Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
,
[handelsnaam] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 augustus 2024 en de daarin genoemde stukken;
- de akte uitlating van [eiser] ;
- de akte uitlating van de bewindvoerder;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 16 januari 2025;
- de conclusie na enquête van [eiser] ;
- de conclusie na enquête van de bewindvoerder.
2.De verdere beoordeling
Hierbij verklaar ik [getuige] . Dat ik aanwezig was bij de overdracht van een map met daarin een envelop met 600 euro. De map is het eerst overhandigd + geld. Daarna heb ik de kluis vastgehouden zodat de betreffende zelf het geld eruit kon halen. De betreffende was de enige met een sleutel van de kluis die hij zelf in bezit had. Er kan geen andere persoon dus in de kluis.”
Ik heb een map gezien met papieren en daar zat een envelop bij. Dit is mijn antwoord op de vraag of ik gezien heb dat [naam onderbewindgestelde] € 600,00 heeft terugbetaald. Het was op een zondag. De afspraak was om 13:00 uur. Het was vorig jaar of het jaar ervoor. [naam onderbewindgestelde] heeft de map overhandigd aan [eiser] . [eiser] heeft met een sleutel de kluis geopend en het geld eruit gehaald. De kluis had geen cijfercode. [eiser] zei: het klopt niet. Maar er kan volgens mij maar een sleutel in de kluis. Toen zijn we naar binnen gegaan. Op vragen van mr. Zuidema antwoord ik als volgt. De map was geel. En er zaten papieren in en een envelop. Ik heb niet gezien wat er in de envelop zat. [naam onderbewindgestelde] vertelde dat er geld in zat maar niet hoeveel. Ik heb het zelf niet gezien. Op vragen van mr. Kreutzkamp antwoord ik als volgt. [naam onderbewindgestelde] zei dat er geld in de envelop zat maar noemde geen exact bedrag.”