Uitspraak
1.De procedure
- de akte van [eiser]
- de antwoordakte van G&D.
2.De beoordeling
- dagvaarding € 129,14
- griffierecht € 693,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die voor de Kantonrechter van de Rechtbank Limburg te Maastricht is behandeld, vordert eiser, vertegenwoordigd door mr. F.A.J.H. de Lugt, een schadevergoeding van G&D Projectmanagement B.V. (hierna: G&D) ter hoogte van € 13.479,41. Dit bedrag is opgebouwd uit kosten voor vervangende tegels, herstelkosten en deskundigenkosten. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 4 september 2024, waarin de kantonrechter heeft geoordeeld dat G&D de deskundigenkosten van € 423,50 moet vergoeden. Eiser heeft vervolgens gespecificeerd dat de kosten voor de vervangende tegels van de toiletombouw € 250,83 bedragen, een bedrag dat door G&D niet is betwist en dus toewijsbaar is.
Eiser heeft daarnaast een bedrag van € 12.193,86 gevorderd voor herstelkosten, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat alleen de kosten die specifiek verband houden met de werkzaamheden voor de vervangende tegels in de badkamer voor vergoeding in aanmerking komen. G&D heeft een bedrag van € 1.313,82 voorgesteld als redelijke kosten voor deze werkzaamheden, wat de kantonrechter heeft aanvaard. Uiteindelijk is G&D veroordeeld tot betaling van een hoofdsom van € 1.988,15 aan eiser, inclusief wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding.
De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat G&D als in het ongelijk gestelde partij de proceskosten moet vergoeden, die zijn begroot op € 1.332,14. De wettelijke rente over deze kosten is toegewezen met ingang van de vijftiende dag na betekening van het vonnis. Het vonnis is uitgesproken op 12 februari 2025 en is uitvoerbaar bij voorraad, waarbij het meer of anders gevorderde is afgewezen.