ECLI:NL:RBLIM:2024:9066

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
11273338 \ CV EXPL 24-4210
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van schadevergoeding na ongeval met huurauto

In deze zaak heeft Hertz Automobielen Nederland B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die een auto had gehuurd. De auto, een Volkswagen Golf, was verhuurd voor de periode van 22 september 2024 tot 22 oktober 2024. Tijdens deze huurperiode heeft de gedaagde op 8 oktober 2022 een ongeval veroorzaakt, waardoor de auto aanzienlijke schade heeft opgelopen ter hoogte van € 7.771,91. De gedaagde heeft deze schade niet vergoed, wat heeft geleid tot de vordering van Hertz tot betaling van in totaal € 9.351,75, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en rente.

De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat Hertz aan de informatieplichten heeft voldaan die voortvloeien uit de overeenkomst. De gedaagde heeft erkend dat de schade is ontstaan, maar heeft verweer gevoerd tegen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, stellende dat hij de sommatiebrief niet heeft ontvangen. Hertz heeft echter aangetoond dat de sommatiebrief ook per e-mail is verzonden en dat de gedaagde dit e-mailadres heeft bevestigd.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde in gebreke is gebleven en heeft de vordering van Hertz toegewezen. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag van € 9.351,75, vermeerderd met wettelijke rente, en is ook veroordeeld in de proceskosten van € 1.450,54. Het vonnis is uitgesproken op 4 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11273338 \ CV EXPL 24-4210
Vonnis van 4 december 2024
in de zaak van
HERTZ AUTOMOBIELEN NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Hertz,
gemachtigde: Jongejan Wisseborn Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- [gedaagde] heeft geen conclusie van dupliek genomen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Hertz heeft aan [gedaagde] een auto verhuurd, te weten een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] (hierna: de auto). De auto is verhuurd voor de periode 22 september 2024 tot 22 oktober 2024.
2.2.
[gedaagde] heeft op 8 oktober 2022 een ongeval met de auto gehad, waarbij schade aan de auto is toegebracht ter hoogte van € 7.771,91.
2.3.
[gedaagde] heeft de schade onbetaald gelaten.

3.Het geschil

3.1.
Hertz vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 9.351,75, bestaande uit € 7.771,91 aan hoofdsom, € 763,60 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 816,24 aan rente tot en met 12 augustus 2024, vermeerderd met de rente over de hoofdsom vanaf 13 augustus 2024 en vermeerderd met de proceskosten.
3.2.
Hertz legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] tijdens de huurperiode met de auto betrokken is geweest bij een ongeval waarbij de auto zwaar is beschadigd. Hertz stelt dat [gedaagde] tijdens het ongeval onder invloed van alcohol was waardoor de schade niet op de verzekeraar kon worden geclaimd. Volgens Hertz dient de schade voor rekening en risico van [gedaagde] te komen.
3.3.
[gedaagde] erkent de hoogte van de schade maar voert verweer tegen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] voert aan dat hij de sommatiebrief van
4 december 2023 niet heeft ontvangen en verzoekt tot afwijzing van de buitengerechtelijke incassokosten.
3.4.
Hertz heeft hierop gereageerd en aangevoerd dat de sommatiebrief van 4 december 2023 tevens per e-mail aan [gedaagde] is verzonden. Op 22 augustus 2024 zou in het telefonisch contact tussen (de gemachtigde van) Hertz en [gedaagde] het e-mailadres door [gedaagde] zijn bevestigd. Hertz stelt zich op het standpunt dat de sommatiebrief van
4 december 2023 [gedaagde] heeft bereikt, zodat [gedaagde] , door de hoofdsom niet te betalen, de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is.
3.5.
[gedaagde] heeft hierop - ondanks dat hij daarvoor de gelegenheid heeft gehad - niet meer gereageerd.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Ambtshalve toetsen: de informatieplichten
4.1.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. Op grond van jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie moet de kantonrechter ambtshalve toetsen of de handelaar heeft voldaan aan de informatieplichten die zijn opgenomen in afdeling 2B van titel 5 van Boek 6 van het Burgerlijk wetboek.
4.2.
In zijn beslissing van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677) heeft de Hoge Raad bepaald dat bij overeenkomsten op afstand en buiten de verkoopruimte de ambtshalve toets zich kan beperken tot de in die beslissing genoemde essentiële informatieplichten. Ook heeft de Hoge Raad in die beslissing uitgemaakt dat bij voldoende ernstige schending van die plichten de uit de overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichting vernietigd kan worden.
4.3.
In deze zaak is sprake van een overeenkomst die anders dan op afstand of buiten de verkoopruimte is gesloten.
In artikel 6:230l onder a tot en met h BW is voor dit soort overeenkomsten bepaald welke informatie de handelaar aan de consument dient te verstrekken. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer tegen is gevoerd.
4.4.
De kantonrechter stelt vast dat aan [gedaagde] op duidelijke en begrijpelijke wijze alle in artikel 6:230l BW bedoelde informatie is verstrekt. Zo blijkt dat Wierman duidelijk is medegedeeld wat de aard van het product / de dienst is, wat de identiteit van de handelaar is en wat de prijs is die voor het product / de dienst betaald moet worden. Ook was op voorhand voor partijen duidelijk wat de duur van de overeenkomst was. Daarmee komt de kantonrechter tot het oordeel dat voldoende onderbouwd is gesteld dat aan de essentiële informatieverplichtingen is voldaan. Op grond van voorgaande overwegingen zal het gevorderde bedrag van € 7.771,91 aan hoofdsom worden toegewezen. [gedaagde] heeft de schade en de hoogte van het schadebedrag immers erkend.
Rente
4.5.
[gedaagde] heeft geen zelfstandig verweer gevoerd tegen de gevorderde wettelijke rente, zodat de gevorderde wettelijke rente tot en met 12 augustus 2024 van € 816,24 zal worden toegewezen. De wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 13 augustus 2024 zal eveneens worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.6.
[gedaagde] heeft betwist dat hij de sommatiebrief van 4 december 2023 heeft ontvangen omdat deze gezonden is naar een adres waar hij niet heeft gewoond. Hertz heeft in haar conclusie van repliek aangevoerd dat zij deze sommatiebrief ook naar het e-mailadres van [gedaagde] heeft verzonden en dat [gedaagde] telefonisch op 22 augustus 2024 aan de gemachtigde van Hertz heeft bevestigd dat het door Hertz gebruikte e-mailadres van [gedaagde] ook daadwerkelijk zijn e-mailadres is. Daarmee stelt Hertz dat [gedaagde] de sommatiebrief van 4 december 2023 in ieder geval per e-mail heeft ontvangen.
4.7.
Nu [gedaagde] , hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, geen conclusie van dupliek heeft genomen gaat de kantonrechter ervan uit dat hij de onder 4.6. weergegeven stellingen niet langer betwist, zodat van de juistheid daarvan kan worden uitgegaan.
4.8.
Hertz vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering komt overeen met de staffel van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en gelet daarop is het gevorderde bedrag van € 763,60 toewijsbaar.
4.9.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
- rente tot en met 12-08-2024

7.771,91
816,24
- buitengerechtelijke incassokosten
763,60
+
Totaal
9.351,75
4.10.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Hertz worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
113,54
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.450,54

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Hertz te betalen een bedrag van € 9.351,75, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 7.771,91, met ingang van 13 augustus 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.450,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op
4 december 2024.
VC