ECLI:NL:RBLIM:2025:11767

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 november 2025
Publicatiedatum
28 november 2025
Zaaknummer
11863790 \ CV EXPL 25-3498
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake consumentenkoop en informatieplichten bij overeenkomsten op afstand

In deze zaak heeft Zonduurzaam B.V. een vordering ingesteld tegen een consument, [gedaagde], wegens het niet betalen van een factuur voor de levering en installatie van een zonnestroomsysteem. De overeenkomst tot stand gekomen op 11 juni 2024, werd niet nagekomen door [gedaagde], die de factuur van € 5.504,00 niet tijdig betaalde. Zonduurzaam heeft [gedaagde] gesommeerd tot betaling, maar er is geen verweer gevoerd door [gedaagde]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er schendingen zijn van de informatieplichten die voortvloeien uit de wet, met name artikel 6:230m en 6:230v BW, die van toepassing zijn op overeenkomsten op afstand. De kantonrechter oordeelde dat de informatie over de wijze van levering en het ontbindingsrecht niet voldoende duidelijk was verstrekt aan [gedaagde]. Hierdoor is de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd, en is de betalingsverplichting van [gedaagde] verminderd met 60%. De kantonrechter heeft Zonduurzaam een bedrag van € 2.201,60 toegewezen, plus wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 26 november 2025.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11863790 \ CV EXPL 25-3498
Vonnis van 26 november 2025
in de zaak van
ZONDUURZAAM B.V.,
te Deventer,
eisende partij,
hierna te noemen: Zonduurzaam,
gemachtigde: mr. A.T.J.W. van Heumen-Bijlsma,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. J.W.J. Schoonbrood.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- het verzoek om uitstel van [gedaagde] ;
- na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, heeft (de advocaat van) [gedaagde] niet (tijdig) een conclusie van antwoord genomen, waarna het recht om te antwoorden is vervallen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 11 juni 2024 is via de website van Zonduurzaam een overeenkomst (op afstand) tot stand gekomen tot verkoop en installatie van een zonnestroomsysteem. Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden 1KOMMA5* Nederland (Zonduurzaam B.V.) van toepassing.
2.2.
Op 25 juni 2024 heeft Zonduurzaam het zonnesysteem geleverd en geïnstalleerd, waarna [gedaagde] heeft getekend voor oplevering.
2.3.
Zonduurzaam heeft op 26 juni 2024 aan [gedaagde] een factuur van € 5.504,00 gestuurd. [gedaagde] diende dit bedrag vóór 3 juli 2024 te voldoen. [gedaagde] heeft niet betaald.
2.4.
Bij brief van 5 november 2024 heeft Zonduurzaam [gedaagde] gesommeerd om tot betaling over te gaan, waarbij [gedaagde] € 650,20 aan incassokosten in het vooruitzicht zijn gesteld als hij niet binnen veertien dagen na ontvangst van de brief zou betalen.

3.Het geschil

3.1.
Zonduurzaam vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- € 5.504,- aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vervaldatum van de factuur;
- € 650,20 aan incassokosten;
- proceskosten.
3.2.
[gedaagde] heeft geen verweer gevoerd.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar aan de consument de informatie verstrekken die staat opgesomd in artikel 6:230m lid 1 BW. Artikel 6:230v BW bevat voor overeenkomsten op afstand nadere regels over de wijze en het moment waarop de handelaar die informatie moet verstrekken.
4.2.
In zijn arrest van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677; hierna: het arrest)
heeft de Hoge Raad de vraag beantwoord wanneer de rechter moet overgaan tot ambtshalve onderzoek en toepassing van sancties en welke sancties kunnen worden toegepast. Uit dit arrest volgt dat de rechter ambtshalve dient te onderzoeken of de handelaar heeft voldaan aan:
- de informatieplichten waaraan de wet bij niet-naleving ervan specifieke sancties
verbindt (hierna: categorie i);
- de essentiële informatieplichten van artikel 6:230m lid 1 BW (hierna: categorie ii).
4.3.
Als niet wordt voldaan aan een informatieplicht die valt in categorie (i), moet de
rechter de sanctie toepassen die de wet verbindt aan schending van die verplichting (r.o. 3.1.10. van het arrest). Als niet wordt voldaan aan een informatieplicht die valt in categorie (ii), kan de rechter de overeenkomst geheel of gedeeltelijk vernietigen (op grond van artikel 3:40 lid 2 BW). Daarvoor zal aanleiding zijn als sprake is van een voldoende ernstige schending van een of meer essentiële informatieplichten (r.o. 3.1.12 en 3.1.15 van het arrest). Het is ook mogelijk dat een informatieplicht zowel in categorie (i) als in categorie (ii) valt. In dat geval kan de rechter naast of in plaats van toepassing van de specifieke wettelijke sanctie ook overgaan tot (gedeeltelijke) vernietiging (r.o. 3.1.16 van het arrest).
Essentiële precontractuele informatieplichten
4.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter is niet voldaan aan de volgende
informatieverplichtingen zoals vermeld in:
- artikel 6:230m lid 1 onder g (wijze levering) BW; te weten:
Uitgaande van het overgelegde bestelproces is niet althans onvoldoende duidelijk dat [gedaagde] geïnformeerd is over de wijze waarop en de termijn waarbinnen Zonduurzaam zal leveren. Weliswaar zijn in de offerte de te nemen stappen verwoord nadat de consument heeft ingestemd met de offerte. In de offerte staat geen nadere concrete informatie over het tijdsbestek waarbinnen het zonnestroomsysteem (uiterlijk) wordt geleverd. De kantonrechter ziet in dat de datum van levering afhankelijk is van verschillende factoren, waaronder de planning van installateurs, maar Zonduurzaam had meer informatie kunnen opnemen in haar offerte, dan zij thans heeft gedaan.
- artikel 6:230m lid 1 onder h (ontbindingsrecht) BW; te weten:
Uitgaande van het overgelegde bestelproces - de offerte - is niet duidelijk dat gedaagde partij geïnformeerd is over het recht om de overeenkomst binnen veertien dagen te ontbinden. Dit leidt tot in elk geval twee schendingen van de precontractuele informatieplichten.
Essentiële contractuele informatieplichten
4.5.
In artikel 6:230v lid 7 BW is bepaald dat de handelaar de consument op een
duurzame gegevensdrager binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst op afstand doch in ieder geval bij de levering van de zaken of voordat de dienst wordt uitgevoerd een bevestiging van de overeenkomst verstrekt. Deze bevestiging omvat:
a.alle in artikel 230m lid 1 BW bedoelde informatie, voor zover de handelaar deze niet voor het sluiten van de overeenkomst op een duurzame gegevensdrager heeft verstrekt; en
b.voor zover van toepassing, de bevestiging van de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming en de verklaring van de consument overeenkomstig artikel 230p onderdeel g BW.
Zonduurzaam heeft enkel gesteld dat zij aan de informatieplichten van artikel
6:230m lid 1 sub a t/m u BW heeft voldaan. Zonduurzaam maakt daarbij geen onderscheid tussen de precontractuele verplichtingen en de contractuele verplichtingen, ook verwijst zij niet naar artikel 6:230v lid 7 BW. Daarmee heeft Zonduurzaam niet aan de stelplicht voldaan. De enkele verwijzing naar algemene voorwaarden is daartoe onvoldoende. In elk geval zijn de leveringsgegevens en het herroepingsrecht niet vermeld in een bevestiging van hetgeen overeengekomen is. Dit leidt – conform de Richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl – tot één schending.
De bestelknop
4.6.
Volgens artikel 6:230v lid 3 BW moet de handelaar het elektronische bestelproces
zo inrichten dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem op niet voor
misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een
betalingsverplichting inhoudt. Een bestelknop of soortgelijke functie moet een
ondubbelzinnige formulering bevatten die goed leesbaar is en waaruit blijkt dat het plaatsen van een bestelling een betalingsverplichting ten opzichte van de handelaar inhoudt. Een overeenkomst die in strijd met artikel 6:230v lid 3 BW tot stand komt, is vernietigbaar.
4.7.
Om te beoordelen of de handelaar aan deze verplichting heeft voldaan, moet alleen
rekening worden gehouden met de woorden
opde bestelknop waarmee de consument het bestelproces afrondt. Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269). Er mag geen acht worden geslagen op de verdere omstandigheden van het bestelproces.
4.8.
Uit de toelichting en stukken blijkt dat op de bestelknop van de webwinkel de
woorden
‘Ik ga akkoord’staan. Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter geen duidelijke mededeling gedaan dat de consument met het aanklikken van die knop een betalingsverplichting aangaat. Er is dan ook niet voldaan aan de verplichting van artikel 6:230v lid 3 BW.
Conclusie
4.9.
Gelet op al het voorgaande is er sprake van in totaal drie schendingen
van de informatieplichten. Deze schendingen zijn naar het oordeel van de kantonrechter voldoende ernstig om daaraan het gevolg te verbinden dat de overeenkomst tussen partijen gedeeltelijk wordt vernietigd, in die zin dat de betalingsverplichting van gedaagde partij wordt verminderd. Daarnaast voldoet de bestelknop niet aan de wettelijke vereisten en ook dat moet leiden tot een vermindering van de betalingsverplichting van gedaagde partij. De kantonrechter zal de betalingsverplichting van gedaagde partij verminderen met 60%. Dit percentage is gebaseerd op de Richtlijn Sanctiemodel informatieplichten zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Van de gevorderde hoofdsom zal daarom € 2.201,60
(€ 5.504,- minus 60%) toegewezen worden.
4.10.
Omdat [gedaagde] geen verweer heeft gevoerd tegen de vordering van de Zonduurzaam ligt een bedrag van € 2.201,60 als onweersproken voor toewijzing gereed. [gedaagde] heeft geen conclusie van antwoord genomen en daarmee de stellingen van Zonduurzaam niet betwist.
4.11.
De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen over € 2.201,60,
vanaf de dag van verzuim – 3 juli 2024 – tot de dag van volledige betaling.
4.12.
Zonduurzaam vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De
vordering moet worden beoordeeld op grond van artikel 6:96 BW en het Besluit
vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Aan de vereisten die gesteld zijn in de wet het Besluit is voldaan. Wel zullen de incassokosten worden berekend over het toegewezen bedrag en niet over het oorspronkelijk gevorderde bedrag.
4.13.
Gelet op het voorgaande is een bedrag van in totaal € 2.531,84 (€ 2.201,60 + € 330,24 (BIK)) toewijsbaar.
4.14.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Zonduurzaam worden begroot op:
- kosten dagvaarding
120,78
- griffierecht
543,00
- salaris gemachtigde
204,00
(1 punt × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
969,78

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zonduurzaam binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis € 2.531,84 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over
€ 2.201,60 als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 3 juli 2024 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 969,78, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2025.