ECLI:NL:RBMAA:2003:AI0281
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.J. Laumen
- J.J.Ph. Bergmans
- A.M. Adelmeijer
- Rechtspraak.nl
Vervroegde onteigening ten behoeve van de Provincie Limburg
In deze zaak vorderde de Provincie Limburg de vervroegde onteigening van twee percelen tuin in de gemeente Maastricht, met als doel de onteigening ten algemenen nutte uit te spreken. De verweerster, mevrouw C., heeft de vordering betwist en verwees naar de wettelijke gronden voor de onteigening, de noodzaak en de rechtmatigheid ervan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Provincie de onteigening heeft onderbouwd, maar dat de verweerster haar bezwaren niet voldoende heeft onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat de argumenten van de verweerster, die pas tijdens het pleidooi naar voren zijn gebracht, niet in aanmerking konden worden genomen, omdat deze niet tijdig in de procedure zijn ingediend. De rechtbank benadrukte dat de beoordeling van de noodzaak tot onteigening niet aan de rechter is, maar aan het bestuur, en dat de rechter zich moet beperken tot de argumenten die in de administratieve procedure zijn aangevoerd. De rechtbank sprak vervolgens de vervroegde onteigening uit en bepaalde het voorschot op de schadeloosstelling op € 6.094,--. Tevens benoemde de rechtbank deskundigen om de schadeloosstelling te begroten en bepaalde de publicatie van de aankondiging van de onteigening in lokale nieuwsbladen.