Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 5 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 814,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 13 februari 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting Heemwonen en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. Heemwonen vorderde ontruiming van de woning van [gedaagde] binnen zeven dagen na betekening van het vonnis, alsook betaling van huurachterstand. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde] zich niet als een goed huurder heeft gedragen, door ernstige overlast te veroorzaken voor omwonenden en zich agressief en intimiderend op te stellen. De overlast bestond uit geluidsoverlast, vervuiling, intimidatie van omwonenden en personeel van Heemwonen, en zelfs bedreigingen. Heemwonen had [gedaagde] meerdere keren gewaarschuwd en gesommeerd om zijn gedrag te verbeteren, maar zonder resultaat. De kantonrechter oordeelde dat het belang van Heemwonen en de omwonenden zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde] om in de woning te blijven. De ontruiming werd toegewezen, met een verkorte termijn van zeven dagen, gezien de onhoudbare situatie en de verhoogde veiligheidsrisico's. Daarnaast werd [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten.