ECLI:NL:RBMAA:2007:AZ8200
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid Nederlandse rechter in geschil over verkoop van roerende zaken
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 24 januari 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap, aangeduid als [Eisende partij], en een gedaagde partij, aangeduid als [Gedaagde partij]. De eisende partij had een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die betrekking had op de nakoming van een overeenkomst tot de levering van 145 prunusbomen. De eisende partij vorderde betaling van een bedrag van € 4.025,66 inclusief BTW. De gedaagde partij heeft zich echter beroepen op de onbevoegdheid van de Nederlandse rechter, stellende dat de overeenkomst onder de werking van de EG-verordening 44/2001 valt, die de rechterlijke bevoegdheid regelt in burgerlijke en handelszaken.
De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de plaats van uitvoering van de overeenkomst in België ligt, waar de bomen geleverd moesten worden. Dit betekent dat de Nederlandse rechter onbevoegd is om kennis te nemen van de zaak. De rechter heeft verder opgemerkt dat de eisende partij, ondanks haar claim dat zij tegen fiscale fraude is, zelf heeft meegewerkt aan een constructie die mogelijk onwettig is. De rechter heeft geconcludeerd dat de gedaagde partij niet kan worden gedwongen om een geschil te beslechten dat voortvloeit uit een overeenkomst met een evident onwettig oogmerk.
De kantonrechter heeft zich daarom onbevoegd verklaard en de eisende partij veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij, die zijn begroot op € 200,=. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier tijdens een openbare civiele terechtzitting.