In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, wordt het beroep van eiser tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs behandeld. Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) had op 20 april 2022 het rijbewijs van eiser ongeldig verklaard, omdat twee psychiaters hadden vastgesteld dat eiser niet geschikt was om te rijden vanwege drugsmisbruik. Eiser had zijn rijbewijs nodig om zijn vrouw naar het ziekenhuis te brengen, maar de rechtbank oordeelde dat het belang van verkeersveiligheid zwaarder weegt dan zijn persoonlijke omstandigheden.
De rechtbank beoordeelt de rapporten van de psychiaters en concludeert dat het CBR zich terecht op deze rapporten heeft gebaseerd. Eiser betwist de conclusies van de psychiaters, maar de rechtbank vindt dat de rapporten niet tegenstrijdig zijn en dat er voldoende bewijs is voor de diagnose van drugsmisbruik. De rechtbank wijst erop dat het CBR verplicht is om het rijbewijs ongeldig te verklaren bij vaststelling van ongeschiktheid door drugsmisbruik, en dat de strenge lijn die de wetgever heeft gekozen ter bescherming van de verkeersveiligheid moet worden nageleefd.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de ongeldigverklaring van het rijbewijs in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is gedaan op 6 augustus 2024.