ECLI:NL:RBMAA:2006:AV1542
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens hennepplantage in huurwoning
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 8 februari 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonmaatschappij Zo Wonen en een huurder, aangeduid als [Naam gedaagde]. De eisende partij, Zo Wonen, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van [Naam gedaagde] vanwege de ontdekking van een hennepplantage met 119 planten op de zolderverdieping van de huurwoning. De huurder betwistte de omvang van de plantage en voerde aan dat zij zich niet bewust was van de gevolgen van haar handelen, en dat de ontbinding van de overeenkomst niet gerechtvaardigd was gezien haar persoonlijke omstandigheden en die van haar kinderen.
De rechtbank oordeelde dat de aanwezigheid van de hennepplantage, ongeacht de persoonlijke omstandigheden van de huurder, een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst opleverde. De rechtbank stelde vast dat de huurder niet voldoende veiligheidsmaatregelen had getroffen en dat de risico's van brand en andere gevaren door de hennepteelt aanzienlijk waren. Bovendien werd opgemerkt dat de huurder niet had aangetoond dat zij in vergelijkbare situaties door Zo Wonen milder was behandeld.
De rechtbank ontbond de huurovereenkomst en veroordeelde [Naam gedaagde] om binnen twintig dagen de woning te ontruimen. Tevens werd [Naam gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door kantonrechter H.W.M.A. Staal en is uitvoerbaar bij voorraad. De rechtbank benadrukte dat de huurder zelf verantwoordelijk was voor haar situatie en dat de belangen van Zo Wonen bij ontbinding en ontruiming zwaarder wogen dan de persoonlijke omstandigheden van de huurder.