ECLI:NL:RBLIM:2025:8767

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 september 2025
Publicatiedatum
9 september 2025
Zaaknummer
03.254646.24
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting en diefstal door middel van babbeltrucs gericht op kwetsbare slachtoffers

In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 8 september 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het medeplegen van oplichting en diefstal. De verdachte werd beschuldigd van het oplichten van meerdere kwetsbare slachtoffers door zich voor te doen als een politieagent en hen te overtuigen om geld en waardevolle goederen af te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen gedurende een periode van bijna drie weken betrokken was bij acht oplichtingen en een diefstal. De slachtoffers, voornamelijk oudere mensen, werden gebeld door de verdachte of zijn medeverdachten, die zich voordeden als medewerkers van de politie. De slachtoffers werden onder valse voorwendselen overgehaald om hun geld en sieraden in enveloppen af te geven aan een persoon die aan de deur kwam. De verdachte fungeerde als chauffeur en bracht de uitvoerders naar de adressen van de slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet alleen als medeplichtige kan worden aangemerkt, maar ook als medepleger van de oplichtingen, omdat hij een significante bijdrage heeft geleverd aan het delict door de buit te innen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder toezicht door de reclassering. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die de financiële schade door de oplichtingen hebben geleden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.254646.24
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 8 september 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2003,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. M. Kuipers, advocaat, kantoorhoudende te Arnhem.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 25 augustus 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De benadeelde partijen [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] zijn niet ter terechtzitting verschenen.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte al dan niet samen met anderen acht personen heeft opgelicht, althans medeplichtig is geweest aan deze feiten. Ten aanzien van één van de slachtoffers wordt de verdachte eveneens verweten dat hij al dan niet samen met anderen een diefstal heeft gepleegd door geld op te nemen met de bij de oplichting buitgemaakte pinpas.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak ten aanzien van feit 1 primair en bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde. Feit 2 acht de officier van justitie bewezen in die zin dat de verdachte dit feit tezamen en in vereniging met anderen heeft gepleegd. De feiten 3 tot en met 9 acht de officier van justitie ten aanzien van het primair tenlastegelegde middels schakelbewijs bewezen. Zij heeft daarbij gewezen op de identieke modus operandi, de gegevens in de telefoon van de verdachte en het feit dat hij iedere keer met de medeverdachte [medeverdachte] naar de plaats delict is gereden.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor de primaire varianten van de feiten 1, 3, 4, 5 en 9 en zich gerefereerd ten aanzien van de feiten 1, 3, 4, 5 en 9, telkens in de subsidiaire variant, en feit 2. De raadsman heeft verzocht de verdachte integraal vrij te spreken voor de feiten 6, 7 en 8. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat, mocht de rechtbank komen tot een bewezenverklaring van het medeplegen, de verdachte vrij dient te worden gesproken van het merendeel van de gedragingen opgesomd in de tenlastelegging, met uitzondering van het vervoeren van de medeverdachte naar de plaatsen delict.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Bewijsmiddelen
Feiten 1 en 2
[naam 4] (geboren in 1936) heeft aangifte gedaan van helpdeskfraude gepleegd op
8 juli 2024 in haar woning aan de [adres 2] in Doetinchem.
Omstreeks 13:15 uur werd ik gebeld door een meneer die vertelde dat hij [naam 5] van de politie was. Hij vertelde dat er twee Polen waren opgepakt met een revolver en een notitieblokje en in dat notitieblokje zouden mijn gegevens staan zoals mijn naam, adres en bankgegevens. Vervolgens zei hij dat ik mijn woning moest controleren op inbraakschade. Daarna vroeg hij mij of ik dingen van waarde in huis had, zoals sieraden of geld. Daarna gaf hij mij de opdracht om het geld van mijn spaarrekening over te maken naar mijn betaalrekening. Ik heb toen € 140,- overgemaakt van mijn spaarrekening naar mijn betaalrekening. Om het goed te kunnen verwerken zouden ze mijn huidige pas nodig hebben en ik moest mijn pincode op een veilige manier afgeven. Hij zei dat er een piepje zou klinken waarna ik mijn code moest noemen en dat er vervolgens weer een piepje zou klinken. Hij zei dat er iemand langs zou komen om mijn pas op te halen. De man aan de telefoon gaf mij de code AP660. Hij zei dat ik alleen mijn pas af mocht geven als de persoon die mijn pas op zou halen die code kon noemen. [naam 5] zei mij dat ik als voorbereiding de pas alvast in een envelop moest doen, dus dat heb ik gedaan.
Terwijl ik [naam 5] aan de telefoon had zag ik om ongeveer 14:30 uur dat er een jongeman van links kwam aanlopen en aanbelde. Ik deed de deur open en daar stond een man die ik als volgt kan omschrijven: jonge man, slank, begin 20, blanke huidskleur, blond haar, naar achter gekamd tot aan zijn oren, zwart T-shirt en zwarte broek.
De jongeman aan de deur zei direct de code AP660 en de man aan de telefoon vertelde dat hij het had gehoord en dat ik de pas af mocht geven, dus dat heb ik gedaan.
De jongeman aan de deur heeft de envelop aangenomen en liep direct rechtsaf richting het fietspad. Pas toen bedacht ik mij dat er iets niet klopte. Ik keek of er geld van mijn rekening af gehaald was. Ik zag dat er € 600,- van mijn betaalrekening gehaald was. Dit was om 14:51 uur op de [adres 3] in Doetinchem. [2]
Verbalisant [naam 6] heeft de camerabeelden van deze pinautomaat bekeken en zag hierop het volgende. Ik zag dat de beelden op 8 juli 2024 om 14:50:48 uur begonnen en om 14:53:00 uur eindigden. Op de beelden van het vooraanzicht van de pinautomaat zag ik dat de mij ambtshalve bekende verdachte [verdachte] voor het pinautomaat ging staan en hier handelingen uitvoerde. Vervolgens liep hij weg. Ik heb [verdachte] op 21 augustus 2024 in persoon gezien en gesproken tijdens een verhoor. Op beelden van het bovenaanzicht zag ik dat [verdachte] geld pinde bij de pinautomaat, hij duwde bankbiljetten en uiteindelijk ook een (bank)pas in zijn zak. Vervolgens liep hij uit beeld. [3]
Uit onderzoek aan de Iphone 13 van de verdachte is gebleken dat in de bron Google Maps het adres van aangeefster is ingevoerd, [adres 2] in Doetinchem. [4]
Feit 3
[naam 7] (geboren in 1939) heeft aangifte gedaan van fraude gepleegd op 13 juli 2024 in haar woning aan de [adres 4] in Nijmegen.
Omstreeks 11:00 uur werd ik gebeld en hoorde ik aan de andere kant van de lijn een mannenstem. Deze persoon stelde zich voor als [naam 8] , hoofdrechercheur, politie Nijmegen. Hij vertelde mij dat via drones met infrarood camera's naar voren was gekomen dat mijn woning inbraakgevoelig was. De persoon aan de telefoon vroeg of ik sieraden of contant geld in de woning had. Ik heb aangeven dat ik contant geld in de woning had liggen. De persoon gaf aan dat dit geld veiliggesteld moest worden omdat mijn woning inbraakgevoelig zou zijn. Ik kreeg de opdracht van deze persoon om het geld in een witte envelop te doen en deze dicht te plakken. Ik ben dus in mijn woning naar boven gelopen waar ik het geldkistje hebben liggen. Ik heb hier € 1.100,- uitgehaald. Ik kreeg te horen dat Brinks waardetransport aan de deur zou komen. Deze persoon zou [naam 9] heten. Hij zou de code noemen en dat betrof KL680. Omstreeks 13:00 uur stond er dus een persoon voor de deur. Deze persoon gaf ook aan dat hij van Brinks was en dat hij [naam 9] heten. Hij vertelde mij ook de code. Ik heb deze persoon de envelop met het geld gegeven, omdat ik in de veronderstelling was dat deze veiliggesteld werd. De persoon die bij mij aan de deur stond kan ik als volgt omschrijven: man, blanke huidskleur, tussen de 25 en 30 jaar oud, sprak Nederlands, kort blond haar, donkere broek (spijkerbroek), lichte (beige) kleur jack. [5]
Uit onderzoek aan de Iphone 13 van de verdachte is gebleken dat in de bron Google Maps het adres van aangeefster is ingevoerd, [adres 4] in Nijmegen. [6]
De camerabeelden van diverse camera’s van woningen aan de [adres 4] zijn bekeken. Daarop werd door verbalisant [naam 10] het volgende waargenomen.
Camerabeelden [adres 6] :
Ik zag een manspersoon het pad oplopen en richting de voordeur van [adres 4] te Nijmegen lopen en hoorde het geluid van iemand die op een ruit klopte. De man zag er als volgt uit: blanke huidskleur, blonde haren die naar achteren waren gekamd, grijskleurige trui met capuchon, zwartkleurige spijkerbroek en zwartkleurige sneakers. Via het slachtoffer had ik een zelfde omschrijving gehoord dus wist dat dit om de verdachte moest gaan.
Ik zag op een tweede bestand dat de ringdeurbel zicht had op een gemeenschappelijk pad die toegang geeft op de voordeuren van [adres 6] en [huisnummer] te Nijmegen. Ik zag verdachte via het gemeenschappelijke pad het erf verlaten. Ik zag verdachte links afslaan in de richting van [adres 7] te Nijmegen en lopen over het voetpad.
Camerabeelden [adres 8] :
Ik zag verdachte vanuit de richting [adres 9] richting [adres 4] te Nijmegen lopen. Ik zag dat de man zijn rechterhand voor zijn gezicht hield. Ik zag op een tweede bestand dat de ringdeurbel zicht had op een pad naar de voordeur van [adres 8] te Nijmegen en de weg die voor de woning loopt. Ik zag verdachte vanuit de richting [adres 4] in de richting van [adres 9] lopen. Ik zag dat hij wederom een hand voor zijn gezicht hield zodat zijn gezicht niet zichtbaar was. Dit herhaalde hij een woning verderop weer. Ik zag ook dat hij in zijn rechterhand een witte envelop vast hield. [7]
Verbalisant [naam 11] heeft deze camerabeelden bekeken en daarover het volgende gerelateerd.
Ik zag op de camerabeelden een manspersoon die ik herkende als zijnde [medeverdachte] . Ik herken op de beelden [medeverdachte] .
Ik ken [medeverdachte] vanuit mijn hoedanigheid als jeugdagent in Veghel. Daarbij
komend heb ik meermaals een fysiek overleg bij gewoond waar [medeverdachte] ook
bij aanwezig was. Ik herken [medeverdachte] door zijn haardracht (blond haar met in het midden een scheiding), zijn lichte huidskleur, zijn postuur (slank) en de manier van lopen
(waggelend). [8]
Feit 4
[naam 12] (geboren in 1940) heeft aangifte gedaan van fraude gepleegd op 17 juli 2024 in haar woning aan de [adres 10] in Sittard, gemeente Sittard-Geleen.
Ik heb tussen 16:45 en 17:00 uur telefoon gekregen, anoniem, van ene [naam 13] . Hij zei dat hij van de recherche was en dat een paar Polen waren aangehouden. Ze hadden sms'jes gevonden van die twee Polen dat ze mijn adres hadden. Ze wilden me waarschuwen. Hij vroeg me of ik sieraden had. Ik vertelde dat ik sieraden had en € 700,-. Hij zei: “hou maar € 150,-” en de rest moest ik in de envelop stoppen. Ik had € 500,- in een envelop gedaan en in de andere envelop had ik de sieraden gedaan. Hij zei dat er iemand van Brinks sieraden zou komen met de naam [naam 14] . Toen was het telefoongesprek klaar. Ongeveer rond 17:45 en 18:00 uur kwam er een jongeman aan de deur. Hij was ongeveer 180 cm lang, ongeveer 20 jaar, normaal postuur, geen bril, kortgeknipt donkerblond haar, geen gezichtshaar, blank. Hij zei alleen de code DP420. [9]
Uit onderzoek aan de Iphone 13 van de verdachte is gebleken dat in de bron Google Maps het adres van aangeefster is ingevoerd, [adres 10] in Sittard. Tevens bleek uit dit onderzoek dat er een afbeelding stond in de map foto’s met daarop een routebeschrijving naar adres [adres 10] in Sittard. Voorts bleek uit dit onderzoek dat er een video op de telefoon stond van 17 juli 2024. In deze video was te zien dat de verdachten [verdachte] en [medeverdachte] samen in een auto zaten. [10]
Feit 5
[naam 1] heeft aangifte gedaan van fraude gepleegd op 19 juli 2024 in haar woning aan de [adres 11] in Roermond.
Omstreeks 16:00 uur bevond ik mij in mijn woning en ging mijn huistelefoon. Ik werd gebeld door een onbekend telefoonnummer en pakte de telefoon op. Ik sprak met een man, welke zich voordeed als [naam 15] . De man gaf mij te kennen dat er een Poolse bende met drones mijn woning had bekeken. Vanuit de lucht hadden deze gescand en gezien dat er mogelijk waardevolle spullen in mijn huis lagen. Deze [naam 15] vroeg mij of ik ergens in mijn woning sporen van braak zag. Het gesprek heeft zeker een uur geduurd en de conclusie was dat mijn sieraden in veiligheid gebracht dienden te worden. Hij zou Brinks inschakelen, deze gaf hij de geheime code mee zodat deze sieraden in veiligheid gebracht konden worden. Vrijwel direct verscheen de medewerker van Brinks aan mijn deur. Ik had [naam 15] nog aan de telefoon en deze gaf mij de opdracht de sieraden veilig mee te geven. Ik moest deze dan ook in een boterhamzakje stoppen en dit boterhammenzakje moest vervolgens in een witte envelop gestopt worden. Dit deed ik, waarop ik deze na het verkrijgen van het codewoord aan de Brinksmedewerker meegaf. De Brinksmedewerker zag er als volgt uit: man, ongeveer twintig jaar, iets langer dan 165 centimeter, ovaal hoofd, sluik kort blond haar, met opvallende scheiding in het midden, donkerblauw kort shirt, opvallende witte spijkerbroek met witte plekken, normaal postuur. De man vertrok met mijn sieraden. [11]
Uit onderzoek aan de Iphone 13 van de verdachte is gebleken dat in de bron Google Maps het adres van aangeefster is ingevoerd, [adres 11] in Roermond. [12]
Feit 6
[naam 16] (geboren in 1934) heeft aangifte gedaan van identiteitsfraude gepleegd op 22 juli 2024 in haar woning aan de [adres 12] te Swalmen.
Ik werd omstreeks 15:30 uur gebeld door een onbekend telefoonnummer. De man aan de telefoon stelde zich voor als [naam 15] van de recherche. Hij vertelde mij dat er inbrekers waren aangehouden en dat ze geconstateerd hadden dat ik goud in huis had. Ik moest al het goud veilig stellen. Iemand van Brinks zou dat dan komen ophalen. Omstreeks 17:00 uur kwam er iemand aan de deur. Ik had die persoon nog steeds aan de telefoon. Hij gaf me aan de telefoon een code en die code zou de persoon aan de deur dan opnoemen. De code klopte dus toen heb ik het goud meegegeven. [13]
In een aanvullende verklaring heeft aangeefster [naam 16] het volgende verklaard.
[naam 15] vroeg ook of ik goud in huis had. Ik had hem toen verteld dat ik inderdaad goud in huis had. Ik moest het goud in een boterhamzakje doen en het zakje in een witte envelop. Het goud zouden ze komen ophalen van Brinks transport. [naam 17] zou het goud komen ophalen. De man aan de telefoon gaf mij een code. Dit betrof WL730. Ik heb ongeveer 1,5 uur aan de telefoon gehangen met die man toen er iemand aan de deur kwam. Ik opende de deur en de man aan de deur gaf me direct de code, namelijk WL730. Ik zei tegen de man aan de telefoon dat de man aan de deur de juiste code had gegeven. Ik hoorde dat de man aan de telefoon zei dat ik nu de envelop mocht afgeven. De man aan de deur kan ik als volgt beschrijven: ongeveer 160 cm groot, blauwe jeans met vale plekken, donkerblauw van kleur, blank, blond haar naar achteren gekamd, zijkant opgeschoren. [14]
Uit onderzoek aan de Iphone 13 van de verdachte is gebleken dat in de bron Google Maps het adres van aangeefster is ingevoerd, [adres 12] te Swalmen. [15]
Feit 7
[naam 3] heeft aangifte gedaan van fraude met betaalproducten gepleegd op 23 juli 2024 in haar woning aan de [adres 13] in Maastricht.
Omstreeks 11:00 uur werd ik gebeld op mijn huistelefoon, door een anoniem nummer. Ik hoorde een mannenstem zeggen dat hij van de politie was. Hij zei dat er in de straat was ingebroken en dat mijn adres op een lijst van vermoedelijke volgende inbraken stond.
Ik hoorde dat de man zei dat ik mijn juwelen en geld moest afgeven, zodat deze veilig bij de politie waren. Hij zei dat er binnen een half uur iemand aan mijn voordeur zou komen die mijn juwelen en geld zou ophalen. Gedurende een half uur hield deze man mij aan de telefoon. De man zei dat ik de code DP570 moest zeggen tegen de persoon die mijn juwelen en geld kwam ophalen. De man die dit kwam halen zou [naam 18] heten. Ongeveer een half uur later stond er iemand voor de voordeur van mijn woning. Ik zag dat de man op zijn telefoon de code DP570 liet zien. Ik hoorde dat de man aan de telefoon zei dat ik mijn spullen aan de man kon afgeven. Ik hoorde dat hij vroeg of ik nog meer geld in huis had en ik zei dat ik dit niet had. Op dat moment hing de man de telefoon op en sloot ik de voordeur.
Ik kan de man die de spullen kwam ophalen als volgt omschrijven: man, rond de 25 jaar oud, lichte huidskleur, ongeveer 170/180 cm lang. Hij had een smal gezicht. Bruin haar naar één kant gekamd. Donkere kleding, een lange broek met veel vakjes en ik dacht een hemd met vakjes. Ik heb mijn juwelen meegegeven. [16]
Uit onderzoek aan de Iphone 13 van de verdachte is gebleken dat in de bron Google Maps het adres van aangeefster is ingevoerd, [adres 13] in Maastricht. [17]
Feit 8
[naam 19] (geboren in 1942) heeft aangifte gedaan van fraude gepleegd op 25 juli 2024 in haar woning aan de [adres 14] in Maastricht.
Omstreeks 12:15 uur werd ik gebeld op mijn huistelefoon. Ik hoorde een mannelijke stem en ik hoorde zeggen dat hij hoofdrechercheur was in de omgeving van Maastricht en dat hij [naam 15] zou heten. Ik hoorde dat [naam 15] met een beschaafde tongval sprak en ik vond dat hij vertrouwd overkwam. Ik hoorde [naam 15] het volgende zeggen: dat er een criminele bende in de buurt opereerde, dat er drie daders nog voortvluchtig waren, dat er uit de social media van twee inbeslaggenomen telefoons bleek dat ik alleen zou wonen, cash zou betalen en gouden sieraden in bezit zou hebben, dat alle waardevolle goederen veilig gesteld konden worden bij Brinks, dat een collega van [naam 15] deze kwam ophalen, onder vermelding van de code TL245 en achternaam [naam 20] en dat ik alle waardevolle goederen en cash geld in een plastic zak moest doen, zodat zijn collega [naam 20] deze kon ophalen.
Ik deed vervolgens wat er van mij gevraagd werd en stopte alle waardevolle goederen en cash geld in een wit geldkistje en stopte het in de plastic zak. De plastic zak was
voornamelijk rood van kleur met een zwartkleurig hart. Ik hoorde de deurbel gaan en liep naar de voordeur met alle goederen in de plastic zak. Ik zag iemand die ik als volgt kan omschrijven: man, ongeveer 18 jaar, blanke huidskleur, halflang blond haar, ongeveer 1,70 meter lang, droeg zwart sweatshirt en herkende het merk The North Face, zwarte spijkerbroek, met gaten over de gehele lengte. Om 13:30 uur hoor de man de juiste code geven. Ik gaf alle goederen mee aan de man en ik zag dat hij in de richting van de [straat] liep. [18]
Uit onderzoek aan de Iphone 13 van de verdachte is gebleken dat in de bron Google Maps het adres van aangeefster is ingevoerd, [adres 13] in Maastricht.
Tevens bleek uit dit onderzoek dat er een video op deze telefoon stond van 25 juli 2024. In deze video was te zien dat de verdachten [verdachte] en [medeverdachte] samen met nog een jongeman in een auto zaten. [19]
Feit 9
[naam 21] heeft aangifte gedaan van fraude gepleegd op 26 juli 2025 in haar woning aan de [adres 15] in Roermond.
Omstreeks 13:00 uur werd er gebeld op de vaste huisaansluiting met een afgeschermd nummer. Ik nam de telefoon op en hoorde een mannenstem. Ik hoorde dat de man aan de andere kant van de lijn zich voorstelde als [naam 15] , hoofdrechercheur van de politie. Ik hoorde dat [naam 15] zei dat de politie iemand in mijn straat had gepakt met inbrekerswerktuig en dat de politie tevens bij die persoon een briefje had aangetroffen met daarop mijn adres. Ik gaf mijn zoon, die naast mij stond, de opdracht om de politie te bellen omdat ik het gevoel kreeg dat ik met een nepagent te maken had.
Opmerking verbalisant: Tijdens het gesprek tussen het slachtoffer en [naam 15] bevond zich een collega in burger in de woning van het slachtoffer.Ik hoorde dat [naam 15] mij vroeg hoeveel geld ik in huis had. Ik heb toen een geldbedrag verzonnen van € 700,- en wat kleingeld. Ik hoorde dat [naam 15] mij vroeg of ik ook gouden sieraden in huis had. Ik heb toen enkele sieraden verzonnen. Ik hoorde dat [naam 15] zei dat ik zowel het geld als de sieraden in een aparte envelop moest doen. Ik hoorde dat [naam 15] zei dat Brinks Juwelentransport de enveloppen zou komen ophalen. Ik hoorde dat [naam 15] zei dat ene [naam 20] van Brinks Juwelentranssport zich aan mijn deur zou melden om de enveloppen op te halen. Ik hoorde dat [naam 15] zei dat ik een legitimatiecode kreeg en die luide TP680. Ik hoorde dat [naam 15] zei om de verbinding in stand te houden zodat [naam 15] kon meeluisteren als [naam 20] aan de deur stond. De politieman in burger had ondertussen twee enveloppen gevuld met papier. Om 14:44 uur ging de bel en stond een jongeman met blond haar voor de deur. Ik hoorde dat deze jongeman de code TP680 zei. Ik gaf de jongeman de twee enveloppen.
Op het moment dat de verbalisant in de woning de man aan deur fijne dag hoorde zeggen, heeft hij geroepen: “politie staan blijven, je bent aangehouden”. De jongen is weggerend, maar kon kort erna worden aangehouden. Uit zijn jas vielen twee witte enveloppen. Verbalisant herkende deze als de enveloppen die hij had klaargemaakt. [20]
Verbalisant [naam 22] is naar aanleiding van de melding van de zoon van het slachtoffer naar de woning gegaan en heeft het telefoongesprek gehoord. Tijdens dit telefoongesprek heeft verbalisant [naam 22] twee enveloppen klaargemaakt met daarop de tekst Brinks Juwelen transport. Om 14:44 uur ging de bel en het slachtoffer opende de deur. Op het moment dat de man zei: “fijne dag”, heeft verbalisant [naam 22] de man aangehouden. Tijdens een korte achtervolging die volgde, vielen er twee nep enveloppen zonder inhoud uit zijn rechterhand. Verbalisant [naam 22] zag dat dit de enveloppen waren die hij had klaargemaakt en aan het slachtoffer had gegeven. De verdachte die hij aanhield betrof [medeverdachte] . [21]
Uit onderzoek aan de Iphone 13 van de verdachte is gebleken dat in de bron Google Maps het adres van aangeefster is ingevoerd, [adres 15] te Roermond. In deze telefoon stond eveneens een video van 26 juli 2024. In deze video was te zien dat de verdachte [verdachte] in een auto zat, samen met een persoon die hetzelfde shirt droeg als [medeverdachte] op de dag van zijn aanhouding. [22]
Bewijsmiddel dat betrekking heeft op alle feiten zoals tenlastegelegd onder 3 tot en met 9
Een tweede telefoon van de verdachte, een Iphone SE, is eveneens onderzocht. De verbalisant relateert hierover het volgende.
Ik zag dat op 26 juli 2024 de volgende zoekopdracht ingevoerd was: ‘hoelang krijg je voor bankmedewerker fraude’. Opvallend was dat dit opgezocht was om 20:41 uur, dus na de aanhouding van [medeverdachte] . Verder zag ik dat op 26 juli 2024 een Snapchat gesprek was tussen de eigenaar van de telefoon ‘ [bijnaam 1] ’ ( [bijnaam 1] ) en een contact genaamd ‘ [bijnaam 2] ’ ( [bijnaam 2] ). Ik zag dat hier door [bijnaam 2] om 17:33 uur het volgende gestuurd werd: ‘3u geleden [adres 16] ’. Dit is het adres waar collega's camerabeelden veiliggesteld hadden. Op deze camerabeelden was onder andere de auto van [verdachte] te zien. Ik zag dat [bijnaam 2] op 27 juli 2024 om 01:58 uur stuurde: ‘Besef al die manenn voelxe aan [medeverdachte] ging opgepakt worde’. Opvallend was dat dit gestuurd was na de aanhouding van [medeverdachte] . [23]
Bewijsoverweging
Juridisch kader medeplegen en medeplichtigheid
Aan de verdachte is ten aanzien van de oplichtingen primair ten laste gelegd dat hij deze feiten samen met anderen heeft gepleegd, subsidiair dat hij hieraan medeplichtig is geweest.
De rechtbank zal eerst de juridische kaders beschrijven voor deze vormen van deelneming, om vervolgens de feitencomplexen hieraan te toetsen.
Medeplegen
In het geval van medeplegen houden de voorwaarden voor aansprakelijkstelling in dat sprake moet zijn geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht.
De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde - intellectuele en/of materiële - bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Dat geldt in vergelijkbare zin indien het medeplegen - bijvoorbeeld in de vorm van ‘in vereniging’ - een bestanddeel vormt van de delictsomschrijving.
Het daar strafbaar gestelde ‘in vereniging plegen’ van geweld eist dat de verdachte ‘een voldoende significante of wezenlijke bijdrage’ heeft geleverd.
Een en ander brengt mee dat indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), op de rechter de taak rust om in het geval hij toch tot een bewezenverklaring van het medeplegen komt, in de bewijsvoering dat medeplegen nauwkeurig dient te motiveren. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. [24]
Medeplichtigheid​
Voor de bewezenverklaring van opzettelijke medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat verdachtes opzet telkens was gericht op het behulpzaam zijn of op het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen als bedoeld in artikel 48 Sr, maar tevens dat verdachtes opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict).
Wat laat het dossier zien met betrekking tot de feiten 1 en 2?
Uit de bewijsmiddelen volgt dat een persoon het slachtoffer belt en haar de opdracht geeft haar pinpas in een envelop te doen en haar pincode te noemen. Vervolgens komt een andere persoon bij het slachtoffer aan de deur en neemt haar pinpas in. Deze persoon betreft niet de verdachte, nu deze persoon door het slachtoffer wordt omschreven als een man met een blanke huidskleur en blond haar. De verdachte heeft een donkere huidskleur en zeer donker tot zwart haar. Uit de telefoon van de verdachte blijkt dat in de bron Google Maps het adres van het slachtoffer is ingevoerd. De rechtbank trekt hieruit de conclusie dat het de verdachte is geweest die degene die aan de deur is geweest naar de plaats delict heeft gebracht en daarna weer heeft opgehaald. Hij is, zo gezegd, de chauffeur geweest. Dit zou in beginsel kunnen wijzen op een rol als medeplichtige. Echter, 20 minuten nadat de onbekend gebleven persoon bij het slachtoffer aan de deur is geweest heeft de verdachte, met de zojuist buitgemaakte pinpas van het slachtoffer, € 600,- gepind van de rekening van het slachtoffer. Hij heeft zodoende de buit geïnd en vormt hiermee het sluitstuk van de oplichting. Daar was het immers om te doen.
De rol van de verdachte beperkte zich dan ook niet tot die van medeplichtige. Hij heeft door als chauffeur op te treden èn vervolgens te pinnen -en daarmee de buit feitelijk binnen te halen- een significante en wezenlijke bijdrage geleverd aan de oplichting. Zonder zijn bijdrage was de oplichting immers niet tot een succesvol einde gebracht. Bij deze oplichting en diefstal zijn minimaal drie personen betrokken geweest: degene die belt met het slachtoffer, degene die aan de deur gaat en degene die vervolgens het geld pint. Zij hebben, om het geld te verkrijgen, nauw en bewust samengewerkt. De rechtbank ziet de verdachte dan ook als medepleger van beide feiten, zowel de oplichting als de diefstal.
De rechtbank acht daarmee feit 1 primair en feit 2 wettig en overtuigend bewezen.
Wat laat het dossier zien met betrekking tot de feiten 3 tot en met 9?
De rechtbank dient ook ten aanzien van deze feiten te beoordelen of de verdachte bij deze feiten betrokken is geweest, en, zo ja, welke rol de verdachte daarbij heeft gespeeld.
Medeplegen
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat de rol van verdachte bij de feiten 3 tot en met 9 uitsluitend die van chauffeur is geweest. Niet is gebleken dat verdachte anderszins een significante bijdrage heeft geleverd aan de hem tenlastegelegde feiten. Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting volgt immers niet dat verdachte een rol heeft gespeeld bij de voorbereiding of uitvoering van de delicten. Zo is niet gebleken dat het de verdachte is geweest die de slachtoffers heeft gebeld. Evenmin is hij degene geweest die bij hen aan de deur is geweest. Het signalement dat de aangeefsters van deze persoon geven, sluit de verdachte uit. Zij beschrijven namelijk
grosso modoeen blanke (jonge)man met blond haar. Dit signalement past niet bij de uiterlijke kenmerken van de verdachte. Voorts is niet komen vast te staan dat hij (een deel van) de buit in handen heeft gehad of meegedeeld heeft in deze buit. Ook blijkt niet van enige intellectuele bijdrage aan deze feiten.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en anderen niet is komen vast te staan en de bijdrage van verdachte naar het oordeel van de rechtbank van onvoldoende gewicht is geweest. De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte niet als medepleger kan worden aangemerkt.
Schakelbewijs
De officier van justitie heeft gebruikgemaakt van schakelbewijs om te komen tot een bewezenverklaring voor het medeplegen van de oplichtingen tenlastegelegd onder de feiten 3 tot en met 9. Dit standpunt van de officier van justitie kan echter, naar het oordeel van de rechtbank, niet leiden tot een ander oordeel over het medeplegen.
Juridisch kader schakelbewijs
Met de term schakelbewijs pleegt te worden aangeduid een bewijsvoering waarbij voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend wordt geacht de – uit één of meer bewijsmiddelen blijkende – omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was. De vraag of de redengevendheid van dergelijk – in diverse varianten voorkomend – schakelbewijs begrijpelijk is, moet worden beoordeeld in het licht van de gehele bewijsvoering. Daarbij kan van belang zijn of en in hoeverre de wijze waarop en de omstandigheden waaronder de onderscheidene feiten zijn begaan, op essentiële punten overeenkomen. [25] Het moet dus gaan om een dermate specifieke gang van zaken bij de delicten, dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het niet anders kan dan dat zij allen door dezelfde dader zijn begaan.
De rechtbank oordeelt in dit verband als volgt.
De rechtbank constateert dat de wijze waarop en de omstandigheden waaronder de feiten
3 tot en met 9 zijn gepleegd op essentiële punten met elkaar overeenkomen. Het is echter zo dat, ondanks deze overeenkomsten, ondanks aldus het bestaan van een soortgelijke modus operandi, niet redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het niet anders kan dan dat de verdachte ook die feiten als dader heeft gepleegd. Immers, wat die feiten betreft rechtvaardigt het procesdossier alleszins de conclusie dat de verdachte chauffeur is geweest en niet als medepleger kan worden aangemerkt. Om hem dan middels een soortgelijke modus operandi -die overduidelijk bij de uitvoerders van de genoemde tenlastegelegde feiten hoort- als dader aan te merken, gaat de rechtbank te ver en zou een onjuiste overweging zijn.
Daarom zal de verdachte worden vrijgesproken van de onder 3 tot en met 9, telkens in primaire variant (medeplegen), tenlastegelegde feiten.
Medeplichtigheid
Voor medeplichtigheid is vereist dat er bij de verdachte sprake was van dubbel opzet. Dat wil zeggen dat hij opzet had op het gronddelict (de oplichtingen) en dat hij opzet had op zijn medeplichtigheidshandelingen (het vervoeren van de ander naar de plaatsen delict).
De rechtbank heeft hiervoor reeds overwogen dat de verdachte als chauffeur kan worden aangemerkt. Verder is het zo dat in de telefoon van de verdachte hem belastende berichten zijn aangetroffen die overduidelijk betrekking hebben op de oplichtingspraktijken. Hier komt bij dat de verdachte als medepleger is aangemerkt wat betreft feiten 1 en 2 en dat die feiten, chronologisch gezien, als eerste in de reeks tenlastegelegde feiten hebben plaatsgevonden. Dit vormt een sterke aanwijzing dat de verdachte wetenschap heeft gehad van de plannen wat betreft feiten 3 tot en met 9 en wat komen ging. Dit zijn redengevende feiten en omstandigheden voor betrokkenheid van de verdachte als medeplichtige bij de hem tenlastegelegde feiten 3 tot en met 9. Deze redengevende feiten en omstandigheden vragen om een verklaring zijdens de verdachte. Een verklaring die die redengevendheid zou kunnen ontzenuwen.
De verdachte heeft in dit verband verklaard dat hij weliswaar een ander naar de diverse adressen bracht, maar dat hij niet wist dat sprake was van oplichting en dat hij zijn auto en zijn telefoon vaak uitleende aan anderen, onder wie de medeverdachte [medeverdachte] . Hier gaat de rechtbank niet in mee.
De rechtbank constateert dat de verdachte tegenstrijdig, aantoonbaar onjuist en niet geloofwaardig heeft verklaard. Zo verklaart hij in eerste instantie dat hij van niets weet, vervolgens dat hij niet, maar zijn auto wel, bij sommige plaatsen delict is geweest omdat hij deze wel eens uitleent, om vervolgens toe te geven dat hij op sommige plekken wel is geweest maar dat hij niets wist van oplichtingen. Ook heeft hij verklaard dat hij de Iphone SE pas een aantal dagen na de oplichting op 26 juli 2024 heeft gekocht, terwijl op 26 en 27 juli 2024 berichten zijn verzonden en ontvangen op deze telefoon via het account met de naam van de verdachte die betrekking hadden op de oplichtingen. De rechtbank acht ook niet geloofwaardig dat de verdachte de medeverdachte naar een bepaalde plek heeft gebracht, soms ver van zijn woonplaats, om daar vervolgens uren te wachten, daarna weer terug te rijden, zonder dat hij wist wat er ging gebeuren. De rechtbank schuift zijn verklaring dan ook terzijde.
Wat dan overblijft is de conclusie dat de verdachte als medeplichtige betrokken is geweest bij de feiten 3 tot en met 9. De rechtbank acht de verdachte dan ook schuldig aan de medeplichtigheid aan het medeplegen van oplichting, telkens subsidiair tenlastegelegd onder de feiten 3 tot en met 9.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1. primair
op 8 juli 2024 in de gemeente Doetinchem, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van haar bankpas en bijbehorende pincode, door
- voornoemde [naam 4] op te bellen en zich voor te doen als een medewerker van de politie genaamd [naam 5] ,
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 4] te zeggen dat er twee Polen waren opgepakt met een revolver en een notitieblokje, waarin de naam, het adres en de bankgegevens van die [naam 4] zouden staan,
- (vervolgens) aan die [naam 4] te zeggen dat zij haar woning moest controleren op inbraakschade en te vragen of zij sieraden en/of geld in huis had,
- (vervolgens) die [naam 4] te vragen om geld over te maken van haar spaarrekening naar haar betaalrekening,
- (vervolgens) die [naam 4] te verzoeken om haar pincode door te geven aan de telefoon,
- ( vervolgens) zich naar de woning van die [naam 4] te begeven, aan te bellen,
- (nadat die [naam 4] de deur opende) de code AP660 te noemen, en
- de pinpas aan te nemen van die [naam 4] ;
2
op 8 juli 2024 in de gemeente Doetinchem tezamen en in vereniging met anderen een hoeveelheid geld (te weten € 600,-), dat aan [naam 4] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders dat weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door het onbevoegd gebruik maken van de bankpas van die [naam 4] ;
3
subsidiair
[medeverdachte] op 13 juli 2024 in de gemeente Nijmegen, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten afgifte van een envelop met daarin een geldbedrag van in totaal € 1.100,- door
- voornoemde [naam 7] op te bellen en zich voor te doen als een medewerker van de politie genaamd [naam 23] ,
- ( tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 7] te zeggen dat er via drones met infraroodcamera’s naar voren is gekomen dat de woning van die [naam 7] inbraakgevoelig was,
- (vervolgens) aan die [naam 7] te vragen of zij sieraden of contant geld in de woning had en dat dit geld veilig gesteld moest worden,
- (vervolgens) die [naam 7] te vragen om het geld in een witte envelop te doen en deze dicht te plakken,
- (vervolgens) tegen die [naam 7] te zeggen dat Brink Waardetransport aan de deur zou komen, dat deze persoon [naam 9] heet en de code KL680 zou noemen,
- (vervolgens) zich naar de woning van die [naam 7] te begeven, aan te bellen,
- (nadat die [naam 7] de deur opende) de code te noemen en
- de envelop met het geld aan te nemen van die [naam 7] ,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 13 juli 2024 in de gemeente Nijmegen opzettelijk behulpzaam is geweest, door als bestuurder van zijn auto voornoemde persoon naar de plaats delict te vervoeren;
4
subsidiair
onbekend gebleven personen op 17 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 24] hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van enveloppen (met daarin sieraden en een hoeveelheid geld), door
- voornoemde [naam 24] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 13] ,
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 24] te zeggen dat er een paar Polen waren aangehouden in de buurt en dat zij smsjes hadden gevonden in de telefoon van die Polen met het adres van die [naam 24] ,
- (vervolgens) aan die [naam 24] te vragen of zij sieraden in huis had liggen,
- (vervolgens) die [naam 24] te verzoeken sieraden en geld dat zij in huis had liggen in een envelop te doen zodat [naam 14] van Brinks sieraden de enveloppen zou komen ophalen, - zich naar de woning van die [naam 24] te begeven en aan te bellen en
- (nadat die [naam 24] de deur opende) de enveloppen (met inhoud) aan te nemen van die [naam 24] ;
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 17 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen opzettelijk behulpzaam is geweest, door als bestuurder van zijn auto een onbekend gebleven persoon naar de plaats delict te vervoeren;
5
subsidiair
een onbekend gebleven persoon op 19 juli 2024 in de gemeente Roermond, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van een envelop (met daarin sieraden), door
- voornoemde [naam 1] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 15] ,
- (tijdens dat telefoongesprek) die [naam 1] te zeggen dat haar woning was bekeken met drones door een inbrekersbende en dat de naam en het adres van [naam 1] zijn aangetroffen in een verdachte auto waardoor er een verhoogd risico was dat er bij [naam 1] zou worden ingebroken,
- ( vervolgens) aan die [naam 1] te vragen of zij geld en/of gouden sieraden in huis had, en/of
- (vervolgens) die [naam 1] te verzoeken de sieraden die zij in huis had liggen in een envelop te doen zodat iemand van Brinks Juwelentransport de enveloppen kon komen ophalen en daarbij een legitimatiecode zou noemen,
- zich naar de woning van die [naam 1] te begeven en aan te bellen,
- ( nadat die [naam 1] de deur opende) de legitimatiecode te noemen en
- een envelop (met inhoud) aan te nemen van [naam 1]
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 19 juli 2024 in de gemeente Roermond opzettelijk behulpzaam is geweest door als bestuurder van zijn auto een onbekend gebleven persoon naar de plaats delict te vervoeren;
6
subsidiair
onbekend gebleven personen op 22 juli 2024 in de gemeente Roermond, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 2] hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van een envelop (met daarin een hoeveelheid goud), door
- voornoemde [naam 16] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 15] ,
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 16] te zeggen dat er inbrekers waren aangehouden in de buurt,
- ( vervolgens) aan die [naam 16] te vragen of zij goud in huis had liggen,
- ( vervolgens) die [naam 16] te verzoeken het goud dat zij in huis had liggen in een envelop te doen zodat [naam 17] van Brinks Juwelentransport de envelop kon komen ophalen en daarbij de legitimatiecode WL730 zou noemen,
- zich naar de woning van die [naam 16] te begeven en aan te bellen,
- (nadat die [naam 16] de deur opende) de code WL730 te noemen en
- een envelop (met inhoud) aan te nemen van die [naam 16] ,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 22 juli 2024 in de gemeente Roermond, opzettelijk behulpzaam is geweest door als bestuurder van zijn auto en onbekend gebleven persoon naar de plaats delict te vervoeren;
7
subsidiair
onbekend gebleven personen op 23 juli 2024 in de gemeente Maastricht, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 3] hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van sieraden door
- voornoemde [naam 3] op te bellen en zich voor te doen als iemand van de politie,
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 3] te zeggen dat er in de straat van die [naam 3] was ingebroken en dat haar adres ook op een lijst van vermoedelijke volgende inbraken stond,
- (vervolgens) die [naam 3] te verzoeken juwelen en geld dat zij in huis had liggen zodat [naam 18] de spullen zou komen ophalen,
- zich naar de woning van die [naam 3] te begeven en aan te bellen,
- (nadat die [naam 3] de deur opende) de code DP570 te noemen en
- de sieraden aan te nemen van die [naam 3] ,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 23 juli 2024 in de gemeente Maastricht opzettelijk behulpzaam is geweest door als bestuurder van zijn auto een onbekend gebleven persoon naar de plaats delict te vervoeren;
8
subsidiair
onbekend gebleven personen op 25 juli 2024 in de gemeente Maastricht met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 19] hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten afgifte van een plastic zak met daarin waardevolle goederen en een geldbedrag), door
- voornoemde [naam 19] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 15] ,
- voornoemde [naam 19] op te bellen en zich voor te doen als een medewerker van de politie genaamd [naam 15] ,
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 19] te zeggen dat er een criminele bende in de buurt opereerde, dat er nog drie daders voortvluchtig waren en dat uit de social media bleek dat die [naam 19] er alleen zou wonen, cash zou betalen en gouden sieraden in het bezit zou hebben,
- (vervolgens) tegen die [naam 19] te zeggen dat alle waardevolle goederen veilig gesteld konden worden bij Brinks,
- (vervolgens) tegen die [naam 19] te zeggen dat een collega de waardevolle spullen kwam ophalen onder vermelding van de code TL245 en de achternaam [naam 20] ,
- (vervolgens) tegen die [naam 19] te zegen dat ze alle waardevolle goederen en cash geld in een plastic zak moest doen,
- (vervolgens) zich naar de woning van die [naam 19] te begeven, aan te bellen,
- (nadat die [naam 19] de deur opende) de code te noemen, en
- de envelop met de spullen en het geld aan te nemen van die [naam 19] ,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 25 juli 2024 in de gemeente Roermond opzettelijk behulpzaam is geweest door als bestuurder van zijn auto een onbekend gebleven persoon naar de plaats delict te vervoeren;
9
subsidiair
[medeverdachte] en een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op 26 juli 2024 in de gemeente Roermond, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 21] hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van enveloppen (met inhoud) door
- voornoemde [naam 19] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 15] ,
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 19] te zeggen dat er inbrekers waren opgepakt in de straat waarin die [naam 19] woonde en zij een briefje bij zich hadden met het adres van [naam 19] erop,
- ( vervolgens) aan die [naam 19] te vragen of zij geld en gouden sieraden in huis had,
- (vervolgens) die [naam 19] te verzoeken het geld en de sieraden die zij in huis had liggen in een envelop te doen zodat [naam 20] van Brinks Juwelentransport de enveloppen kon komen ophalen en daarbij de legitimatiecode TP680 zou noemen,
- zich naar de woning van die [naam 19] te begeven en aan te bellen,
- ( nadat die [naam 19] de deur opende) de code TP860 te noemen, en
- twee enveloppen (met inhoud) aan te nemen van die [naam 19] ,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of 26 juli 2024 in de gemeente Roermond opzettelijk behulpzaam is geweest door als bestuurder van zijn auto voornoemde persoon naar de plaats delict te vervoeren.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1 primair: medeplegen van oplichting,
feit 2: diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels,
feit 3 subsidiair: medeplichtigheid aan medeplegen van oplichting,
feit 4 subsidiair: medeplichtigheid aan medeplegen van oplichting,
feit 5 subsidiair: medeplichtigheid aan medeplegen van oplichting,
feit 6 subsidiair: medeplichtigheid aan medeplegen van oplichting,
feit 7 subsidiair: medeplichtigheid aan medeplegen van oplichting,
feit 8 subsidiair: medeplichtigheid aan medeplegen van oplichting,
feit 9 subsidiair: medeplichtigheid aan medeplegen van oplichting.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd van twee jaren. Aan deze proeftijd [naam 20] volgens de officier van justitie de voorwaarden te worden verbonden die de reclassering in haar rapport van
5 augustus 2025 heeft geadviseerd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht aan de verdachte een volledig voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, of een deels voorwaardelijke gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan de duur van het voorarrest. Hiernaast kan eventueel een taakstraf worden opgelegd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ernst van de feiten
De verdachte is samen met anderen gedurende een periode van bijna drie weken betrokken geweest bij acht oplichtingen en een diefstal van geld van meerdere (hoog)bejaarde, kwetsbare, slachtoffers. Telkens ging men op dezelfde slinkse en schaamteloze wijze te werk. Iemand belde de slachtoffers op en haalde hen over om sieraden, geld en in één geval een pinpas in een envelop te doen en deze af te geven aan degene die aan de deur kwam. De persoon aan de deur werd naar de diverse adressen gebracht door een chauffeur. Dit betrof de verdachte. Bij één van de feiten heeft de verdachte zelf geld gepind met de bemachtigde pinpas.
Deze feiten hebben bij de slachtoffers gezorgd voor veel stress, verdriet en slapeloze nachten. Bovendien hebben veel weggenomen sieraden veel emotionele waarde. Deze zogenoemde babbeltrucs zijn een steeds meer voorkomende vorm van criminaliteit die voor de verdachten op relatief gemakkelijke wijze zeer lucratief kan zijn. De verdachte heeft kennelijk enkel en alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin en zich totaal niet bekommerd om de slachtoffers. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsrapport van 5 augustus 2025 waaruit een overwegend positief beeld van de verdachte naar voren komt. In het reclasseringsrapport komt naar voren dat de verdachte zichzelf overschat en vindt dat bijzondere voorwaarden niet nodig zijn. De rechtbank ziet, met de reclassering, die noodzaak wel. De verdachte heeft weliswaar stappen in de goede richting gezet, maar heeft een forse stok achter de deur nodig om het goede pad te blijven bewandelen. De reclassering heeft geadviseerd het volwassenenstrafrecht toe te passen. Op het gebied van handelingsvaardigheden scoort de verdachte op enkele gebieden enigszins. Op het gebied van pedagogische mogelijkheden is er geen score en alles overziend is er nu geen indicatie aanwezig voor toepassing van ASR. De reclassering adviseert aan de verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden. Deze voorwaarden houden in: een meldplicht bij reclassering, ambulante begeleiding, een contactverbod met de medeverdachte [medeverdachte] , dagbesteding en andere voorwaarden het gedrag betreffende.
Straf
De rechtbank sluit zich voor wat betreft de vraag of het volwassenenstrafrecht moet worden toegepast aan bij het advies van de reclassering. De rechtbank ziet een aantal strafverzwarende omstandigheden die zij zal meewegen bij de bepaling van de strafmaat. Zo heeft de verdachte op geen enkel moment verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en niet het achterste van zijn tong laat zien. Hij wil de rechtbank doen geloven dat hem geen enkele blaam treft terwijl het procesdossier een duidelijk beeld laat zien van iemand die er tot over zijn nek in zit. Verder betreft het een veelvoud aan feiten die in een relatief korte tijd zijn gepleegd. Daar komt bij dat het om kwetsbare slachtoffers gaat. Al deze vaststellingen hebben een strafverhogende werking.
Gelet op de ernst en de hoeveelheid feiten die in een korte tijd zijn gepleegd kan niet volstaan worden met een andere of lichtere straf dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. De media maken inmiddels regelmatig meldingen over soortgelijke problematiek: relatief jonge verdachten die door middel van babbeltrucs doorgaans oude, kwetsbare slachtoffers oplichten. De rechtbank ziet dan ook een onmiskenbare opkomst van dit soort delicten. Om de maatschappij te beschermen en om deze zorgwekkende ontwikkeling tegen te gaan, dient ferm te worden opgetreden. En dat kan niet anders dan met een straf waarbij de verdachte achter de tralies zal moeten verdwijnen. Hij zal moeten voelen dat hetgeen hij gedaan heeft niet kan. In de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ziet de rechtbank ook reden om een voorwaardelijk strafdeel op te leggen. De rechtbank ziet aldus dat de verdachte begeleiding nodig heeft, waarbij een grote spreekwoordelijke stok achter de deur nodig is. Daarom zal de rechtbank een gedeelte van de straf voorwaardelijk opleggen.
Alles overwegende legt de rechtbank aan de verdachte op een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Aan het voorwaardelijk gedeelte van de straf verbindt de rechtbank de voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. Dat de straf lager is dan de eis van de officier van justitie heeft te maken met het feit dat de rechtbank tot minder zware bewezenverklaring is gekomen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[naam 1]
De benadeelde partij vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 4.150,-, bestaande uit materiële schade.
[naam 2]
De benadeelde partij vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 7.500,-, bestaande uit
€ 6.000,- materiële schade en € 1.500,- immateriële schade.
[naam 3]
De benadeelde partij vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 1.000,-, bestaande uit
€ 500,- materiële schade en € 500,- immateriële schade.
[naam 21]
De benadeelde partij heeft een schadeformulier ingediend dat niet is ingevuld.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gehele toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om de vorderingen van de benadeelde partijen [naam 16] en [naam 3] niet-ontvankelijk te verklaren vanwege de bepleite vrijspraak. Subsidiair, en tevens ten aanzien van de benadeelde partij [naam 1] , heeft de raadsman verzocht het toe te wijzen bedrag van de materiële schade te matigen en deze drie benadeelde partijen voor wat betreft de immateriële schade niet-ontvankelijk te verklaren.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
[naam 1]
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij door het hiervoor onder 5 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreekse schade is toegebracht. De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van materiële schade ten bedrage van € 4.150,- geheel toewijzen, nu deze voldoende is onderbouwd, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[naam 2]
Materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toewijsbaar is. De schadeposten ‘gouden horloge’, ‘fantasie ring goud met 5 briljanten’ en ‘simpele gouden schakelarmband’ acht de rechtbank toewijsbaar. De rechtbank wijst de vordering dan ook toe tot een bedrag van € 5.125,-. Bij de overige gevorderde schadeposten heeft de benadeelde partij geen bedrag aangegeven en zonder nadere onderbouwing kan de rechtbank ten aanzien van deze schadeposten ook geen bedrag schatten. Om die reden wordt de benadeelde partij dan ook niet-ontvankelijk verklaard voor die schadeposten.
Immateriële schade
De rechtbank verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk ten aanzien van de gevorderde immateriële schade en overweegt daartoe als volgt.
Artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek (BW) brengt, voor zover voor de beoordeling van belang, mee dat de benadeelde recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen immateriële schadevergoeding indien hij ten gevolge van het strafbare feit lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Voor de toewijsbaarheid van een vordering gebaseerd op de aantasting van de persoon op andere wijze is volgens de Hoge Raad het uitgangspunt dat de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen en dat dit letsel moet bestaan uit een aan de hand van objectieve maatstaven vast te stellen psychische beschadiging, daaronder begrepen een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. In voorkomend geval kunnen de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen ook zonder vaststelling van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld.
De rechtbank stelt voorop dat het bewezenverklaarde onder feit 6 een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van benadeelde partij en dat het zeer invoelbaar is dat zij zich onzeker voelt en misbruikt voelt. Dat is echter niet genoeg om vast te stellen dat de nadelige gevolgen zo ernstig zijn geweest dat er sprake is van enige vorm van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’. De vaste jurisprudentie van de Hoge Raad op dit punt is immers streng. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat een wettelijke grondslag voor vergoeding van immateriële schade ontbreekt, zodat zij de benadeelde partij ten aanzien van de gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk zal verklaren.
De rechtbank wijst de vordering gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 5.125,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De rechtbank verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk.
[naam 3]
Materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij door het hiervoor onder 7 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreekse schade is toegebracht. De benadeelde partij heeft in het verzoek tot schadevergoeding geen bedrag per sieraad genoemd en de waarde van de sieraden niet met stukken onderbouwd. Bij gebreke van enige onderbouwing kan de rechtbank ten aanzien van deze schadeposten geen bedrag schatten. Om die reden wordt de benadeelde partij dan ook niet-ontvankelijk verklaard voor deze schadeposten.
Immateriële schade
De rechtbank verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk ten aanzien van de gevorderde immateriële schade en overweegt daartoe als volgt.
Artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek (BW) brengt, voor zover voor de beoordeling van belang, mee dat de benadeelde recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen immateriële schadevergoeding indien hij ten gevolge van het strafbare feit lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Voor de toewijsbaarheid van een vordering gebaseerd op de aantasting van de persoon op andere wijze is volgens de Hoge Raad het uitgangspunt dat de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen en dat dit letsel moet bestaan uit een aan de hand van objectieve maatstaven vast te stellen psychische beschadiging, daaronder begrepen een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. In voorkomend geval kunnen de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen ook zonder vaststelling van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld.
De rechtbank stelt voorop dat het bewezenverklaarde onder feit 7 een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van benadeelde partij en dat het zeer invoelbaar is dat zij zich onzeker voelt en misbruikt voelt. Dat is echter niet genoeg om vast te stellen dat de nadelige gevolgen zo ernstig zijn geweest dat er sprake is van enige vorm van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’. De vaste jurisprudentie van de Hoge Raad op dit punt is immers streng. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat een wettelijke grondslag voor vergoeding van immateriële schade ontbreekt, zodat zij de benadeelde partij ten aanzien van de gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk zal verklaren.
[naam 21]
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu er geen bedrag aan schade is ingevuld.
Hoofdelijkheid
De rechtbank stelt vast dat de verdachte de strafbare feiten samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. Daarom zal de rechtbank de vorderingen hoofdelijk toewijzen. Dit betekent dat de verdachte niet meer aan de benadeelde partij of de Staat hoeft te betalen voor zover het bedrag door de mededaders is betaald, en andersom.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 48, 49, 57, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van de onder 3 tot en met 9 telkens in de primaire variant ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 2 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
de veroordeelde meldt zich binnen 48 uur telefonisch bij Reclassering Nederland, [adres 17] , Den Bosch, tel. 088-8041504 en blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
als er een indicatie voor ontstaat, laat de veroordeelde zich begeleiden door Humanitas DMH of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering en zo lang de reclassering noodzakelijk acht. De begeleiding start als de hulpverlening van Ons Welzijn ontoereikend mocht zijn en na aanmelding middels IFZO. De begeleiding duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de begeleiding;
de veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 2007, wonende te [adres 18] zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
e veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
de veroordeelde houdt zich aan de afspraken met Ons Welzijn en stelt zich in contact met hen begeleidbaar op. Hij spant zich in om tot een plan voor zijn toekomst te komen, waarvan begeleid wonen een onderdeel vormt. De veroordeelde mijdt risicovolle contacten en maakt problemen/risico’s direct bespreekbaar bij de reclassering;
  • geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
[naam 1]
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij, van een bedrag van
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
  • veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot op heden op nihil;
  • legt aan verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 1] van € 4.150,-, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 juli 2024 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 51 dagen kan worden toegepast;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;

[naam 2]

  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij, van een bedrag van
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
  • veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot op heden op nihil;
  • bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • legt aan verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 2] van € 5.125,-, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 22 juli 2024 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 60 dagen kan worden toegepast;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
[naam 3]
  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten en begroot deze aan de zijde van de verdachte tot heden op nihil;

[naam 21]

  • verklaart de benadeelde partij
  • veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten en begroot deze aan de zijde van de verdachte tot heden op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Osmić, voorzitter, mr. M.E.M.W. Nuijts en mr. C.J.M. Brands, rechters, in tegenwoordigheid van J.G.A.M. Spijkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 8 september 2025.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 8 juli 2024 in de gemeente Doetinchem, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van haar bankpas en bijbehorende pincode, door
- voornoemde [naam 4] op te bellen en zich voor te doen als een medewerker van de politie genaamd [naam 5] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 4] te zeggen dat er twee Polen waren opgepakt met een revolver en een notitieblokje, waarin de naam, het adres en de bankgegevens van die [naam 4] zouden staan, en/of
- (vervolgens) aan die [naam 4] te zeggen dat zij haar woning moest controleren op inbraakschade en/of te vragen of zij sieraden en/of geld in huis had, en/of
- (vervolgens) die [naam 4] te vragen om geld over te maken van haar spaarrekening naar haar betaalrekening, en/of
- (vervolgens) die [naam 4] te verzoeken om haar pincode door te geven aan de telefoon, en/of
- (vervolgens) zich naar de woning van die [naam 4] te begeven, aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 4] de deur opende) de code AP660 te noemen, en/of
- de pinpas aan te nemen van die [naam 4] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 8 juli 2024 in de gemeente Doetinchem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van haar bankpas en bijbehorende pincode, door
- voornoemde [naam 4] op te bellen en zich voor te doen als een medewerker van de politie genaamd [naam 5] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 4] te zeggen dat er twee Polen waren opgepakt met een revolver en een notitieblokje, waarin de naam, het adres en de bankgegevens van die [naam 4] zouden staan, en/of
- (vervolgens) aan die [naam 4] te zeggen dat zij haar woning moest controleren op inbraakschade en/of te vragen of zij sieraden en/of geld in huis had, en/of
- (vervolgens) die [naam 4] te vragen om geld over te maken van haar spaarrekening naar haar betaalrekening, en/of
- (vervolgens) die [naam 4] te verzoeken om haar pincode door te geven aan de telefoon, en/of
- (vervolgens) zich naar de woning van die [naam 4] te begeven, aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 4] de deur opende) de code AP660 te noemen, en/of
- de pinpas aan te nemen van die [naam 4] , bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 8 juli 2024 in de gemeente Doetinchem althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door als bestuurder van zijn auto voornoemde persoon en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) naar de plaats delict te vervoeren;
2
hij op of omstreeks 8 juli 2024 in de gemeente Doetinchem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid geld (te weten €600), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel door het onbevoegd gebruik maken van de bankpas van die [naam 4] ;
3
hij, op of omstreeks 13 juli 2024 in de gemeente Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 7] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van eenschuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten afgifte van een envelop met daarin een geldbedrag van in totaal 1.100 euro, in ieder geval een geldbedrag), door
- voornoemde [naam 7] op te bellen en zich voor te doen als een medewerker van de politie genaamd [naam 23] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 7] te zeggen dat er via drones met infraroodcamera’s naar voren is gekomen dat de woning van die [naam 7] inbraakgevoelig was, en/of
- (vervolgens) aan die [naam 7] te vragen of zij sieraden of contant geld in de woning had en dat dit geld veilig gesteld moest worden, en/of
- (vervolgens) die [naam 7] te vragen om het geld in een witte envelop te doen en deze dicht te plakken, en/of
- (vervolgens) tegen die [naam 7] te zeggen dat Brink Waardetransport aan de deur zou komen, dat deze persoon [naam 9] heet en de code KL680 zou noemen, en/of
- (vervolgens) zich naar de woning van die [naam 7] te begeven, aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 7] de deur opende) de code te noemen, en/of
- de envelop met het geld aan te nemen van die [naam 7] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 13 juli 2024 in de gemeente Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten afgifte van een envelop met daarin een geldbedrag van in totaal 1.100 euro, in ieder geval een geldbedrag), door
- voornoemde [naam 7] op te bellen en zich voor te doen als een medewerker van de politie genaamd [naam 23] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 7] te zeggen dat er via drones met infraroodcamera’s naar voren is gekomen dat de woning van die [naam 7] inbraakgevoelig was, en/of
- (vervolgens) aan die [naam 7] te vragen of zij sieraden of contant geld in de woning had en dat dit geld veilig gesteld moest worden, en/of
- (vervolgens) die [naam 7] te vragen om het geld in een witte envelop te doen en deze dicht te plakken, en/of
- (vervolgens) tegen die [naam 7] te zeggen dat Brink Waardetransport aan de deur zou komen, dat deze persoon [naam 9] heet en de code KL680 zou noemen, en/of
- (vervolgens) zich naar de woning van die [naam 7] te begeven, aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 7] de deur opende) de code te noemen, en/of
- de envelop met het geld aan te nemen van die [naam 7] ,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 13 juli 2024 in de gemeente Nijmegen althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door als bestuurder van zijn auto voornoemde persoon en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) naar de plaats delict te vervoeren;
4
hij op of omstreeks 17 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 24] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van enveloppen (met daarin een (of meer) siera(a)d(en) en/of een hoeveelheid geld), door
- voornoemde [naam 24] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 13] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 24] te zeggen dat er een paar Polen waren aangehouden in de buurt en/of dat zij smsjes hadden gevonden in de telefoon van die Polen met het adres van die [naam 24] ,
- (vervolgens) aan die [naam 24] te vragen of zij sieraden in huis had liggen, en/of
- (vervolgens) die [naam 24] te verzoeken sieraden en/of geld die/dat zij in huis had liggen in een envelop te doen zodat [naam 14] van Brinks sieraden de enveloppen zou komen ophalen, en/of
- zich naar de woning van die [naam 24] te begeven en aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 24] de deur opende) de code DP420 te noemen, en/of
- de enveloppen (met inhoud) aan te nemen van die [naam 24] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 17 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 24] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van enveloppen (met daarin een (of meer) siera(a)d(en) en/of een hoeveelheid geld), door
- voornoemde [naam 24] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 13] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 24] te zeggen dat er een paar Polen waren aangehouden in de buurt en/of dat zij smsjes hadden gevonden in de telefoon van die Polen met het adres van die [naam 24] ,
- (vervolgens) aan die [naam 24] te vragen of zij sieraden in huis had liggen, en/of
- (vervolgens) die [naam 24] te verzoeken sieraden en/of geld die/dat zij in huis had liggen in een envelop te doen zodat [naam 14] van Brinks sieraden de enveloppen zou komen ophalen, en/of
- zich naar de woning van die [naam 24] te begeven en aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 24] de deur opende) de cod- de enveloppen (met inhoud) aan te nemen van die [naam 24] ;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 17 juli 2024 in de gemeente Sittard-Geleen althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door als bestuurder van zijn auto voornoemde persoon en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) naar de plaats delict te vervoeren;
5
hij, op of omstreeks 19 juli 2024 in de gemeente Roermond, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een envelop (met daarin een (of meer) siera(a)d(en)), door
- voornoemde [naam 1] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 15] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) die [naam 1] te zeggen dat haar woning was bekeken met drones door een inbrekersbende en dat de naam en het adres van [naam 1] zijn aangetroffen in een verdachte auto waardoor er een verhoogd risico was dat er bij [naam 1] zou worden ingebroken, en/of
- (vervolgens) aan die [naam 1] te vragen of zij geld en/of gouden sieraden in huis had, en/of
- (vervolgens) die [naam 1] te verzoeken de sieraden die zij in huis had liggen in een envelop te doen zodat iemand van Brinks Juwelentransport de enveloppen kon komen ophalen en daarbij een legitimatiecode zou noemen, en/of
- zich naar de woning van die [naam 1] te begeven en aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 1] de deur opende) de legitimatiecode te noemen en/of
- een envelop (met inhoud) aan te nemen van [naam 1] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 19 juli 2024 in de gemeente Roermond, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een envelop (met daarin een (of meer) siera(a)d(en)), door
- voornoemde [naam 1] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 15] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) die [naam 1] te zeggen dat haar woning was bekeken met drones door een inbrekersbende en dat de naam en het adres van [naam 1] zijn aangetroffen in een verdachte auto waardoor er een verhoogd risico was dat er bij [naam 1] zou worden ingebroken, en/of
- (vervolgens) aan die [naam 1] te vragen of zij geld en/of gouden sieraden in huis had, en/of
- (vervolgens) die [naam 1] te verzoeken de sieraden die zij in huis had liggen in een envelop te doen zodat iemand van Brinks Juwelentransport de enveloppen kon komen ophalen en daarbij een legitimatiecode zou noemen, en/of
- zich naar de woning van die [naam 1] te begeven en aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 1] de deur opende) de legitimatiecode te noemen en/of
- een envelop (met inhoud) aan te nemen van [naam 1]
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 19 juli 2024 in de gemeente Roermond althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door als bestuurder van zijn auto voornoemde persoon en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) naar de plaats delict te vervoeren;
6
hij op of omstreeks 22 juli 2024 in de gemeente Roermond, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een envelop (met daarin een hoeveelheid goud), door
- voornoemde [naam 16] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 15] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 16] te zeggen dat er inbrekers waren aangehouden in de buurt en/of dat er was geconstateerd dat zij, die [naam 16] , goud in huis had liggen, en/of
- (vervolgens) aan die [naam 16] te vragen of zij goud in huis had liggen, en/of
- (vervolgens) die [naam 16] te verzoeken het goud dat zij in huis had liggen in een envelop te doen zodat [naam 17] van Brinks Juwelentransport de envelop kon komen ophalen en daarbij de legitimatiecode WL730 zou noemen, en/of
- zich naar de woning van die [naam 16] te begeven en aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 16] de deur opende) de code WL730 te noemen, en/of
- een envelop (met inhoud) aan te nemen van die [naam 16] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 22 juli 2024 in de gemeente Roermond, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een envelop (met daarin een hoeveelheid goud), door
- voornoemde [naam 16] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 15] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 16] te zeggen dat er inbrekers waren aangehouden in de buurt en/of dat er was geconstateerd dat zij, die [naam 16] , goud in huis had liggen, en/of
- (vervolgens) aan die [naam 16] te vragen of zij goud in huis had liggen, en/of
- (vervolgens) die [naam 16] te verzoeken het goud dat zij in huis had liggen in een envelop te doen zodat [naam 17] van Brinks Juwelentransport de envelop kon komen ophalen en daarbij de legitimatiecode WL730 zou noemen, en/of
- zich naar de woning van die [naam 16] te begeven en aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 16] de deur opende) de code WL730 te noemen, en/of
- een envelop (met inhoud) aan te nemen van die [naam 16] ,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 22 juli 2024 in de gemeente Roermond althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door als bestuurder van zijn auto voornoemde persoon en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) naar de plaats delict te vervoeren;
7
hij op of omstreeks 23 juli 2024 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een of meer siera(a)d(en) door
- voornoemde [naam 3] op te bellen en zich voor te doen als iemand van de politie, en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 3] te zeggen dat er in de straat van die [naam 3] was ingebroken en/of dat haar adres ook op een lijst van vermoedelijke volgende inbraken stond, en/of
- (vervolgens) die [naam 3] te verzoeken juwelen en/of geld die/dat zij in huis had liggen zodat [naam 18] de spullen zou komen ophalen, en/of
- zich naar de woning van die [naam 3] te begeven en aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 3] de deur opende) de code DP570 te noemen, en/of
- de sieraden aan te nemen van die [naam 3] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 23 juli 2024 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een of meer siera(a)d(en) door
- voornoemde [naam 3] op te bellen en zich voor te doen als iemand van de politie, en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 3] te zeggen dat er in de straat van die [naam 3] was ingebroken en/of dat haar adres ook op een lijst van vermoedelijke volgende inbraken stond, en/of
- (vervolgens) die [naam 3] te verzoeken juwelen en/of geld die/dat zij in huis had liggen zodat [naam 18] de spullen zou komen ophalen, en/of
- zich naar de woning van die [naam 3] te begeven en aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 3] de deur opende) de code DP570 te noemen, en/of
- de sieraden aan te nemen van die [naam 3]
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 23 juli 2024 in de gemeente Maastricht althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door als bestuurder van zijn auto voornoemde persoon en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) naar de plaats delict te vervoeren;
8
hij, op of omstreeks 25 juli 2024 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 19] heeft bewogen tot afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten afgifte van een plastic zak met daarin waardevolle goederen en/of een geldbedrag), door
- voornoemde [naam 19] op te bellen en zich voor te doen als een medewerker van de politie genaamd [naam 15] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 19] te zeggen dat er een criminele bende in de buurt opereerde, dat er nog drie daders voortvluchtig waren en dat uit de social media bleek dat die [naam 19] er alleen zou wonen, cash zou betalen en gouden sieraden in het bezit zou hebben en/of
- (vervolgens) tegen die [naam 19] te zeggen dat alle waardevolle goederen veilig gesteld konden worden bij Brinks, en/of
- (vervolgens) tegen die [naam 19] te zeggen dat een collega de waardevolle spullen kwam ophalen onder vermelding van de code TL245 en de achternaam [naam 20] , en/of
- (vervolgens) tegen die [naam 19] te zegen dat ze alle waardevolle goederen en cash geld in een plastic zak moest doen, en/of
- (vervolgens) zich naar de woning van die [naam 19] te begeven, aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 19] de deur opende) de code te noemen, en/of
- de envelop met de spullen en/of het geld aan te nemen van die [naam 19] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 25 juli 2024 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 19] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten afgifte van een plastic zak met daarin waardevolle goederen en/of een geldbedrag), door - voornoemde [naam 19] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 15] , en/of
- voornoemde [naam 19] op te bellen en zich voor te doen als een medewerker van de politie genaamd [naam 15] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 19] te zeggen dat er een criminele bende in de buurt opereerde, dat er nog drie daders voortvluchtig waren en dat uit de social media bleek dat die [naam 19] er alleen zou wonen, cash zou betalen en gouden sieraden in het bezit zou hebben en/of
- (vervolgens) tegen die [naam 19] te zeggen dat alle waardevolle goederen veilig gesteld konden worden bij Brinks, en/of
- (vervolgens) tegen die [naam 19] te zeggen dat een collega de waardevolle spullen kwam ophalen onder vermelding van de code TL245 en de achternaam [naam 20] , en/of
- (vervolgens) tegen die [naam 19] te zegen dat ze alle waardevolle goederen en cash geld in een plastic zak moest doen, en/of
- (vervolgens) zich naar de woning van die [naam 19] te begeven, aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 19] de deur opende) de code te noemen, en/of
- de envelop met de spullen en/of het geld aan te nemen van die [naam 19]
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 25 juli 2024 in de gemeente Roermond althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door als bestuurder van zijn auto voornoemde persoon en/of een of meer
onbekend gebleven perso(o)n(en) naar de plaats delict te vervoeren;
9
hij, op of omstreeks 26 juli 2024 in de gemeente Roermond, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 21] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een (of meer) envelop(pen) (met inhoud), door
- voornoemde [naam 19] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 15] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 19] te zeggen dat er inbrekers waren opgepakt in de straat waarin die [naam 19] woonde en zij een briefje bij zich hadden met het adres van [naam 19] erop, en/of
- (vervolgens) aan die [naam 19] te vragen of zij geld en/of gouden sieraden in huis had, en/of
- (vervolgens) die [naam 19] te verzoeken het geld en/of de sieraden dat/die zij in huis had liggen in een envelop te doen zodat [naam 20] van Brinks Juwelentransport de enveloppen kon komen ophalen en daarbij de legitimatiecode TP680 zou noemen, en/of
- zich naar de woning van die [naam 19] te begeven en aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 19] de deur opende) de code TP860 te noemen, en/of
- twee enveloppen (met inhoud) aan te nemen van die [naam 19] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 26 juli 2024 in de gemeente Roermond, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 21] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een (of meer) envelop)pen) (met inhoud) door
- voornoemde [naam 19] op te bellen en zich voor te doen als een rechercheur van de politie genaamd [naam 15] , en/of
- (tijdens dat telefoongesprek) tegen die [naam 19] te zeggen dat er inbrekers waren opgepakt in de straat waarin die [naam 19] woonde en zij een briefje bij zich hadden met het adres van [naam 19] erop, en/of
- (vervolgens) aan die [naam 19] te vragen of zij geld en/of gouden sieraden in huis had, en/of
- (vervolgens) die [naam 19] te verzoeken het geld en/of de sieraden dat/die zij in huis had liggen in een envelop te doen zodat [naam 20] van Brinks Juwelentransport de enveloppen kon komen ophalen en daarbij de legitimatiecode TP680 zou noemen, en/of
- zich naar de woning van die [naam 19] te begeven en aan te bellen, en/of
- (nadat die [naam 19] de deur opende) de code TP860 te noemen, en/of
- twee enveloppen (met inhoud) aan te nemen van die [naam 19]
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 26 juli 2024 in de gemeente Roermond althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door als bestuurder van zijn auto voornoemde persoon en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) naar de plaats delict te vervoeren.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2024120812, gesloten d.d. 3 november 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met 368.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 4] d.d. 8 juli 2024, pagina 44 en 45.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 augustus 2024, pagina 48.
4.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2024, pagina 344.
5.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 7] d.d. 13 juli 2024, pagina 60 en 61.
6.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2024, pagina 344.
7.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 augustus 2024 met fotoblad, pagina 64 tot en met 77.
8.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2024, pagina 90.
9.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 12] d.d. 17 juli 2024, pagina 99 en 100.
10.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2024, pagina 344 en 345.
11.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] d.d. 19 juli 2024, pagina 108 en 109.
12.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2024, pagina 344.
13.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 16] d.d. 22 juli 2024, pagina 117.
14.Het aanvullend proces-verbaal d.d. 27 juli 2024, pagina 120.
15.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2024, pagina 344.
16.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 3] d.d. 23 juli 2024, pagina 130 en 131.
17.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2024, pagina 344.
18.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 19] d.d. 25 juli 2024, pagina 135 en 136.
19.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2024, pagina 344 en 345.
20.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 21] d.d. 26 juli 2024, pagina 26 juli 2024, pagina 150 en 151.
21.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 juli 2024, pagina 154 tot en met 156.
22.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2024, pagina 344 en 345.
23.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2024, pagina 346.