ECLI:NL:RBLIM:2024:9679
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een verzoek om voorlopige voorziening inzake de interne schorsing van een minderjarige leerling
Op 19 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, de vader van een minderjarige zoon, een voorlopige voorziening heeft gevraagd tegen de beslissing van het college van bestuur van de Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs om zijn zoon intern te schorsen voor een dag. De voorzieningenrechter moest beoordelen of het schorsingsbesluit aangemerkt kan worden als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter overwoog dat de maatregel van interne schorsing, die slechts één dag duurde, geen besluit in de zin van de Awb was, omdat de zoon van verzoeker op die dag nog steeds toegang had tot de school en onderwijs in aangepaste vorm ontving. De voorzieningenrechter concludeerde dat de maatregel een intern karakter had en dat er geen rechtsmiddelen openstonden tegen de beslissing van verweerder. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de voorzieningenrechter kwam niet toe aan een verdere inhoudelijke beoordeling van de gronden van het verzoek. De uitspraak benadrukt dat interne maatregelen van scholen, zoals tijdelijke schorsingen, niet altijd als besluiten in de zin van de Awb worden aangemerkt, vooral wanneer de leerling nog steeds toegang heeft tot onderwijs.