ECLI:NL:RBMAA:2005:AT8518
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van inkomsten uit arbeid
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van een bijstandsuitkering die eiseres en haar toenmalige partner ontvingen op basis van de Algemene bijstandswet (Abw). De gemeente Heerlen heeft op 7 mei 2004 besloten om de bijstandsuitkering over de periode van 1 mei 2000 tot en met 30 juni 2000 te herzien, omdat er inkomsten uit arbeid waren vastgesteld via een bestandsvergelijking met het inlichtingenbureau. De gemeente vorderde een bedrag van € 373,03 terug, omdat de bijstand ten onrechte was verstrekt. Eiseres en haar partner, die in die periode gehuwd waren, werden hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de terugbetaling.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de gemeente verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank, waarbij zij aanvoerde dat de jaaropgave van haar werkgever onjuist was en dat de terugvordering te laat was. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 19 mei 2005, waar eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. R.H.L. van de Laar. De gemeente werd vertegenwoordigd door de heer W.A.A. Buttolo.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente ten onrechte de Abw als basis voor de terugvordering had gebruikt, aangezien de relevante bepalingen per 1 januari 2004 waren vervallen en de Wet werk en bijstand (WWB) van toepassing was. De rechtbank vernietigde het besluit van de gemeente en droeg hen op om een nieuw besluit te nemen, waarbij ook de kosten van rechtsbijstand aan eiseres werden vergoed. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om de juiste wettelijke grondslagen te hanteren bij terugvorderingen van bijstandsuitkeringen.