In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 13 maart 2025 een beschikking gegeven in een adoptieverzoek van een meerderjarige, verzoekster, die in Colombia is geboren. Verzoekster heeft in 2005 en 2008 de broer en halfbroer van haar geadopteerde adoptanten, maar was zelf niet geadopteerd omdat de adoptanten niet op de hoogte waren van haar bestaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de familiebanden tussen verzoekster en haar broer en halfbroer onbedoeld zijn verbroken door de adoptie. Verzoekster heeft een verzoek ingediend om door de adoptanten te worden geadopteerd, zodat de familiebanden hersteld kunnen worden. De rechtbank heeft geoordeeld dat het belang van verzoekster en de adoptanten bij herstel van de familieband zwaarder weegt dan de wettelijke voorwaarde van minderjarigheid. De rechtbank heeft daarbij artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) ingeroepen, dat het recht op familieleven waarborgt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het vasthouden aan de voorwaarde van minderjarigheid in dit geval een schending van het recht op familieleven zou opleveren. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie toegewezen en bepaald dat de geslachtsnaam van verzoekster [achternaam X] zal luiden. Het bijkomende verzoek om de adoptanten als wettige ouders te erkennen werd afgewezen.