ECLI:NL:RBMAA:2007:AZ8689

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
22 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
116205 - KG ZA 06-500
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.J.Ph. Bergmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsprocedure en voeging in kort geding tussen HAGO NEDERLAND BV en ONDERWIJSSTICHTING MOVARE

In deze zaak heeft HAGO NEDERLAND BV (hierna: Hago) gedaagden sub 1 en 2, de ONDERWIJSSTICHTING MOVARE en STICHTING SAMENWERKINGSBESTUUR PRIMAIR ONDERWIJS PARKSTAD (hierna gezamenlijk: Movare/SPOP), gedagvaard in kort geding. Hago heeft zich verzet tegen de aanbestedingsprocedure die door Movare/SPOP is geïnitieerd voor schoonmaakwerkzaamheden op 69 basisscholen in Zuid-Limburg. Hago stelt dat de aanbestedingsprocedure niet conform de regels van het aanbestedingsrecht is verlopen, onder andere omdat Movare/SPOP tussentijds het gunningscriterium heeft gewijzigd en onduidelijke voorwaarden heeft gehanteerd. Hago heeft vorderingen ingesteld om de aanbestedingsprocedure per direct af te breken en Movare/SPOP te verbieden om een overeenkomst te verlenen aan een derde zonder (her)aanbesteding.

Daarnaast heeft de besloten vennootschap ASITO BV (hierna: Asito) op 4 januari 2007 een vordering tot voeging aan de zijde van Movare/SPOP ingediend, en de naamloze vennootschap LICOM N.V. (hierna: Licom) heeft op 5 januari 2007 een vordering tot voeging aan de zijde van Hago ingediend. De voorzieningenrechter heeft op de dienende dag, 22 januari 2007, de vorderingen tot voeging behandeld en partijen hebben hun standpunten toegelicht. De voorzieningenrechter heeft vervolgens mondeling uitspraak gedaan, welke later schriftelijk is vastgelegd.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Asito tot voeging aan de zijde van Movare/SPOP toewijsbaar is, omdat Asito belang heeft bij de uitkomst van het kort geding. De vordering van Licom tot voeging aan de zijde van Hago is afgewezen, omdat Licom haar bezwaren tegen de aanbestedingsprocedure niet tijdig heeft ingediend, waardoor zij haar rechten heeft verspeeld. De voorzieningenrechter heeft Licom in de kosten van het incident veroordeeld. De verdere beslissing is aangehouden tot de beslissing in de hoofdzaak.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak : 22 januari 2007
Zaaknummer : 116205 / KG ZA 06-500
De voorzieningenrechter, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende kort gedingvonnis gewezen
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HAGO NEDERLAND BV,
gevestigd en kantoorhoudende te Heerlen,
eiseres sub 1,
advocaat mr. K. Dadi,
procureur mr. E.J.J.M. Kneepkens;
2. de naamloze vennootschap LICOM N.V.,
gevestigd te Heerlen,
verzoekster tot voeging aan de zijde van eiseres,
advocaat mr. H.S.A. Wijnands,
procureur mr. E.J.J.M. Kneepkens;
tegen:
1. de stichting ONDERWIJSSTICHTING MOVARE,
gevestigd en kantoorhoudende te Kerkrade,
gedaagde sub 1,
advocaat mr. A.A. Boot
procureur mr. G.J.J.A. van Zeijl;
2. de stichting STICHTING SAMENWERKINGSBESTUUR PRIMAIR ONDERWIJS PARKSTAD,
gevestigd en kantoorhoudende te Heerlen,
gedaagde sub 2,
procureur mr. G.J.J.A. van Zeijl;
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ASITO BV,
gevestigd te Almelo,
verzoekster tot voeging aan de zijde van gedaagden,
advocaat mr. A. ter Mors te Enschede,
procureur mr. Ch.M.E.M. Paulussen.
1. Het verloop van de procedure
Eiseres sub 1, hierna verder te noemen: Hago, heeft gedaagden sub 1 en 2, hierna verder te noemen Movare/SPOP, gedagvaard in kort geding. Voorts heeft Asito op 4 januari 2007 een vordering tot voeging aan de zijde van Movare/SPOP ingediend en heeft Licom op 5 januari 2007 een vordering tot voeging aan de zijde van Hago ingediend.
Op de dienende dag, 22 januari 2007, hebben Asito en Licom hun vorderingen tot voeging nader toegelicht.
Partijen hebben vervolgens op elkaars standpunten ten aanzien van de verzoeken tot voeging kunnen reageren. De voorzieningenrechter heeft heden mondeling uitspraak gedaan, welke uitspraak later in dit vonnis op schrift is gesteld en op 5 februari 2007 aan partijen ter hand is gesteld.
2. Het geschil
2.1 Movare/SPOP heeft een niet-openbare aanbesteding geïnitieerd betreffende schoonmaakwerkzaamheden op haar 69 basisscholen in de regio Zuid-Limburg. Een dergelijke aanbestedingsprocedure is geregeld in de algemene Europese Richtlijn 2004/18/EG, geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving door middel van het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten (BOA). De aanbesteding is op 30 augustus 2006 aangekondigd. Op verzoek van Hago en Licom is de combinatie Hago/Licom door Movare/SPOP in de preselectiefase uitgenodigd zich in te schrijven. Hago heeft op 15 november 2006 gezamenlijk met Licom als combinatie met de naam “Combinatie Licom Schoonmaak & Hago Schoolworkx” (verder te noemen “de Combinatie”) ingeschreven op deze aanbesteding. Uiteindelijk is de opdracht gegund aan Asito en is dit per brief d.d. 4 december 2006 aan Hago/Licom medegedeeld.
2.2 Hago kan zich met die beslissing niet verenigen en voert daartoe aan dat gelet op de inhoud van de Preselectieleidraad, de Selectieleidraad en de Nota van Inlichtingen, de aanbestedingsprocedure niet conform de regels van het aanbestedingsrecht is gegaan. Zij stelt – kort samengevat – dat Movare/SPOP onder meer
1) tussentijds het gunningscriterium gewijzigd heeft van “economisch meest voordelige aanbieding” naar “laagste prijs”;
2) de voorwaarden ten aanzien van combinaties niet op eenduidige wijze gehanteerd heeft;
3) het voorwerp van de overheidsopdracht waarop moet worden ingeschreven niet eenduidig bepaald heeft; en
4) oneigenlijke en ongeschikte selectie- en geschiktheidscriteria gehanteerd heeft.
2.3 Hago heeft op grond van het vorenstaande gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad,
1) Movare/SPOP te gebieden de lopende aanbestedingsprocedure per direct af te breken;
2) Movare/SPOP te verbieden om alsnog een overheidsopdracht te verlenen aan een derde welke
overeenkomst met het voorwerp van de afgebroken aanbestedingsprocedure zonder voorafgaande
(her)aanbesteding, die zal worden uitgevoerd met inachtneming van het aanbestedingsrecht;
3) een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,00 voor iedere gehele of
gedeeltelijke niet nakoming van de onder (1) en (2) gegeven bevelen en voor iedere dag dat de overtreding
voorduurt;
4) Movare/SPOP te veroordelen in de kosten van dit geding.
Dan wel voorzover de overheidsopdracht reeds is gegund:
1) Movare/SPOP te verbieden uitvoering te geven aan de overeenkomst en te bevelen de overeenkomst op te
zeggen, en indien en voorzover Movare/SPOP de overheidsopdracht opnieuw wensen aan te besteden
Movare/SPOP te gebieden een nieuwe aanbestedingsprocedure te organiseren die zal worden uitgevoerd
met inachtneming van het aanbestedingsrecht;
2) een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250.000,00 voor iedere gehele of
gedeeltelijke niet nakoming van de onder (1) gegeven bevelen en voor iedere dag dat de overtreding
voortduurt;
3) Movare/SPOP te veroordelen in de kosten van dit geding.
2.4 De vordering wordt zowel door Movare/SPOP als door Asito weersproken, waartoe wordt verwezen naar de betreffende pleitnota’s. Voorzover noodzakelijk wordt hierop hierna nader ingegaan.
3. De beoordeling
De voeging van Asito aan de zijde van Movare/SPOP
3.1 Asito heeft gesteld dat nu zij de aanbesteding heeft gewonnen, zij belang heeft bij de uitkomst van het onderhavige kort geding. Hago tracht immers door het instellen van deze vordering, het gunnen van de opdracht aan Asito te frustreren. Asito wenst zich aan te sluiten bij de conclusies zoals die zijn genomen door Movare/SPOP.
3.2 Nu Movare/SPOP en Hago geen bezwaren naar voren hebben gebracht tegen de voeging van Asito aan de zijde van Movare/SPOP en de vordering hem niet onrechtmatig of ongegrond toekomt, zal de voorzieningenrechter het verzoek toewijzen.
De voeging van Licom aan de zijde van Hago
3.3 Licom heeft gesteld dat nu zij onderdeel is van de combinatie zoals deze heeft ingeschreven in de aanbestedingsprocedure, zij belang heeft zich te voegen aan de zijde van Hago. Licom wenst zich aan te sluiten bij de vordering zoals die door Hago is ingesteld.
3.4 Movare/SPOP en Asito hebben verweer gevoerd tegen het verzoek tot voeging inhoudende – samengevat en voor zover van belang – dat op basis van artikel 55 lid 2 BOA en de bepalingen in de paragrafen 2.6 van de Preselectieleidraad en de Selectieleidraad van Movare/SPOP de termijn waarbinnen een procedure aanhangig moet worden gemaakt 15 dagen betreft, de zogenoemde Alcatel-termijn. De brief inhoudende de afwijzing van Hago/Licom is verzonden op 4 december 2006. De termijn om het geschil voor te leggen aan de rechter is derhalve op 19 december 2006 verlopen.
3.5 De voorzieningenrechter overweegt dat gelet op de Alcatel-termijn van 15 dagen en het feit dat deze termijn nader gespecificeerd is in de Preselectieleidraad en de Selectieleidraad van Movare/SPOP onder paragraaf 2.6, Licom haar bezwaren tegen de procedure binnen deze termijn van 15 dagen had moeten aanbrengen voor de rechter. Nu zij dat heeft nagelaten – zij heeft eerst op 5 januari 2007 een vordering daartoe ingediend –, heeft zij haar rechten dienaangaande verspeeld. Het beroep van Licom op de redelijkheid en billijkheid wordt als onvoldoende gemotiveerd verworpen.
3.6 Gelet op het bovenstaande zal de voorzieningenrechter het verzoek van Licom tot voeging aan de zijde van Hago afwijzen en haar veroordelen in de kosten van het incident aan de zijde van Movare/SPOP en Asito gerezen.
3.7 Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden tot de beslissing in de hoofdzaak.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
wijst de gevorderde voeging van Asito aan de zijde van Movare/SPOP toe;
wijst de gevorderde voeging van Licom aan de zijde van Hago af;
veroordeelt Licom in de kosten van het incident aan de zijde van Movare/SPOP en Asito gerezen en tot op heden bij elke partij begroot op € 270,00 voor salaris procureur;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.Ph. Bergmans, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
WR