Op 16 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak tussen Goodfarming B.V. en de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een beroep tegen een besluit van de minister om informatie openbaar te maken die betrekking heeft op de bedrijfsvoering van Goodfarming B.V. De minister had eerder besloten om informatie openbaar te maken op grond van de Wet open overheid (Woo), waartegen Goodfarming B.V. bezwaar had gemaakt. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en het beroep ongegrond verklaard. De rechter oordeelde dat het publieke belang van openbaarheid zwaarder weegt dan de belangen van Goodfarming B.V. bij het beschermen van haar bedrijfsinformatie. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen grond was voor het treffen van een voorlopige voorziening, omdat het verzoekster niet was gelukt om aan te tonen dat er een concrete dreiging bestond die openbaarmaking zou rechtvaardigen. De uitspraak benadrukt het uitgangspunt van de Woo, dat openbaarmaking de regel is, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dit te weigeren. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat de minister de bedrijfsnaam en het adres openbaar mag maken, maar dat de naam van de chauffeur bij de openbaarmaking weggelakt zal worden. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. M.M.M.F. Roijen, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.