze bedrijfsbus had het opschrift van SVD Staal, met bedrijfsadres te Maria Hoop en staat op naam van verzoeker. In de
bedrijfsbus zijn de volgende spullen aangetroffen:
- 64 liter gedestilleerde metamfetamine base
-135 liter aan ruwe metamfetamine base
-50 kilogram Caustic Soda
-50 kilogram wijnsteenzuur
-5 kilogram kwik (chloride)
-60 liter zoutzuur
-310 liter tolueen
-170 liter aceton
-200 liter methanol
-500 liter methylamine
-5 gebruikte centrifuges
-Diverse klemdekselvaten
Metamfetamine staat vermeld op lijst 1 van de Opiumwet.
6. Op grond van deze bevindingen heeft de burgemeester geconcludeerd dat er sprake is van een grote hoeveelheid attributen en grondstoffen voor de productie van zowel soft- als harddrugs in het bedrijfspand, wat wijst op bedrijfsmatige drugsproductie. De burgemeester heeft op18 april 2024 verzoeker laten weten dat hij het voornemen heeft om het bedrijfspand te sluiten. Verzoeker heeft op 1 mei 2024 zijn zienswijze kenbaar gemaakt. Vervolgens heeft de burgemeester het bestreden besluit genomen waarbij is besloten om verzoekers bedrijfspand voor de duur van twaalf maanden te sluiten. Het pand is op 11 juni 2024 gesloten.
Toetsingskader
De bevoegdheid tot sluiting van het bedrijfspand
7. Op grond van artikel 13b, eerste lid, aanhef en onder b, gelezen in samenhang met artikel 10a van de Opiumwet is de burgemeester bevoegd een last onder bestuursdwang op te leggen als in woningen of lokalen of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven voorwerpen of stoffen voorhanden zijn, die op zichzelf bezien legaal zijn, maar waarvan de betrokkene weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat deze bestemd zijn om opzettelijk in strijd met artikel 2 van de Opiumwet te handelen. Op grond van feiten en omstandigheden zal voldoende aannemelijk moeten zijn dat de voorhanden voorwerpen gebruikt zullen worden om strafbare voorbereidingshandelingen te plegen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het bijvoorbeeld gaat om de ter plekke aangetroffen situatie, de aard en de hoeveelheid van de in beslag genomen stoffen, de aangetroffen voorwerpen en stoffen in onderlinge combinatie met andere uit het opsporingsonderzoek blijkende feitelijkheden. Om gebruik te kunnen maken van de sluitingsbevoegdheid is voldoende dat de burgemeester aannemelijk maakt dat de betrokkene weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat de aangetroffen stoffen en voorwerpen bestemd zijn om drugs te produceren.