Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
,dan wel
(subsidiair)samen met (een) ander(en) opzettelijk aan die die [benadeelde partij 1] zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, dan wel
3.De beoordeling van het bewijs
uitlezen van de camerabeeldenvan de bewoners van de [straatnaam] [huisnummer] te Sittard onder meer waargenomen dat op 19 juli 2022 om 22.56 de rechterhand en pols van de man op het beeld los aan zijn onderarm hangt. [3]
letselrapportage Forensische Geneeskunde GGD Zuid Limburgnaar aanleiding van het
letselonderzoekbij
[benadeelde partij 1]blijkt onder meer het volgende: [4]
Open botfractuur met pees- en zenuwletsel aan zijn rechter onderarm.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en/of de maatregel
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
(€ 14.787,00 + € 29.117,00 + € 1.646,33 =) € 45.550,33 toewijsbaar.
€ 90.013,01, bestaande uit € 50.013,01 materiële schade en € 40.000,00 immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juli 2022.
€ 15.000,00 toewijzen.
€ 33.528,27, bestaande uit € 1.028,27 materiële schade en € 32.500,00 immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juli 2022.
,vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 26.613,97 ter zake van het feit in de zaak 03.242758.22. Deze vordering is opgebouwd uit de navolgende posten:
€ 25.613,97, bestaande uit € 613,97 materiële schade en € 25.000,00 immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juli 2022.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij
gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte tot betaling aan de
benadeelde partij [benadeelde partij 1]van een bedrag van
€ 90.013,01, bestaande uit € 50.013,01 aan materiële schade en € 40.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
19 juli 2022tot aan de dag der algehele voldoening; - veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 1] tot een gedeelte van het toegewezen bedrag, te weten € 89.447,76;
- bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor zover deze ziet op de meer gevorderde schade
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [benadeelde partij 1] , van een bedrag van € 90.013,01, bestaande uit € 50.013,01 aan materiële schade en € 40.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 juli 2022;
- bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte en/of haar mededader (die mede-aansprakelijk is tot een bedrag van € 89.447,76) aan een van beide betalingsverplichtingen heeft/hebben voldaan, de andere vervalt;
- wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij
toeen veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de
benadeelde partij [benadeelde partij 2]van een bedrag van
€ 33.528,27, bestaande uit € 1.028,27 aan materiële schade en € 32.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
19 juli 2022tot aan de dag der algehele voldoening; - veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- legt aan de verdachte op de hoofdelijke verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [benadeelde partij 2] , van een bedrag van € 33.528,27, bestaande uit € 1.028,27 aan materiële schade en € 32.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 juli 2022;
- bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte en/of haar mededader aan een van beide betalingsverplichtingen heeft/hebben voldaan, de andere vervalt;
- wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij
toeen veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de
benadeelde partij [benadeelde partij 3]van een bedrag van
€ 25.613,97, bestaande uit € 613,97 aan materiële schade en € 25.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
19 juli 2022tot aan de dag der algehele voldoening; - veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- legt aan de verdachte op de hoofdelijke verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [benadeelde partij 3] , van een bedrag van € 25.613,97, bestaande uit € 613,97 aan materiële schade en € 25.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 juli 2022;
- bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte en/of haar mededader aan een van beide betalingsverplichtingen heeft/hebben voldaan, de andere vervalt.
BIJLAGE I: De tenlastelegging