In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 20 maart 2025 een beschikking gegeven over een verzoek tot adoptie door een pleegmoeder van haar pleegdochter, die inmiddels meerderjarig is. De pleegmoeder heeft de pleegdochter vanaf haar eerste levensjaar verzorgd, samen met haar inmiddels overleden partner. De biologische ouders hebben nooit invulling gegeven aan hun ouderschap en het kind heeft hierdoor ernstige trauma's opgelopen. De pleegmoeder heeft aanvankelijk gedacht dat adoptie niet mogelijk was vanwege de eis van minderjarigheid, maar na juridisch advies bleek dat er onder bijzondere omstandigheden een uitzondering mogelijk is. De rechtbank oordeelt dat het vasthouden aan de eis van minderjarigheid een ontoelaatbare inbreuk vormt op het recht op family life, zoals gewaarborgd in artikel 8 EVRM. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie toegewezen, waarbij ook de wijziging van de voornamen van de pleegdochter is gelast, omdat deze voornamen negatieve herinneringen oproepen. De rechtbank concludeert dat de juridische werkelijkheid in overeenstemming moet worden gebracht met de feitelijke situatie, waarin de pleegmoeder de rol van ouder vervult.