RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummers: 03/703647-05; 03/700531-06
Datum uitspraak: 13 maart 2007
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 augustus 2006, 12 oktober 2006, 6 december 2006, 6 februari 2007, 7 februari 2007, 13 februari 2007, 15 februari 2007 en op 27 februari 2007 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
[Naam verdachte],
geboren te [Geboorteplaats verdachte] op [Geboortedatum verdachte],
wonende te [Woonadres verdachte] ,
thans gedetineerd in de PI “De Geerhorst” te Sittard.
De bij afzonderlijke dagvaardingen onder bovenvermelde parketnummers aangebrachte zaken zijn ter terechtzitting gevoegd.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 1 na wijziging van de tenlastelegging ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 18 april 2006 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van natuurlijke personen (waartoe, inclusief hij, verdachte, behoorden: [Naam medeverdachte 1] en/of [Naam verdachte] en/of [Naam medeverdachte 2] en/of [Naam medeverdachte 3] en/of [Naam medeverdachte 4] en/of [Naam medeverdachte 5] en/of anderen of een ander), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk:
- diefstal, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen gepleegd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik brengt door middel van braak, verbreking, inklimming en/of (een) valse sleutel(s) en/of
- gewoonteheling en/of
- opzetheling.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 1 januari 2005 tot 1 november 2005 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van natuurlijke personen (waartoe hij, verdachte, en [Naam medeverdachte 1] behoorden), en
hij in de periode van 1 november 2005 tot en met 18 april 2006 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, te aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van natuurlijke personen (waartoe, inclusief hij, verdachte, behoorden: [Naam medeverdachte 1] en [Naam medeverdachte 2] en [Naam medeverdachte 3] en [Naam medeverdachte 4]), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk:
- diefstal, tezamen en in vereniging met anderen of een ander gepleegd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik brengt door middel van braak, verbreking, inklimming en/of (een) valse sleutel(s) en
- gewoonteheling en
- opzetheling.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
Uit de bewezenverklaringen blijkt dat de verdachte betrokken is geweest bij een aantal diefstallen van -kort gezegd- vrachtauto’s met lading, waarbij veelal de toegang tot de terreinen waar die vrachtauto’s met lading zich bevonden werd opengebroken. Deze diefstallen werden, in wisselende samenstellingen, tezamen en in vereniging gepleegd met [Naam medeverdachte 1] en [Naam medeverdachte 2]. Voorts is in meerdere gevallen bewezen verklaard dat [Naam medeverdachte 4] medeplichtig is aan de door de verdachte en zijn mededader(s) gepleegde ladingdiefstallen en dat zij zich verder schuldig heeft gemaakt aan gewoonteheling en opzetheling. Ten aanzien van [Naam medeverdachte 3] is bewezen verklaard dat hij in meerdere gevallen goederen die afkomstig waren van die ladingdiefstallen heeft geheeld. Verdachte’s betrokkenheid bij de onderhavige ladingdiefstallen neemt blijkens het bewezenverklaarde oudste feit een aanvang in maart 2005.
Naar het oordeel van de rechtbank is hierbij sprake van een gestructureerd samenwerkingsverband van bovengenoemde personen, gelet op hun wijze van opereren zoals die uit de bewezenverklaringen blijkt en hun te onderscheiden rol in het geheel. Ook is sprake van een zekere bestendigheid van dit samenwerkingsverband gezien de periode waarin de ladingdiefstallen respectievelijk de opzet- en gewoonteheling zich hebben afgespeeld.
Deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700647-05 onder 2 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 1 tot en met 2 april 2006 (in de gemeen)te Strassen, althans (in de gemeen)te Bettembourg, in elk geval in het Groothertogdom Luxemburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (Scania, [XX-XX-XX]) en/of een oplegger (Van Hool, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten een (grote) partij HP computerapparatuur en/of HP apparatuur, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Sotalux S.A. en/of aan Ziegler en/of aan Hewlett Packard, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 1 tot en met 2 april 2006 in de gemeente Bettembourg tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (Scania, [XX-XX-XX]) en een oplegger (Van Hool, [XX-XX-XX]) en lading, te weten een partij HP computerapparatuur toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
De rechtbank heeft gelet op de volgende omstandigheden:
- in de nacht van 1 op 2 april 2006 wordt te Bettembourg, Luxemburg, op het industrieterrein Scheleck 1 een vrachtauto met lading gestolen;
- aan de VW Passat met kenteken [XX-XX-XX], in gebruik bij de verdachte, is een peilbaken bevestigd;
- tussen 19:39 uur en 2 april 2006 te 00:13 uur bevindt de auto zich in de omgeving van Bettembourg, onder andere op het industrieterrein Scheleck;
- op 2 april 2006 om 02:55 uur bevindt de auto zich bij het tankstation Patiel, gelegen aan de A2, direct na de grens met België. Bij het uitkijken van de beelden van de bewakingscamera van het tankstation wordt de medeverdachte [Naam medeverdachte 2] herkend;
- om 03:03 uur passeert de gestolen trekker/oplegger-combinatie de Belgisch Nederlandse grens richting Maastricht;
- om 04:10 wordt de trekker/oplegger-combinatie geparkeerd op de Rafaelweg te Susteren. De auto van de verdachte is dan ook op deze locatie;
- om 04:45 is de auto in de Emmalaan te Valkenburg, het adres van de medeverdachte [Naam medeverdachte 1];
- om 07:46 uur is de auto op de A2, rijdend richting Sittard, bij het tankstation Swentibold. Bij het uitkijken van de beelden van de bewakingscamera van dit tankstation wordt de verdachte herkend;
- om 07:56 is de auto wederom op de Rafaelweg.
Nu de auto van de verdachte ’s nachts naar een plek vlakbij de locatie van het delict is gereden en de verdachte de volgende dag wordt herkend als hij naar de plaats rijdt waar de trekker/oplegger-combinatie is achtergelaten, komt de rechtbank tot de conclusie dat de verdachte een van de personen is die de diefstal heeft gepleegd.
Daarbij betrekt de rechtbank ook nog de omstandigheden dat verdachte zwijgt en geen verklaring geeft voor de hiervoor opgesomde omstandigheden die tot een andere conclusie aanleiding zou kunnen geven, terwijl uit dit vonnis bovendien blijkt dat de verdachte zich regelmatig aan ladingdiefstallen heeft schuldig gemaakt samen met de andere verdachten die ook in dit dossier betrokken zijn.
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 3 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 14 tot en met 16 april 2006 (in de gemeen)te Strassen, in elk geval in het Groothertogdom Luxemburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen twee trekkers (DAF, [XX-XX-XX] en DAF, [XX-XX-XX]) en/of twee opleggers (Van Eck, [XX-XX-XX] en Van Eck, [XX-XX-XX]) en/of lading(en), te weten (twee/een) (grote) partij(en) Compaq HP laptops in dozen en/of een vrachtauto (MAN, [XX-XX-XX]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Wallenborn Transport S.A. en/of aan Webtrans S.A. en/of aan Compaq en/of Hewlett Packard, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of (een) valse sleutel(s).
De vrijspraak
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 3 ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overweging aangaande de vrijspraak
De rechtbank heeft met betrekking tot deze zaak geen aanwijzingen in het dossier kunnen vinden waaruit volgt dat de verdachte iets met deze zaak te maken heeft. De omstandigheid dat een andere persoon, met wie de verdachte in andere zaken ladingdiefstallen heeft gepleegd, wel bij dit feit betrokken is, is zonder een aanwijzing voor de betrokkenheid van de verdachte zelf, onvoldoende om tot bewijs van dit feit te kunnen komen.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 4 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 24 tot en met 25 maart 2006 te Ittervoort, althans in de gemeente Hunsel, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een vrachtauto (Volvo, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten 15 pallets en/of 84, althans een aantal LCD-televisieschermen of LCD-TV's (Philips), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Bakker H. Transport B.V. en/of aan Philips C.E. B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 1 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 25 maart 2006 te Selfkant, althans (in de gemeen)te Isenbruch, in elk geval in de Bondsrepubliek Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een vrachtauto (Volvo, [XX-XX-XX]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Bakker H. Transport B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, mededader(s) deze opzettelijk in brand te steken, althans door tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, mededader(s) in deze vrachtauto opzettelijk brand te stichten.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 24 tot en met 25 maart 2006 te Ittervoort tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een vrachtauto (Volvo, [XX-XX-XX]) en lading, te weten 15 pallets LCD-televisieschermen of LCD-TV's (Philips) toebehorende aan Bakker H. Transport B.V. en/of aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 25 maart 2006 te Selfkant tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk en wederrechtelijk een vrachtauto (Volvo, [XX-XX-XX]) toebehorende aan Bakker H. Transport B.V. heeft vernield door tezamen en in vereniging met zijn mededader deze opzettelijk in brand te steken.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 4 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 1 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
De rechtbank heeft gelet op de volgende omstandigheden:
- in de nacht van 24 op 25 maart 2006 worden een vrachtwagen en lading gestolen van het bedrijfsterrein van Bakker Transport te Ittervoort. Middels een bewakingscamera wordt vastgelegd dat twee personen doende zijn bij een vrachtauto;
- de camera legt vast hoe de gestolen vrachtwagen op 25 maart 2006 om 03:50 uur het bedrijfsterrein van Bakker verlaat. Op de zijkant van de vrachtwagen is de tekst “ELDRA” zichtbaar;
- door middel van een observatiecamera, die gericht is op het bedrijf van de medeverdachte [Naam medeverdachte 3], wordt waargenomen dat op 25 maart 2006 om 09:10 uur een vrachtwagen met het opschrift “ELDRA ELECTRO DRAAD BV” het bedrijfsterrein van die [Naam medeverdachte 3] oprijdt. Deze vrachtauto rijdt de daar aanwezige loods in;
- om 09:43 uur rijdt de vrachtauto het terrein van [Naam medeverdachte 3] weer af. Om 10:43 uur wordt de vrachtauto leeg en brandend aangetroffen te Selfkant, Duitsland;
- aan de auto van de verdachte, een Volkswagen Passat met kenteken [XX-XX-XX], is een peilbaken bevestigd. Dit baken geeft aan dat de auto van de verdachte om 10:22 uur in de onmiddellijke nabijheid is van de locatie waar om 10:43 de brandende vrachtauto wordt aangetroffen;
- om 18:49 rijdt een vrachtwagen van het verhuurbedrijf PALM het terrein van [Naam medeverdachte 3] op. Uit onderzoek is gebleken dat de verdachte op 25 maart 2006 om 18:00 uur een vrachtwagen heeft gehuurd bij het bedrijf PALM;
- om 19:13 uur wordt de verdachte op het terrein van medeverdachte [Naam medeverdachte 3] herkend;
- op 26 maart 2006 om 12:24 uur wordt verdachte wederom waargenomen op het terrein van [Naam medeverdachte 3]. Om 14:04 verlaat de vrachtwagen met het opschrift PALM het terrein van [Naam medeverdachte 3].
Uit voornoemde bewijsmiddelen volgt dat de verdachte zeer kort na de diefstal in de onmiddellijke nabijheid van de gestolen waar was, dat hij op de plaats was waar de gestolen vrachtauto is “weggezet” en dat hij betrokken was bij de afvoer van de lading. Die omstandigheden, in samenhang bezien, brengen de rechtbank tot de overtuiging dat de verdachte een van de plegers van de diefstal is.
Daarbij betrekt de rechtbank ook nog de omstandigheden dat de verdachte zwijgt en geen verklaring geeft voor de hiervoor opgesomde omstandigheden die tot een andere conclusie aanleiding zou kunnen geven, terwijl uit dit vonnis bovendien blijkt dat de verdachte zich regelmatig aan ladingdiefstallen heeft schuldig gemaakt maar niet aan andere vormen van criminaliteit waarbij men gestolen goederen kan verwerven, zoals heling van ladingen.
Met betrekking tot het in brand steken van de gestolen vrachtwagen overweegt de rechtbank nog dat deze vrachtwagen maar een half uur in de loods van [Naam medeverdachte 3] heeft gestaan, om 09:43 daaruit is vertrokken en om 10:43 uur brandend is aangetroffen. De auto van de verdachte was rond die tijd in de buurt van de plek waar de vrachtauto is achtergelaten. Dit zeer korte tijdsverloop en de aanwezigheid van de auto van de verdachte toen op die plek brengen de rechtbank tot de conclusie dat de dieven eveneens de vrachtwagen hebben vernield en de verdachte daarbij een rol heeft gespeeld.
Feit 4 (03/703647-05)
Diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Feit 1 (03/700531-06)
Medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort, vernielen.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 5 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks in de periode van 25 tot en met 26 februari 2006 te Waardenburg, althans in de gemeente Neerijnen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een vrachtauto (Scania, [XX-XX-XX]) en/of in/uit een oplegger (OD-70-LF) lading, te weten 1000, althans een aantal computeronderdelen (harde schijven, merk Maxton) en/of 10 pallets en/of badkameraccessoires en/of sanitair artikelen van diverse merken en/of een palletwagen (Jungheinrich, met aanduiding [XX-XX-XX]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Plieger en/of aan Bouwgros en/of aan Dutch Team Computer Components B.V. en/of aan G. van Doesburgh Int. Transport B.V. (en/of aan G. van Doesburg Holding B.V.), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 5 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 25 tot en met 26 februari 2006 te Waardenburg tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een vrachtauto (Scania, [XX-XX-XX]) en in/uit een oplegger (OD-70-LF) lading, te weten 1000 computeronderdelen (harde schijven, merk Maxton) en 10 pallets badkameraccessoires en/of sanitair artikelen van diverse merken en een palletwagen (Jungheinrich, met aanduiding [XX-XX-XX]), toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
De rechtbank heeft gelet op de volgende omstandigheden:
- in de nacht van 25 op 26 februari 2006 worden een vrachtwagen en lading gestolen van het bedrijfsterrein van G. van Doesburg Transport te Waardenburg;
- op de auto van de verdachte is een peilbaken bevestigd. De auto vertrekt op 25 februari vanaf de woning van de verdachte en komt om 22:47 in de nabijheid van het bedrijfsterrein van Van Doesburg aan. Op 26 februari om 03:57 uur vertrekt de auto weer;
- om 08:52 wordt waargenomen dat de auto van de verdachte arriveert bij het bedrijfsterrein van de medeverdachte [Naam medeverdachte 3] aan De Steeg in Schimmert;
- om 08:55 uur arriveert een vrachtwagen met opschrift G. van Doesburg Internationaal Transport Holland bij het bedrijfsterrein. Deze auto rijdt het terrein van [Naam medeverdachte 3] op en parkeert met de achterkant tegen de loods;
- om 08:58 wordt een man waargenomen op het bedrijfsterrein, vermoedelijk de verdachte;
- om 10:18 wordt de verdachte op het bedrijfsterrein herkend. Hij verlaat het terrein met zijn auto;
- om 10:20 uur verlaat de vrachtauto met opschrift G. van Doesburg Internationaal Transport het terrein van [Naam medeverdachte 3].
- volgens het baken onder de auto van verdachte is de auto op 26 februari 2006 om 10:05 (de rechtbank begrijpt 11:05 wintertijd) in Nederweert, vlakbij de plaats waar de vrachtauto op 27 februari 2006 is teruggevonden.
Uit voornoemde bewijsmiddelen volgt dat de verdachte op de plaats van het delict is ten tijde van de diefstal, op de plaats waar de buit wordt gestald en op de plaats waar de gestolen vrachtauto wordt achtergelaten. Die omstandigheden, in samenhang bezien, brengen de rechtbank tot de overtuiging dat de verdachte een van de plegers van de diefstal is.
Daarbij betrekt de rechtbank ook nog de omstandigheden dat de verdachte zwijgt en geen verklaring geeft voor de hiervoor opgesomde omstandigheden die tot een andere conclusie aanleiding zou kunnen geven, terwijl uit dit vonnis bovendien blijkt dat de verdachte zich regelmatig aan ladingdiefstallen heeft schuldig gemaakt maar niet aan, bijvoorbeeld, heling van ladingen.
Diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
De vorderingen van de benadeelde partijen
Ter terechtzitting zijn de formulieren, als bedoeld in artikel 51b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, behandeld, waarbij G. van Doesburg Internationaal Transport B.V., Dutch Team Computer Components B.V. en Plieger B.V. zich ter zake van hun vorderingen tot schadevergoeding als benadeelde partij in het strafproces hebben gevoegd.
Door de vervoerder, G. van Doesburg Internationaal Transport, wordt een bedrag gevorderd van € 70.156,-, zijnde het onverzekerde deel van de lading. Volgens de vervoerder bedraagt de waarde van de lading in totaal ongeveer € 105.000,-. Zij is door de eigenaren van de lading aansprakelijk gesteld maar de verzekeraar van Van Doesburg heeft slechts de aansprakelijkheid ex artikel 23 CMR uitgekeerd.
De rechtbank vraagt zich ambtshalve af of de aansprakelijkheid van de vervoerder jegens de opdrachtgevers wel verder gaat dan dit verzekerde deel. Zo neen, dan zou reeds daarom de vordering, in ieder geval in deze omvang, niet terecht zijn.
Door Plieger BV wordt vergoeding gevraagd van de waarde van de gestolen lading, volgens opgave € 32.447,54. Uit de opgave van Van Doesburg blijkt dat de verzekering een deel van de schade heeft vergoed. Niet blijkt dat dat in de opgave van Plieger B.V. is verwerkt. Verder, nu de vervoerder stelt aansprakelijk gesteld te zijn door Plieger voor de geleden schade is het onduidelijk of Plieger via die weg haar schade wellicht vergoed heeft gekregen.
Dutch Team Computer Components stelt door haar verzekering schadeloos gesteld te zijn. Maar uit de vordering blijkt dat zij haar verzekeringsmaatschappij heeft gemachtigd voor haar op te treden en geeft zij aan zelf de benadeelde te zijn. Naar het oordeel van de rechtbank spoort dat niet met de stelling dat zij geen schade meer heeft.
Verder blijft het ook hier onduidelijk of, en zo ja hoeveel, de verzekeringsmaatschappij van Van Doesburg en Van Doesburg zelf hebben betaald naar aanleiding van de aansprakelijkheidsstelling.
Reeds op grond van deze overwegingen kan de rechtbank niet anders dan constateren dat de vorderingen zodanig ingewikkeld zijn van aard dat zij zich niet lenen voor behandeling in dit strafgeding. De benadeelde partijen zullen hun vorderingen moeten indienen bij de burgerlijke rechter.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 6 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 20 tot en met 21 januari 2006 in de gemeente Beverwijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (vanaf bedrijfsterreinen) heeft weggenomen een trekker (DAF, [XX-XX-XX]) en/of een oplegger (Van Eck, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten een partij (reparatie)onderdelen voor vaatwassers, magnetrons, stofzuigers en wasmachines (LG Electronics Inc.), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [M.U.] en/of aan Schavemaker Transport B.V. en/of aan LG Electronics Inc., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats(en) van het/de misdrijf/misdrijven heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-05 onder 4 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 21 januari 2006 (in de gemeen)te Maasmechelen, in elk geval in België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een trekker (DAF, [XX-XX-XX]) en/of een oplegger (Van Eck, [XX-XX-XX]) en/of de lading, te weten (een deel van) een partij (reparatie)onderdelen voor vaatwassers, magnetrons, wasmachines en stofzuigers (LG Electronics Inc.), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [M.U.] en/of Schavemaker Transport B.V. en/of LG Electronics Inc., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, door tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, mededader(s) in/aan die trekker waarachter die oplegger met die lading gekoppeld/gehangen was, opzettelijk brand te stichten.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 6 en het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 4 ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overweging aangaande de vrijspraak
Met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte bij deze feiten beschikt de rechtbank over geen andere aanwijzingen dan dat de auto, waarmee de dieven naar de plaats van het delict zijn gereden, op de heen- en de terugweg in de straat waar de woning van de verdachte staat, is geweest. Daarnaast heeft de verdachte op 20 januari 2006 tegen zijn vriendin gezegd dat hij “om 17:15 uur weg moest”.
Hoewel dit zeker aanwijzingen zijn voor de betrokkenheid van de verdachte, laten deze toch nog zoveel andere mogelijkheden open dat de rechtbank niet kan komen tot de conclusie dat het feit wettig en overtuigend is bewezen. Vooral de omstandigheden dat de rechtbank niet heeft kunnen vaststellen dat de verdachte op de plaats van het delict is geweest of aansluitend bij de buit, spelen daarbij een rol. Hetzelfde geldt voor de brandstichting.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 7 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 5 maart 2005 (in de gemeen)te Grimbergen, althans in België, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een bedrijfsterrein (aan de Westvaartdijk) weg te nemen goederen van hun/zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan Chemogas NV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat terrein te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met voormeld oogmerk tezamen en in vereniging met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, voorzien van zagen of een zaag en/of (andere) inbrekerswerktuigen, althans (ander) gereedschap en voorzien van (een) muts(en) en/of handschoenen zich heeft begeven naar (de omgeving van) dat terrein en aldaar (nabij een omheining) een boom heeft omgezaagd teneinde bij een omheining te komen en daar een gat in de omheining heeft gemaakt en/of doende is geweest door (een gat in) die omheining op dat terrein te geraken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 7 ten laste gelegd dat
[Naam medeverdachte 7] op of omstreeks 5 maart 2005 in de gemeente Brunssum aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte toen aldaar ten overstaan van P.L.H. Mous, hoofdagent van regiopolitie Limburg-Zuid opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal van haar auto (Volkswagen Golf, [XX-XX-XX]), welk strafbaar feit hij, verdachte, op of omstreeks 5 maart 2005 te Brunssum, althans in Nederland en/of in België, opzettelijk heeft uitgelokt door het verschaffen van gelegenheid en/of inlichtingen, te weten door die [Naam medeverdachte 7] te zeggen/vertellen dat die Golf weg was en dat zij, [Naam medeverdachte 7], aangifte moest doen bij de politie (en/of dat zij, die [Naam medeverdachte 7], dan die/haar auto weer terug zou krijgen) en/of door haar (daarmee) te verzoeken die valse aangifte, althans die aangifte bij de politie te (gaan) doen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 7 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 5 maart 2005 te Grimbergen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening vanaf een bedrijfsterrein aan de Westvaartdijk weg te nemen goederen van hun gading toebehorende aan Chemogas NV en zich daarbij de toegang tot dat terrein te verschaffen en die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak, met voormeld oogmerk tezamen en in vereniging met zijn mededader voorzien van zagen en inbrekerswerktuigen, en voorzien van een muts zich heeft begeven naar dat terrein en aldaar nabij een omheining een boom heeft omgezaagd teneinde bij een omheining te komen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 7 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
[Naam medeverdachte 7] op 5 maart 2005 in de gemeente Brunssum aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft [Naam medeverdachte 7] toen aldaar ten overstaan van P.L.H. Mous, hoofdagent van regiopolitie Limburg-Zuid, opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal van haar auto (Volkswagen Golf, [XX-XX-XX]), welk strafbaar feit hij, verdachte, op 5 maart 2005 te Brunssum opzettelijk heeft uitgelokt door het verschaffen van inlichtingen, te weten door die [Naam medeverdachte 7] te zeggen/vertellen dat die Golf weg was en dat zij, [Naam medeverdachte 7], aangifte moest doen bij de politie (en dat zij dan haar auto weer terug zou krijgen) en door haar te verzoeken die valse aangifte bij de politie te doen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 7 en in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 7 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
De rechtbank heeft gelet op de volgende omstandigheden:
- op 5 maart 2005 proberen twee personen, voorzien van inbrekerswerktuigen en bivakmutsen, rond 11:00 door de omheining van Chemogas NV in Grimbergen te komen. Beide personen weten te ontkomen;
- in de buurt van het bedrijfsterrein van Chemogas neemt de politie een op naam van verdachtes vriendin staande VW Golf in beslag. De auto heeft geen braakschade en staat op dat moment niet als gestolen gesignaleerd. In de auto liggen een paspoort en een gsm van de verdachte en een id-kaart, een rijbewijs en een gsm van medeverdachte [Naam medeverdachte 1];
- de vriendin van de verdachte doet die middag om 15:30 aangifte van diefstal van haar VW Golf;
- de vriendin van de verdachte heeft bekend dat zij een valse aangifte heeft gedaan in opdracht van de verdachte. Zij verklaart dat de verdachte op een avond wegging en haar, nadat hij de volgende ochtend terug was gekomen, vertelde dat de VW Golf weg was en dat zij maar aangifte van diefstal moest gaan doen.
Uit deze bewijsmiddelen volgt dat verdachte een van de mannen was die die morgen een diefstal probeerde te plegen op het bedrijfsterrein van Chemogas, dat hij zijn auto in de buurt van de plaats delict heeft achtergelaten en dat hij zijn vriendin heeft aangezet om een valse aangifte van diefstal te doen.
De rechtbank betrekt hierbij ook de omstandigheid dat de verdachte zwijgt en geen verklaring heeft gegeven voor de opgesomde omstandigheden die tot een andere conclusie zou kunnen leiden.
Feit 7 (03/703647-05)
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Feit 7 (03/700531-06)
Door het verschaffen van inlichtingen uitlokken aangifte te doen dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 2 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 12 februari 2006 (in de gemeen)te Druten ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een bedrijfsterrein (Industrieweg 16) weg te nemen een trekker ([XX-XX-XX]) en/of een oplegger en/of lading, te weten 36 motoren (Honda), geheel of ten dele toebehorende aan Gebr. Van de Kamp Druten Holding B.V. en/of aan Honda Nederland B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat bedrijfsterrein te verschaffen en/of die/dat weg te nemen trekker en oplegger met lading onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen zich met voormeld oogmerk, 's nachts en voorzien van donkere kleding en/of van (een) muts(en) en/of (een) portofoon(s) en/of breek- en/of knipwerktuigen heeft begeven naar de omgeving van dat bedrijfsterrein alwaar hij, verdachte, tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, mededader(s) zich met voormeld oogmerk heeft begeven naar dat bedrijfsterrein en/of aldaar tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, mededader(s) een ketting heeft opengeknipt/vernield en/of doende is geweest vanaf dat bedrijfsterrein die trekker en oplegger met lading weg te nemen en/of daartoe tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, mededader(s) van een (andere) trekker ([XX-XX-XX]) waarachter die oplegger gekoppeld zat de ruit heeft vernield en/of het contactslot van de weg te nemen trekker heeft geforceerd/vernield/opengebroken en/of die (andere) trekker met de weg te nemen trekker heeft weggetrokken en/of de weg te nemen trekker voor die oplegger met lading heeft geplaatst en/of gekoppeld, terwijl een (andere) mededader in en/of nabij een door hem (die andere mededader) bestuurde auto zich heeft opgehouden in de omgeving van dat bedrijfsterrein (voorzien van een portofoon en/of teneinde bij onraad alarm te (kunnen) slaan), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-05 onder 3 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 12 februari 2006 (in de gemeen)te Druten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto (Opel Kadett, [XX-XX-XX]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [J.d.J.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 2 ten laste gelegde en het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 3 ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overweging aangaande de vrijspraak
Met betrekking tot de verdachte is enkel duidelijk dat de bij hem in gebruik zijnde Volkswagen stil staat van 17:53 op zaterdag 11 februari 2005 tot de volgende ochtend 05:08 in de buurt van de Emmalaan in Valkenburg aan de Geul en vervolgens rond 06:13 terug is in Brunssum, waar de verdachte woont. Verder is er geen informatie over waar de verdachte die nacht is. Naar het oordeel van de rechtbank is er daarom in het dossier géén bewijs ter onderbouwing van het verwijt dat de verdachte betrokken is geweest bij de poging tot diefstal van de vrachtwagencombinatie geladen met motoren in Druten.
Het staat vast dat de in feit 3 bedoelde in Druten gestolen Opel Kadett op de dag van de diefstal -12 februari 2005- om 17:10 ter hoogte van de sluis Panheel aan de Sluisweg in Heel in het kanaal drijft met een portier open. Een getuige ziet de auto dan langzaam naar beneden zakken.
Om 17:12 is de bij de verdachte in gebruik zijnde Volkswagen vlakbij, zoals blijkt uit de bakengegevens die bij deze auto horen.
Deze auto is blijkens de bakengegevens eerder die middag om 15:07 op de Emmalaan in Valkenburg aan de Geul gearriveerd vanuit de Kleikoelen in Brunssum, waar de verdachte woont, en vervolgens via de A2 op genoemde plek gearriveerd. De auto rijdt daarna via de A2 en Valkenburg weer terug naar de Kleikoelen in Brunssum. Enkele minuten later belt de verdachte naar zijn vriendin en meldt dat hij weer thuis is. De rechtbank leidt uit deze mededeling af dat de verdachte de beschreven rit in de Volkswagen heeft gemaakt en dat hij dus vlakbij de gestolen auto is geweest toen deze net het kanaal in was gereden.
Naar het oordeel van de rechtbank is het gegeven dat de verdachte op het moment dat de gestolen auto langzaam in het kanaal onder water zakt, daar vlakbij was, geen bewijs voor het tenlastegelegde, te meer niet nu er geen bewijs is dat de verdachte, zoals bij feit 2 is overwogen, op de plaats van de diefstal in Druten is geweest.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 5 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 5 tot en met 6 november 2005 in de gemeente Breukelen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (Scania, [XX-XX-XX]) en/of een oplegger (Talson, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten 26 pallets en/of 100, althans een aantal plasma TV's (Hitachi) en/of 120, althans een aantal camcorders (Hitachi), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan NIAT B.V. en/of aan Hitachi Europe B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 6 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 6 november 2005 in de gemeente Maasbree tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een trekker (Scania, [XX-XX-XX]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan NIAT B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, door die trekker opzettelijk tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, mededader(s) in brand te steken, althans door opzettelijk tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, mededader(s) in/aan die trekker brand te stichten.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 5 en onder 6 ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken
De nadere overweging aangaande de vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is er in het dossier géén bewijs ter onderbouwing van de verwijten dat de verdachte de vrachtwagencombinatie beladen met Hitachi plasma tv’s en camcorders heeft gestolen en de trekker vervolgens heeft vernield.
Het feit dat de verdachte op 7 november 2005, de dag nà de diefstal en de vernieling, een vrachtwagen heeft gehuurd en die op 8 november 2005 weer heeft ingeleverd bij de verhuurder, levert naar het oordeel van de rechtbank geen bewijs op dat de verdachte het tenlastegelegde heeft gepleegd.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 8 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 24 april 2005, althans in of omstreeks de periode van 23 tot en met 25 april 2005 te Ochten, althans in de gemeente Neder-Betuwe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een vrachtauto (Volvo, [XX-XX-XX]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Zwijnenburg Transport B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 9 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 24 april 2005, althans in of omstreeks de periode van 23 tot en met 24 april 2005, te Andelst, althans in de gemeente Overbetuwe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een oplegger (Deens kenteken [XX-XX-XX]) en/of in/uit een oplegger (Deens kenteken [XX-XX-XX]) heeft weggenomen 3 pallets en/of 14 dozen communicatie-apparatuur en/of 1 doos antennes (Danimex Communication Danmark/Denemarken en/of CODAN) en/of 15 pallets en/of 150 dozen met luidsprekers (Eltax), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Wibier en Mulder Int. Transport B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 10 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 25 tot en met 26 mei 2005 in de gemeente Schiedam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een vrachtauto (Iveco, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten een partij sanitair artikelen (Plieger), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Plieger B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 8, onder 9 en onder 10 en laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overweging aangaande de vrijspraak
Op 24 april 2005 wordt in Ochten een vrachtauto gestolen. Deze auto is leeg. Diezelfde nacht wordt in Andelst uit een oplegger lading gestolen. Via de gps, die aanwezig is in de gestolen vrachtauto, kan worden vastgesteld dat deze vrachtauto vanuit Ochten naar Andelst is gereden en daar stil gestaan heeft nabij de plaats waar de lading gestolen is. Door middel van die gps kan ook vastgesteld worden dat de vrachtauto daarna naar De Steeg in Schimmert is gereden, de straat waaraan het bedrijf van [Naam medeverdachte 3] is gevestigd.
Op 25 mei 2005 wordt in Schiedam een vrachtauto met lading gestolen. Deze vrachtauto wordt teruggevonden in Geleen. De tachograafschijf van deze vrachtauto wordt veiliggesteld. Een analyse van de tachograafschijf geeft als uitkomst dat deze vrachtauto ook in De Steeg, in Schimmert, is geweest, hoogst waarschijnlijk op het terrein van [Naam medeverdachte 3]. In deze vrachtauto worden ook nog goederen gevonden die in Andelst zijn gestolen.
Meer heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen. Daarmee ontbreekt een doorslaggevend bewijsmiddel aan de hand waarvan de rechtbank kan vaststellen dat verdachte bij deze diefstallen betrokken is geweest.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 11 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 30 tot en met 31 oktober 2004 te Nettetal, in elk geval in de Bondsrepubliek Duitsland en/of in de gemeente Kaldenkirchen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (MAN, [XX-XX-XX]) en/of een oplegger (Kögel, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten een partij/hoeveelheid (zogenaamde) cuttermessen en/of een partij/hoeveelheid TV-toestellen (Toshiba), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (de firma) Spedition Anneliese Dohmen (A. Dohmen Internationale Spedition) en/of aan Toshiba of Toshiba Europe GmbH en/of aan Ningbo Xingwei Plastic Product Co. Ltd., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 12 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 14 november 2004 te Waardenburg, althans in de gemeente Neerijnen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een vrachtauto (Scania, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten een partij/hoeveelheid beeldschermen (NEOVO) en/of een partij/hoeveelheid monitoren (Relisys) en/of een partij haarverzorgingsproducten (Tigi) en/of een palletwagen (Jungheinrich, met aanduiding [XX-XX-XX]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan G. van Doesburg Int. Transport B.V. (en/of aan G. van Doesburg Holding B.V.) en/of aan Neovo en/of aan Tigi en/of aan Relisys, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 11 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 30 tot en met 31 oktober 2004 te Nettetal met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (MAN, [XX-XX-XX]) en een oplegger (Kögel, [XX-XX-XX]) en lading, te weten een partij cuttermessen en een partij TV-toestellen (Toshiba), toebehorende aan anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 11 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
Tot bewijs bezigt de rechtbank het feit dat op het stuur van de gestolen trekker DNA van de verdachte is aangetroffen en voorts dat de verdachte geen redelijke, ontzenuwende verklaring heeft gegeven voor de aanwezigheid van zijn DNA op juist die plek.
Diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 12 ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken
De nadere overweging aangaande de vrijspraak
De camera van het bedrijfsterrein waar de betreffende vrachtwagencombinatie met lading is ontvreemd, heeft vastgelegd dat een Subaru Impreza met een Belgisch kenteken het terrein afrijdt in de nacht van de diefstal. Deze auto is enkele dagen later aangetroffen in de loods waar ook van deze diefstal afkomstige goederen zijn aangetroffen. In de bemonstering van een van de schroeven van de kentekenplaat van deze Subaru en van in deze auto gevonden bivakmutsen en handschoenen is DNA van de verdachte aangetoond. Dat levert echter geen bewijs van het tenlastegelegde op. Bewijs waaruit verdachte’s betrokkenheid wel volgt, is er naar het oordeel van de rechtbank niet.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 13 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 25 tot en met 26 mei 2005 te Hulsberg, althans in de gemeente Nuth, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (DAF, BH-PH-33) en/of een oplegger ([XX-XX-XX], of [XX-XX-XX]) en/of een (zee)container (40-voets) en/of lading, te weten een partij kleding (merk G-star), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Gebr. Steenbakker Transport (B.V.) en/of aan Paul Gunther Global Logistic en/of aan Cosco en/of aan GEKA-Beheer-Textiles B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 13 ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overweging aangaande de vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is er in het dossier géén bewijs ter onderbouwing van het verwijt dat de verdachte de vrachtwagencombinatie beladen met een container vol G-star kleding heeft gestolen.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 14 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 25 maart 2005 (in de gemeen)te Ravels, in elk geval in België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een container heeft weggenomen een aantal porseleinen vazen/vaasjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan De Stip Internationaal BVBA, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 15 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 25 maart 2005 (in de gemeen)te Ravels, in elk geval in België, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een of meer containers weg te nemen goederen van hun/zijn gading (en meer of andere goederen dan porseleinen vazen/vaasjes), geheel of ten dele toebehorende aan De Stip Internationaal BVBA en/of aan derden of een derde, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die container(s) te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met voormeld oogmerk tezamen en in vereniging met (een of meer van) zijn mededader(s), althans alleen zich, voorzien van donkere kleding en/of van (een) muts(en) en/of van een kniptang, althans knipwerktuigen en/of ander gereedschap, heeft begeven naar de omgeving van die container(s) en/of aldaar doende is geweest het slot en/of het douanezegel van die container(s) kapot te knippen en/of het slot en/of douanezegel van twee containers heeft kapotgeknipt en/of aldaar (in beide containers) gezocht en/of gekeken heeft naar goederen van hun/zijn gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 14 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 25 maart 2005 te Ravels tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een container heeft weggenomen een aantal porseleinen vazen toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 15 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 25 maart 2005 te Ravels ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een container weg te nemen goederen van hun gading toebehorende aan De Stip Internationaal BVBA en/of aan derden of een derde en zich daarbij de toegang tot die container te verschaffen en die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak, met voormeld oogmerk tezamen en in vereniging met een van zijn mededaders zich, voorzien van een kniptang, heeft begeven naar de omgeving van die container en het douanezegel van die container heeft kapotgeknipt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank heeft gelet op de volgende omstandigheden:
- op 25 maart 2005 worden uit een container in Ravels een aantal porseleinen vazen gestolen, nadat de douanezegel van de container is doorgeknipt. Van een andere container wordt ook de douanezegel doorgeknipt, maar hieruit wordt niets ontvreemd;
- op de plaats delict wordt een kniptang aangetroffen, waarop DNA van de verdachte wordt aangetoond;
- bij deze feiten zijn drie daders betrokken, want waargenomen wordt dat een persoon te voet ontsnapt en twee anderen weten weg te komen met de auto die de plaats delict verlaat;
- uit de kentekengegevens van deze auto blijkt dat deze op naam staat van [R.G.];
- deze [R.G.] verklaart dat hij samen met de verdachte en diens medeverdachte [Naam medeverdachte 1] bij deze feiten betrokken is geweest.
Uit voornoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte een van de dieven van de porseleinen vazen was en dat hij betrokken was bij de poging in te breken in de andere container. De rechtbank betrekt bij dit oordeel het feit dat verdachte geen redelijke, ontzenuwende verklaring heeft gegeven voor de aanwezigheid van zijn DNA op juist de op de plaats delict aangetroffen kniptang.
Feit 14
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Feit 15
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 16 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 7 tot en met 8 januari 2006 te Tegelen, althans in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een vrachtauto (Renault, [R.G.]) en/of lading, te weten een partij Gedore gereedschap, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Renault Trucks (B.V.) en/of aan Gedore, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 16 ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overweging aangaande de vrijspraak
De rechtbank heeft met betrekking tot deze zaak geen aanwijzingen in het dossier kunnen vinden waaruit volgt dat de verdachte iets met deze zaak te maken heeft. De omstandigheid dat andere personen, met wie de verdachte in andere zaken ladingdiefstallen heeft gepleegd, wel bij dit feit betrokken zijn, is zonder een aanwijzing voor de betrokkenheid van de verdachte zelf, onvoldoende om tot bewijs van dit feit te kunnen komen.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 17 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 18 maart 2006 in de gemeente Oss ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit 4, althans een of meer container(s) weg te nemen goederen van hun/zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan Osse Overslagcentrale B.V. en/of aan derden of een derde, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die container(s) te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, mededader(s), althans alleen, met voormeld oogmerk zich heeft begeven naar de omgeving van die container(s) en/of die container(s) heeft opengebroken/geforceerd en/of de douanezegel(s) van die container(s) heeft opengeknipt/verbroken en/of heeft gekeken/gezocht naar goederen van hun/zijn gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 17 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 18 maart 2006 in de gemeente Oss ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit 4 containers weg te nemen goederen van hun gading, toebehorende aan Osse Overslagcentrale B.V. en/of aan derden of een derde en zich daarbij de toegang tot die containers te verschaffen en die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak, tezamen en in vereniging met zijn mededaders met voormeld oogmerk zich heeft begeven naar de omgeving van die containers en die containers heeft opengebroken en/of de douanezegels van die containers heeft verbroken en/of heeft gekeken/gezocht naar goederen van hun gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
De rechtbank heeft gelet op de volgende omstandigheden:
- tussen 17 en 20 maart 2006 worden bij de Osse Overslag Centrale BV, gelegen aan de Waalkade te Oss, 4 containers opengebroken. Er wordt niets gestolen;
- aan de VW Passat met kenteken [XX-XX-XX], in gebruik bij de verdachte, is een peilbaken bevestigd. Tevens wordt deze auto op 18 maart 2006 geobserveerd. Door middel van die observatie wordt vastgesteld dat de auto om 19:32 uur stil staat te Maasbracht in de nabijheid van de woning van de ouders van de medeverdachte [Naam medeverdachte 1]. Bij de auto staan drie mannen die zich omkleden en donkere kleding aantrekken;
- door middel van het peilbaken wordt vastgesteld dat de auto om 22:32 uur te Oss is aan de Waalkade, op 190 meter van de plaats waar de containers staan;
- om 22:46 vertrekt de auto weer;
- om 23:40 staat de auto stil bij tankstation “De Wuust” aan de A73 nabij Venray;
- bij het uitkijken van de beelden van de bewakingscamera van het tankstation wordt de verdachte herkend.
Nu de verdachte met zijn auto ’s nachts naar en van een plek vlakbij de locatie van het delict is gereden, komt de rechtbank tot de conclusie dat de verdachte een van de personen is die getracht heeft goederen uit de betreffende containers te stelen.
Daarbij betrekt de rechtbank ook nog de omstandigheden dat de verdachte zwijgt en geen verklaring geeft voor de hiervoor opgesomde omstandigheden die tot een andere conclusie aanleiding zou kunnen geven, terwijl uit dit vonnis bovendien blijkt dat de verdachte zich regelmatig aan ladingdiefstallen heeft schuldig gemaakt samen met de andere verdachten die ook in dit dossier betrokken zijn.
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 18 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 15 tot en met 16 december 2005 (in de gemeen)te Bettembourg, althans in het Groothertogdom Luxemburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (Scania, [XX-XX-XX]) en/of een oplegger (Krone, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten 35 pallets en/of 14.400, althans een hele partij, althans een (groot) aantal, flessen champagne (Beaumont des Crayères), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Catra Transports SARL en/of Terravia S.A. Transports Internationaux en/of aan derden of een derde, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 18 ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overweging aangaande de vrijspraak
De rechtbank heeft met betrekking tot deze zaak geen aanwijzingen in het dossier kunnen vinden waaruit volgt dat de verdachte iets met deze zaak te maken heeft. De omstandigheid dat andere personen, met wie de verdachte in andere zaken ladingdiefstallen heeft gepleegd, wel bij dit feit betrokken zijn, is zonder een aanwijzing voor de betrokkenheid van de verdachte zelf, onvoldoende om tot bewijs van dit feit te kunnen komen.
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de feiten in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 1, 2, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegd en ter zake van de feiten in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18 ten laste gelegd zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren, met aftrek conform het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de verdachte vrij te spreken van de feiten in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegd en ter zake van de feiten in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 1, 2, 3, 4, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en onder 18 ten laste gelegd.
Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en namens de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straf het volgende.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van diefstallen van vrachtauto’s en ladingen. Daardoor heeft hij een zeer aanzienlijke economische schade veroorzaakt voor de vervoerders en de eigenaren van de betreffende ladingen. In de eerste plaats gaat het dan om de waarde van de gestolen vrachtauto’s en ladingen. Maar de schade gaat verder. De eigenaren van de ladingen kunnen hun leveringsverplichtingen niet nakomen wat in ieder geval leidt tot reputatieschade en mogelijk ook tot boetes. De vervoerder krijgt een slechte naam omdat de ladingen onder hem zijn gestolen. Bovendien moet zij de gestolen vrachtauto’s missen, wat wellicht leidt tot logistieke problemen. De verzekeringsmaatschappij verlangt (nog) verder gaande beveiligingsmaatregelen wat weer kostenopdrijvend werkt. Zelfs als de schade als gevolg van de diefstal is gedekt door de verzekeringsmaatschappij is verhoging van de premie vaak het gevolg van dergelijke diefstallen, wat uiteindelijk toch schade bij de vervoerder, en mogelijk ook andere verzekerden, tot gevolg heeft.
In dit verband is het dan ook bijzonder kwalijk dat de verdachte, die blijkbaar alleen maar uit was op de ladingen, na de diefstal de vrachtauto’s heeft achtergelaten maar deze ook in brand heeft gestoken om zijn sporen uit te wissen. Deze vrachtauto’s zijn hierdoor alsnog verloren gegaan. Hierdoor is zeer aanzienlijke “onnodige”schade veroorzaakt.
De verdachte heeft bij het plegen van deze diefstallen deel uitgemaakt van een criminele organisatie.
Georganiseerde misdaad is in de ogen van de rechtbank een van de schadelijkste vormen van criminaliteit, doorgaans niet gepleegd door mensen die geen enkele andere optie meer menen te hebben of door mensen die onder invloed van een hevige emotie voor korte tijd de grenzen niet meer zien. Maar juist gepleegd door mensen die een koele berekening en/of inschatting hebben gemaakt van de risico’s en de opbrengsten en tot de conclusie zijn gekomen dat misdaad loont. De verdachte lijkt ook zo’n persoon.
In zekere zin vormt de verdachte echter voor de rechtbank een raadsel. Bij alle vragen heeft hij zich op zijn zwijgrecht beroepen zodat de rechtbank nauwelijks iets over hem weet. Die opstelling past bij een professionele crimineel. De verdachte maakt deel uit van een criminele organisatie en speelt daarbinnen zeker niet de minste rol. Hij geniet ogenschijnlijk vertrouwen. De manier waarop hij bij het plegen van de strafbare feiten te werk is gegaan is eveneens zeer professioneel. Deze aspecten duiden op de nodige ervaring in het criminele circuit.
Anderzijds heeft de verdachte amper een strafblad, wat doorgaans niet het geval is bij personen die geruime tijd in de criminaliteit actief zijn. Evenmin heeft de rechtbank kunnen vaststellen dat de verdachte er een buitensporige levensstijl op na houdt. Zodoende vindt de rechtbank geen antwoord op de vraag of zij hier te maken heeft met een echte “zware jongen” of een “eendagsvlieg”.
Hoe dan ook, de rechtbank heeft in ieder geval niet kunnen vaststellen dat de verdachte zich heeft voorgenomen nooit meer in het criminele circuit terecht te komen. Daarom is een duidelijk signaal, dat het foute van de door de verdachte gemaakte keuze nog eens onderstreept, aan de orde. Dat signaal zal enkel kunnen bestaan uit een gevangenisstraf voor geruime tijd.
Door de verdediging is nog stil gestaan bij het feit dat het openbaar ministerie de criminele activiteiten enige tijd heeft laten voortduren, waardoor een hogere straf zou kunnen worden opgelegd dan indien direct was ingegrepen. De verdediging acht dit niet fair en vraagt hiermee rekening te houden bij het bepalen van de strafmaat.
De rechtbank zal echter aan dit verzoek voorbij gaan. De verdachte heeft de stafbare feiten steeds uit eigen wil gepleegd. Niet is gebleken dat hij op enige wijze door justitie is bewogen tot het plegen ervan. Daarmee ligt de verantwoordelijkheid volledig bij verdachte en bestaat er geen reden enige strafkorting toe te passen.
De toepasselijke wettelijke bepalingen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 47, 57, 140, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 3 en 6 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 16 en 18 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 1, 2, 4, 5 en 7 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 1, 7, 11 14, 15 ten 17 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/703647-05 onder 1, 2, 4, 5 en 7 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 1, 7, 11 14, 15 en 17 is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is;
- veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van vier jaren;
- beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- verklaart de benadeelde partij G. van Doesburg Internationaal Transport B.V. in haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij G. van Doesburg Internationaal Transport B.V in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij Dutch Team Computer Components B.V. in haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij Dutch Team Computer Components B.V. in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij Plieger B.V. in haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij Plieger B.V. in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. M.C.A.E. van Binnebeke, voorzitter, mr. W.L.J. Voogt en mr. R.A.J. van Leeuwen, rechters, in tegenwoordigheid van J.Th.G. Coenders, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 maart 2007.