Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de akte van [eiser] .
2.De feiten
- met ingang van 1 januari 2018 naar € 2.054,47,
- met ingang van 1 januari 2019 naar € 2.116,10.
- in artikel 1.1. onder meer dat [eiser] met ingang van 24 maart 2020 in dienst treedt van [gedaagde] in de functie van chauffeur in schaal C met 2 functiejaren,
- in artikel 3.1 dat het loon ten tijde van het aangaan de overeenkomst € 2.116,10 bruto per maand bedraagt bij een 40-urige werkweek,
- in artikel 14 dat de CAO Landbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen van toepassing is.
- met ingang van 1 juli 2020 naar € 2.155,25,
- met ingang van 1 januari 2021 naar € 2.233,30.
3.Het geschil
4.De beoordeling
de artikelen 1.1 en 3.1 van de arbeidsovereenkomst van 2 februari 2020
het achterstallig loon wegens niet doorvoeren van cao verhogingen over de periode 1 juni 2017 tot 13 januari 2022
het achterstallig loon ter zake overwerk en ORT over de periode 10 januari 2020 tot 10 januari 2022
de WW-schade over de periode van 10 januari 2022 tot 9 juni 2023
De overige vorderingen