ECLI:NL:RBLIM:2024:7774
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- F.P. Dresselhuys-Doeleman
- D.J.M. Kuppens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek wijziging alimentatie door vader wegens onvoldoende bewijs van inkomensverlies en schulden
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 4 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek van de vader om wijziging van de overeengekomen alimentatie voor zijn 21-jarige dochter, [de jongmeerderjarige]. De vader verzocht om de alimentatie, die oorspronkelijk € 190,- per maand bedroeg, te verlagen naar € 0,- per maand, omdat hij stelde dat zijn financiële situatie was verslechterd door gewijzigde omstandigheden, waaronder een inkomensverlies en schulden. De rechtbank heeft het verzoek van de vader afgewezen, omdat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd van zijn inkomensverlies en de aard van zijn schulden. De rechtbank oordeelde dat het aan de vader was om aan te tonen dat zijn financiële situatie zodanig was veranderd dat hij niet meer in staat was om de alimentatie te betalen. De vader had weliswaar een bijstandsuitkering, maar hij had niet aangetoond dat deze situatie onherstelbaar was of dat zijn schulden niet te verwijten waren. De rechtbank benadrukte dat de vader zijn stelplicht niet had nagekomen en dat hij onvoldoende bewijs had geleverd van zijn arbeidsongeschiktheid en de gevolgen daarvan voor zijn draagkracht. De rechtbank concludeerde dat de vader niet had aangetoond dat hij niet meer in staat was om de overeengekomen bijdrage te betalen, en dat hij zijn verzoek om wijziging van de alimentatie daarom niet kon onderbouwen. De proceskosten werden door de rechtbank voor ieder van de partijen op eigen kosten gelegd, gezien de aard van de procedure tussen ouder en kind.