RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummers: 03/703596-05; 03/700532-06
Datum uitspraak: 13 maart 2007
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 augustus 2006, 12 oktober 2006, 6 december 2006, 6 februari 2007, 7 februari 2007, 13 februari 2007, 15 februari 2007 en op 27 februari 2007 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
[Naam verdachte],
geboren te [Geboorteplaats verdachte] op [Geboortedatum verdachte],
wonende te [Woonadres verdachte],
thans gedetineerd in de P.I. “Zuid Oost” te Roermond.
De bij afzonderlijke dagvaardingen onder bovenvermelde parketnummers aangebrachte zaken zijn ter terechtzitting gevoegd.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 1 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 18 april 2006 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van natuurlijke personen (waartoe, inclusief hij, verdachte, behoorden: [P.F.] en/of [J.P.] en/of [Naam verdachte] en/of [D.N.] en/of [E.v.d.Z.] en/of [A.F.] en/of anderen of een ander), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk:
- diefstal, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen gepleegd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik brengt door middel van braak, verbreking, inklimming en/of (een) valse sleutel(s) en/of
- gewoonteheling en/of
- opzetheling.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 1 november 2005 tot en met 18 april 2006 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van natuurlijke personen (waartoe, inclusief hij, verdachte, behoorden: [P.F.] en [J.P.] en [D.N.] en [E.v.d.Z.] en [A.F.], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk:
- diefstal, tezamen en in vereniging met anderen of een ander gepleegd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik brengt door middel van braak, verbreking, inklimming en/of (een) valse sleutel(s) en
- gewoonteheling en
- opzetheling.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
Uit de bewezenverklaringen blijkt dat de verdachte betrokken is geweest bij een aantal diefstallen van -kort gezegd- vrachtauto’s met lading, waarbij veelal de toegang tot de terreinen waar die vrachtauto’s met lading zich bevonden werd opengebroken. Deze diefstallen werden, in wisselende samenstellingen, tezamen en in vereniging gepleegd met [P.F.] en [J.P.]. Voorts is in meerdere gevallen bewezen verklaard dat [E.v.d.Z.] medeplichtig is aan de door de verdachte en zijn mededader(s) gepleegde ladingdiefstallen en dat zij zich verder schuldig heeft gemaakt aan gewoonteheling en opzetheling. Ten aanzien van [D.N.] is bewezen verklaard dat hij in meerdere gevallen goederen die afkomstig waren van die ladingdiefstallen heeft geheeld. Verdachte’s betrokkenheid bij de onderhavige ladingdiefstallen neemt blijkens het bewezenverklaarde oudste feit een aanvang in januari 2006.
Naar het oordeel van de rechtbank is hierbij sprake van een gestructureerd samenwerkingsverband van bovengenoemde personen, gelet op hun wijze van opereren die uit de bewezenverklaringen blijkt en hun te onderscheiden rol in het geheel. Ook is sprake van een zekere bestendigheid van dit samenwerkingsverband gezien de periode waarin de ladingdiefstallen respectievelijk de opzet- en gewoonteheling zich hebben afgespeeld.
Deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 2 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 1 tot en met 2 april 2006 (in de gemeen)te Strassen, althans (in de gemeen)te Bettembourg, in elk geval in het Groothertogdom Luxemburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (Scania, [XX-XX-XX]) en/of een oplegger (Van Hool, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten een (grote) partij HP computerapparatuur en/of HP apparatuur, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Sotalux S.A. en/of aan Ziegler en/of aan Hewlett Packard, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 1 tot en met 2 april 2006 in de gemeente Bettembourg tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (Scania, [XX-XX-XX]) en een oplegger (Van Hool, [XX-XX-XX]) en lading, te weten een partij HP computerapparatuur toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
De rechtbank heeft gelet op de volgende omstandigheden:
- in de nacht van 1 op 2 april 2006 wordt te Bettembourg, Luxemburg, op het industrieterrein Scheleck 1 een vrachtauto met lading gestolen;
- in een sms op 31 maart 2006 vraagt de zus van de verdachte of hij morgen bij haar kan zijn. Hij moet laten weten of hij kan;
- aan een VW Passat met kenteken [XX-XX-XX], in gebruik bij medeverdachte [J.P.], is een peilbaken bevestigd. Daarmee wordt vastgesteld dat de auto op 1 april 2006 onder andere te Valkenburg is nabij de woning van de zus van de verdachte en de medeverdachte [P.F.];
- tussen 19:39 uur en 2 april 2006 te 00:13 uur bevindt de auto zich in de omgeving van Bettembourg, onder andere op het industrieterrein Scheleck;
- op 2 april 2006 om 02:55 uur bevindt de auto zich bij het tankstation Patiel, gelegen aan de A2, direct na de grens met België. Bij het uitkijken van de beelden van de bewakingscamera van het tankstation wordt de verdachte herkend;
- om 03:03 uur passeert de gestolen trekker/oplegger-combinatie de Belgisch Nederlandse grens richting Maastricht;
- om 04:10 wordt de trekker/oplegger-combinatie geparkeerd op de Rafaelweg te Susteren. De auto van de medeverdachte [J.P.] is dan ook op deze locatie;
- om 04:45 is de auto in de Emmalaan te Valkenburg.
Nu de verdachte zich in de auto bevindt die ’s nachts naar een plek vlakbij de locatie van het delict is gereden, komt de rechtbank tot de conclusie dat de verdachte een van de personen is die de diefstal hebben gepleegd.
Daarbij betrekt de rechtbank ook nog de omstandigheden dat de verdachte zwijgt en geen verklaring geeft voor de hiervoor opgesomde omstandigheden die tot een andere conclusie aanleiding zou kunnen geven, terwijl uit dit vonnis bovendien blijkt dat de verdachte zich regelmatig aan ladingdiefstallen heeft schuldig gemaakt samen met de andere verdachten die ook in dit dossier betrokken zijn.
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 4 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 24 tot en met 25 maart 2006 te Ittervoort, althans in de gemeente Hunsel, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een vrachtauto (Volvo, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten 15 pallets en/of 84, althans een aantal LCD-televisieschermen of LCD-TV's (Philips), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Bakker H. Transport B.V. en/of aan Philips C.E. B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 4 ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overweging aangaande de vrijspraak
Op grond van de in het dossier voorhanden zijnde informatie heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen dat de verdachte aanwezig was bij de inbraak op het terrein van Bakker Transport, waar de vrachtauto en lading werden gestolen. Evenmin heeft de rechtbank kunnen vaststellen dat de verdachte op enig moment, kort na de diefstal, zich bij de buit bevond. Tenslotte heeft de rechtbank ook geen aanwijzingen gevonden dat de verdachte betrokken is bij de brandstichting aan de vrachtauto.
Een enkel sms bericht op 23 maart 2006 van zijn zus, tevens de partner van de verdachte [P.F.], aan hem, waarin zij vraagt “morgenavond 7 uur ok?”, waarmee de verdachte later instemt, is onvoldoende om buiten twijfel vast te stellen dat zulks anders zou zijn. Ook het feit dat de rechtbank zal vaststellen dat de verdachte wel bij andere ladingdiefstallen aanwezig is geweest maakt dat niet anders.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 5 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks in de periode van 25 tot en met 26 februari 2006 te Waardenburg, althans in de gemeente Neerijnen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een vrachtauto (Scania, [XX-XX-XX]) en/of in/uit een oplegger ([XX-XX-XX]) lading, te weten 1000, althans een aantal computeronderdelen (harde schijven, merk Maxton) en/of 10 pallets en/of badkameraccessoires en/of sanitair artikelen van diverse merken en/of een palletwagen (Jungheinrich, met aanduiding [XX-XX-XX]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Plieger en/of aan Bouwgros en/of aan Dutch Team Computer Components B.V. en/of aan G. van Doesburgh Int. Transport B.V. (en/of aan G. van Doesburg Holding B.V.), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 5 ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overweging aangaande de vrijspraak
In de nacht van 25 op 26 februari 2006 worden een vrachtwagen en lading gestolen van het bedrijfsterrein van G. van Doesburg Transport te Waardenburg. In het dossier bevinden zich enkele aanwijzingen dat de verdachte hierbij betrokken zou kunnen zijn:
- op 25 februari heeft de zus van de verdachte contact met haar vriend, de medeverdachte [P.F.]. Deze vraagt haar er voor zorgen dat “probleemgeval” straks bij haar is. De vriendin neemt contact op met de verdachte, zodat de rechtbank aanneemt dat met “probleemgeval” vermoedelijk de verdachte wordt bedoeld. Zoals uit andere zaken in dit dossier blijkt gaan de verdachte en de vriend van zijn zus regelmatig ladingen van vrachtauto’s stelen. Als zij hem eindelijk heeft kunnen bereiken vraagt zij hem “of hij vanavond met haar op stap gaat”. Dat is goed.
- nu het initiatief tot dit contact uitgaat van [P.F.] ligt het voor de hand dat het hier lijkt te gaan om een verzoek om mee uit stelen te gaan.
- op de auto van medeverdachte [J.P.] is een peilbaken bevestigd. [J.P.] gaat eveneens vaker met de verdachte ladingdiefstallen plegen. De auto van [J.P.] rijdt in de nacht van 25 op 26 februari 2006 vanaf diens woning, via Valkenburg (waar de zus van verdachte woont) naar een plaats vlakbij het bedrijfsterrein van Van Doesburg.
Deze aanwijzingen laten echter nog zoveel ruimte open voor andere conclusies dat de rechtbank niet kan komen tot de conclusie dat het feit wettig en overtuigend is bewezen.
Vooral de omstandigheden dat de rechtbank niet heeft kunnen vaststellen dat de verdachte op de plaats van het delict is geweest of aansluitend bij de buit, spelen een rol.
De vorderingen van de benadeelde partijen
Ter terechtzitting zijn de formulieren, als bedoeld in artikel 51b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, behandeld, waarbij G. van Doesburg Internationaal Transport B.V., Dutch Team Computer Components B.V. en Plieger B.V. zich ter zake van hun vorderingen tot schadevergoeding als benadeelde partij in het strafproces hebben gevoegd.
Gelet op de omstandigheid dat de verdachte ten aanzien het in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 5 ten laste gelegde feiten zal worden vrijgesproken, kunnen de benadeelde partijen niet in hun vorderingen worden ontvangen.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 1 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 12 februari 2006 (in de gemeen)te Druten ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening vanaf een bedrijfsterrein (Industrieweg 16) weg te nemen een trekker ([XX-XX-XX]) en/of een oplegger en/of lading, te weten 36 motoren (Honda), geheel of ten dele toebehorende aan Gebr. Van de Kamp Druten Holding B.V. en/of aan Honda Nederland B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat bedrijfsterrein te verschaffen en/of die/dat weg te nemen trekker en oplegger met lading onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen zich met voormeld oogmerk, 's nachts en voorzien van donkere kleding en/of van (een) muts(en) en/of (een) portofoon(s) en/of breek- en/of knipwerktuigen heeft begeven naar de omgeving van dat bedrijfsterrein alwaar hij, verdachte, in en/of nabij een door hem bestuurde auto zich heeft opgehouden in de omgeving van dat bedrijfsterrein (voorzien van een portofoon en/of teneinde bij onraad alarm te (kunnen) slaan) terwijl zijn, verdachtes, mededader(s) zich met voormeld oogmerk heeft/hebben begeven naar dat bedrijfsterrein en/of aldaar een ketting heeft/hebben opengeknipt/vernield en/of doende zijn/is geweest vanaf dat bedrijfsterrein die trekker en oplegger met lading weg te nemen en/of daartoe van een (andere) trekker ([XX-XX-XX]) waarachter die oplegger gekoppeld zat de ruit heeft/hebben vernield en/of het contactslot van de weg te nemen trekker heeft/hebben geforceerd/vernield/opengebroken en/of die (andere) trekker met de weg te nemen trekker heeft/hebben weggetrokken en/of de weg te nemen trekker voor die oplegger met lading heeft/hebben geplaatst en/of gekoppeld, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij omstreeks 12 februari 2006 te Druten ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening vanaf een bedrijfsterrein (Industrieweg 16) weg te nemen een trekker ([XX-XX-XX]) en een oplegger en lading, te weten motoren toebehorende aan Gebr. Van de Kamp Druten Holding B.V. en/of aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader en zich daarbij de toegang tot dat bedrijfsterrein te verschaffen en die weg te nemen trekker en oplegger met lading onder hun bereik te brengen door middel van braak, met zijn mededader zich met voormeld oogmerk, 's nachts en voorzien van donkere kleding en van een muts en een portofoon en breek- en knipwerktuigen heeft begeven naar de omgeving van dat bedrijfsterrein alwaar hij, verdachte, in en nabij een door hem bestuurde auto zich heeft opgehouden in de omgeving van dat bedrijfsterrein (voorzien van een portofoon teneinde bij onraad alarm te (kunnen) slaan), terwijl zijn mededader zich met voormeld oogmerk heeft begeven naar dat bedrijfsterrein en aldaar een ketting heeft opengeknipt en doende is geweest vanaf dat bedrijfsterrein die trekker en oplegger met lading weg te nemen en daartoe van een andere trekker ([XX-XX-XX]) waarachter die oplegger gekoppeld zat de ruit heeft vernield en het contactslot van de weg te nemen trekker heeft vernield en die andere trekker met de weg te nemen trekker heeft weggetrokken en de weg te nemen trekker voor die oplegger met lading heeft geplaatst en gekoppeld, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
De rechtbank heeft gelet op de volgende omstandigheden:
- in de nacht van zaterdag 11 februari 2006 op zondag 12 februari 2006 wordt geprobeerd een vrachtwagen beladen met motoren van het bedrijfsterrein van Gebr. van de Kamp Holding B.V. aan de Industrieweg 16 in Druten te stelen. De combinatie wordt om 10:15 op het terrein met draaiende motor aangetroffen;
- die nacht houdt de politie om 01:39 op de Industrieweg in Druten de verdachte aan. Hij ligt in de bosjes, is in het zwart gekleed, heeft een oortje in en heeft een walkie talkie en een bivakmuts bij zich. Onder hem wordt de BMW die op naam van zijn zus staat, in beslag genomen. In deze auto treft men verschillende inbrekerswerktuigen aan en in het navigatiesysteem is als laatste adres ingevoerd Industrieweg 14 in Druten;
- op zaterdagmiddag 11 februari 2006 vertelt [E.v.d.Z.], zijn zus en de vriendin van de medeverdachte [P.F.] en zus van de verdachte, om 15:27 aan een vriendin dat [P.F.] die avond op stap gaat met onder andere [Naam verdachte].
Uit voornoemde bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de verdachte die avond samen met een ander in Druten op dievenpad was. Hij is immers buiten de plaats delict liggend in de bosjes en voorzien van een oortje en een walkie talkie aangehouden. De rechtbank betrekt daarbij dat hij een volkomen ongeloofwaardige verklaring heeft afgelegd over zijn aanwezigheid daar. Zijn verklaring dat hij zo maar ergens was gestopt, is strijdig met het gegeven uit het navigatiesysteem. Daarin staat immers de straat ingevoerd waar hij is aangehouden.
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 2 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 20 tot en met 21 januari 2006 in de gemeente Beverwijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (vanaf bedrijfsterreinen) heeft weggenomen een trekker (DAF, [XX-XX-XX]) en/of een oplegger (Van Eck, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten een partij (reparatie)onderdelen voor vaatwassers, magnetrons, stofzuigers en wasmachines (LG Electronics Inc.), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [M.U.] en/of aan Schavemaker Transport B.V. en/of aan LG Electronics Inc., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats(en) van het/de misdrijf/misdrijven heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 3 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 20 tot en met 21 januari 2006 in de gemeente Beverwijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk de/een portierslot(en) en/of het contactslot en/of de kappen van de stuurkolom van een trekker (Scania, [XX-XX-XX]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Schavemaker Transport B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 20 tot en met 21 januari 2006 in de gemeente Beverwijk tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (DAF, [XX-XX-XX]) en een oplegger (Van Eck, [XX-XX-XX]) en lading, te weten een partij (reparatie)onderdelen voor vaatwassers, magnetrons, stofzuigers en wasmachines toebehorende aan [M.U.] en/of aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 20 tot en met 21 januari 2006 in de gemeente Beverwijk tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk en wederrechtelijk de portiersloten en het contactslot en de kappen van de stuurkolom van een trekker (Scania, [XX-XX-XX]) toebehorende aan Schavemaker Transport B.V. heeft vernield.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 2 en onder 3 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
De rechtbank heeft gelet op de volgende omstandigheden:
- in de nacht van 20 op 21 januari 2006 worden een vrachtwagen en lading gestolen van het bedrijfsterrein van Schavemaker Transport te Beverwijk;
- in een telefoongesprek op 20 januari 2006 vraagt de verdachte aan zijn zus, de vriendin van medeverdachte [P.F.] “Hoe laat gaan we van start? ”;
- in een ander telefoongesprek van 20 januari 2006 geeft zijn zus door “dat hij om 16:30 bij haar moet zijn en dat hij zijn auto moet meenemen”;
- middels een peilbaken wordt vastgesteld dat de auto van de verdachte inderdaad om 16:19 uur in de nabijheid van de woning van medeverdachte [P.F.] is. Later rijdt de auto naar Beverwijk;
- om 02:39 uur staat de auto stil te Beverwijk in de directe omgeving van de plaats waar de diefstal plaatsvindt.
Uit voornoemde bewijsmiddelen, in samenhang bezien, volgt naar de overtuiging van de rechtbank dat de verdachte met zijn auto naar Beverwijk is gereden en daar betrokken is bij het plegen van de diefstal. Daarbij betrekt de rechtbank ook nog de omstandigheden dat de verdachte zwijgt en geen verklaring geeft voor de hiervoor opgesomde omstandigheden, die tot een andere conclusie aanleiding zou kunnen geven. Daarnaast blijkt uit het dossier dat de verdachte, als hij met medeverdachte [P.F.] op stap gaat, meermalen ladingdiefstallen heeft gepleegd.
Bij de diefstal in Beverwijk zijn door de daders beschadigingen aangebracht aan een trekker, Scania [XX-XX-XX]. Of de verdachte deze beschadigingen zelf heeft veroorzaakt kan de rechtbank niet vaststellen. Hij heeft echter in ieder geval een rol gespeeld bij dit feit door met zijn auto naar de plaats van het delict te rijden en daarmee de diefstal mogelijk te maken. Ook zijn aanwezigheid zal een bijdrage zijn geweest aan de voltooiing van het delict. Daarmee heeft de verdachte het feit mede gepleegd. Bovendien, wie op pad gaat om ladingdiefstallen te plegen moet rekening houden met de zeer aanmerkelijke kans dat in een vrachtauto wordt ingebroken waarbij vernielingen zoals de onderhavige worden aangericht. Bij de verdachte is dus op zijn minst sprake van voorwaardelijk opzet met betrekking tot dit feit.
Feit 2 (03/700531-06)
Diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Feit 3 (03/700532-06)
Medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort, vernielen.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 4 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 7 tot en met 8 januari 2006 te Tegelen, althans in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een vrachtauto (Renault, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten een partij Gedore gereedschap, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Renault Trucks (B.V.) en/of aan Gedore, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 5 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 7 tot en met 8 januari 2006 te Tegelen, althans in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een aanhangwagen (Krone, [XX-XX-XX]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Tele Tegelen B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 7 tot en met 8 januari 2006 te Tegelen tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een vrachtauto (Renault, [XX-XX-XX]) en lading, te weten een partij Gedore gereedschap, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 5 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 7 tot en met 8 januari 2006 te Tegelen tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een aanhangwagen (Krone, [XX-XX-XX]) toebehorende aan Tele Tegelen B.V.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 4 en onder 5 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
De rechtbank heeft gelet op de volgende omstandigheden:
- in de nacht van 7 op 8 januari 2006 worden een vrachtwagen en lading gestolen van twee bedrijfsterreinen, gelegen aan de Kaldenkerkerweg te Tegelen. De dieven slepen een geladen oplegger naar een naburig bedrijfsterrein en brengen de lading van de oplegger over in een daar aanwezige vrachtauto, die eveneens gestolen wordt. De lading bestaat uit Gedore gereedschap;
- op 7 januari om 16:17 uur belt de zus van de verdachte met hem en zegt dat hij er om vijf vóór zes moet zijn;
- op 7 januari belt de vriendin van de verdachte met diens zus. De zus zegt dat ze om zes uur precies zijn vertrokken;
- aan een VW Passat met kenteken [XX-XX-XX], in gebruik bij de medeverdachte, is een peilbaken bevestigd. Door middel van dit baken wordt vastgesteld dat de auto op 7 januari 2006 om 17:59 vertrekt uit de Plenkertstraat te Valkenburg. Dit is een locatie vlak bij de woning van de medeverdachte [P.F.] en de zus van de verdachte;
- op 8 januari om 00:41 staat de auto op de Kaldenkerkerweg en blijft daar tot 03:59 uur. Daarna rijdt de auto terug naar Valkenburg;
- op 08 januari 2006 belt de moeder van de verdachte met hem en vraagt hoe het met hem is. De verdachte zegt dat hij moe is en dat alles perfect is gegaan.
De verdachte moet bij zijn zus zijn, vlak voordat de auto waarmee naar de plaats van het delict wordt gereden vertrekt vanaf de woning van zijn zus. Om 18:00 uur precies is hij vertrokken. De volgende dag is verdachte moe “maar alles is perfect gegaan”. De mededeling “alles is perfect gegaan” past naar de overtuiging van de rechtbank niet bij een activiteit zoals op stap gaan. Wel bij een veel ingewikkeldere activiteit zoals het plegen van een diefstal. Op grond van het vorenstaande komt de rechtbank tot de conclusie dat de verdachte een van de plegers van de diefstal is.
Daarbij betrekt de rechtbank ook nog de omstandigheden dat de verdachte zwijgt en geen verklaring geeft voor de hiervoor opgesomde omstandigheden die tot een andere conclusie aanleiding zou kunnen geven, terwijl uit dit vonnis bovendien blijkt dat de verdachte zich regelmatig samen met de medeverdachte [P.F.] aan het plegen van ladingdiefstallen heeft schuldig gemaakt.
Bij de diefstal in Tegelen is door de daders een oplegger weggesleept naar een naburig bedrijfsterrein. Daar is de oplegger gelost. De rechtbank beschouwt deze handeling, waarbij de dieven over de oplegger hebben beschikt en deze ook niet hebben teruggezet op het terrein waar deze stond geparkeerd, als een vorm van wederrechtelijke toeëigening. De verdachte heeft naar de overtuiging van de rechtbank ook aan dit onderdeel van de diefstal zijn medewerking verleend.
Feit 4
Diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Feit 5
Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 6 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 6 januari 2006 (in de gemeen)te Übach-Palenberg, in elk geval in de Bondsrepubliek Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (DAF, [XX-XX-XX]) en/of een oplegger ([XX-XX-XX]) en/of lading, te weten 8000 kilogram, althans een hoeveelheid, koper, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan G & A Express Speditions GmbH, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 6 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 6 januari 2006 te Übach-Palenberg tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (DAF, [XX-XX-XX]) en een oplegger ([XX-XX-XX]) en lading, te weten 8000 kilogram koper, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
De rechtbank heeft gelet op de volgende omstandigheden:
- de verdachte zegt op 6 januari 2006 om 15:01 tegen zijn vriendin dat hij die avond tot morgenvroeg weg is, dat hij met dinge is, niet naar het café gaat en voorzichtig zal doen;
- verdachtes VW Passat is blijkens de bakengegevens die dag om 17:38 nog in Valkenburg;
- die avond wordt tussen 20:15 en 20:30 een vrachtwagencombinatie beladen met 8000 kg koper gestolen van het bedrijfsterrein van G&A Express Speditions Gmbh gelegen aan de Boschstrasse in Übach-Palenberg;
- op datzelfde moment is op de Bosschstrasse in Übach-Palenberg ook de VW Passat van de verdachte blijkens de bakengegevens van deze auto. Die auto is daar al vanaf ongeveer 19:54;
- vervolgens volgt deze auto, blijkens de bakengegevens, een vergelijkbare route als de gestolen vrachtwagencombinatie en zijn de voertuigen ongeveer gelijktijdig op dezelfde plaatsen;
- die avond is om 20:34 op de computer van de vader van de medeverdachte [P.F.] de zoekterm “koperprijs” ingevoerd;
- die avond wordt om 21:57 met de gsm van de vader van de medeverdachte [P.F.] aan de gsm van medeverdachte [P.F.] ge-smst “4267 voor 1000 kg usd-5.25 euro”;
- de gsm van de medeverdachte maakt dan gebruik van de mast Brouwersstraat in Maasbracht, terwijl verdachtes VW Passat in de nabijgelegen Maasstraat in Maasbracht is. De vader van zijn medeverdachte woont in Maasbracht;
- die avond om 22:46 maakt de gsm van zijn medeverdachte gebruik van de mast Maalbroek in Swalmen, terwijl het baken van de VW Passat aangeeft dat deze auto dan op de nabijgelegen Sint Wirosingel in Roermond is;
- verdachte wordt de volgende ochtend om 09:33 gebeld. Zijn gsm gebruikt dan de mast Statenlaan in Valkenburg aan de Geul, waar zijn zus samenwoont met zijn medeverdachte [P.F.].
Uit deze bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de verdachte die avond met zijn medeverdachte [P.F.] op dievenpad is geweest en dat zij daarbij gebruik hebben gemaakt van zijn auto. Nadat zij op de hoogte waren van de koperprijs is de verdachte bij zijn zus in Valkenburg aan de Geul gaan slapen. Datgene wat de verdachte die middag tegen zijn vriendin zei klopt precies: hij ging die avond inderdaad niet naar een café en kwam inderdaad die nacht niet naar huis.
De rechtbank heeft aldus de overtuiging dat de verdachte een van de plegers van deze diefstal is. De rechtbank betrekt hierbij het feit dat de verdachte zwijgt en geen verklaring geeft voor genoemde omstandigheden die tot een andere conclusie aanleiding zou kunnen geven, terwijl uit dit vonnis bovendien blijkt dat de verdachte zich vaker aan ladingdiefstallen schuldig maakt.
Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 7 ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 18 maart 2006 in de gemeente Oss ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit 4, althans een of meer container(s) weg te nemen goederen van hun/zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan Osse Overslagcentrale B.V. en/of aan derden of een derde, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die container(s) te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, tezamen en in vereniging met zijn, verdachtes, mededader(s), althans alleen, met voormeld oogmerk zich heeft begeven naar de omgeving van die container(s) en/of die container(s) heeft opengebroken/geforceerd en/of de douanezegel(s) van die container(s) heeft opengeknipt/verbroken en/of heeft gekeken/gezocht naar goederen van hun/zijn gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 7 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 18 maart 2006 in de gemeente Oss ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit 4 containers weg te nemen goederen van hun gading, toebehorende aan Osse Overslagcentrale B.V. en/of aan derden of een derde, en zich daarbij de toegang tot die containers te verschaffen en die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak, tezamen en in vereniging met zijn mededaders met voormeld oogmerk zich heeft begeven naar de omgeving van die containers en die containers heeft opengebroken en de douanezegels van die containers heeft verbroken en heeft gekeken/gezocht naar goederen van hun gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere bewijsoverweging
De rechtbank heeft gelet op de navolgende omstandigheden:
- tussen 17 en 20 maart 2006 worden bij de Osse Overslag Centrale BV, gelegen aan de Waalkade te Oss, 4 containers opengebroken. Er wordt niets gestolen;
- op 17 maart 2006 belt de zus van de verdachte met verdachte en zegt “dat het niet doorgaat”. Op 18 maart om 14:33 uur belt de zus wederom met de verdachte en zegt nu “Gewoon het zelfde als gisteren. Even laat. Wat eigenlijk zou zijn”;
- op 18 maart om 18:36 staat de auto van de verdachte geparkeerd op de binnenplaats van het appartementencomplex waarin zijn zus en de medeverdachte [P.F.] wonen;
- aan een VW Passat met kenteken [XX-XX-XX], in gebruik bij de medeverdachte [J.P.], is een peilbaken bevestigd. Deze auto rijdt om 19:05 uur door de Emmalaan te Valkenburg;
- tevens wordt deze auto op 18 maart 2006 geobserveerd. Door middel van die observatie wordt vastgesteld dat de auto om 19:32 uur stil staat te Maasbracht in de nabijheid van de woning van de ouders van de medeverdachte [P.F.]. Bij de auto staan drie mannen die zich omkleden en donkere kleding aantrekken;
- door middel van het peilbaken wordt vastgesteld dat de auto om 22:32 uur te Oss is aan de Waalkade, op 190 meter van de plaats waar de containers staan;
- om 22:46 vertrekt de auto weer;
- om 23:40 staat de auto stil bij tankstation “De Wuust” aan de A73 nabij Venray;
- bij het uitkijken van de beelden van de bewakingscamera van het tankstation worden twee medeverdachten herkend;
- op 19 maart om 00:58 uur belt de zus van de verdachte met medeverdachte [P.F.]. Te horen is dat de verdachte bij zijn zus is. De zus zegt dan tegen medeverdachte [P.F.] “Waarom doe je zo dom. Waarom heb je dat allemaal tegen [Naam verdachte] gezegd”.
Op grond van genoemde bewijsmiddelen heeft de rechtbank de overtuiging gekregen dat de verdachte de derde man is geweest die met de auto van medeverdachte [J.P.] naar een plek vlakbij de locatie van het delict is gereden. Daardoor komt de rechtbank tot de conclusie dat de verdachte een van de personen is die getracht heeft goederen uit de betreffende containers te stelen.
Daarbij betrekt de rechtbank ook nog de omstandigheden dat de verdachte zwijgt en geen verklaring geeft voor de hiervoor opgesomde omstandigheden die tot een andere conclusie aanleiding zou kunnen geven, terwijl uit dit vonnis bovendien blijkt dat verdachte zich regelmatig aan ladingdiefstallen heeft schuldig gemaakt samen met de andere verdachten die ook in dit dossier betrokken zijn.
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 8 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 14 tot en met 16 april 2006 (in de gemeen)te Strassen, in elk geval in het Groothertogdom Luxemburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen twee trekkers (DAF, [XX-XX-XX] en DAF, [XX-XX-XX]) en/of twee opleggers (Van Eck, [XX-XX-XX] en Van Eck, [XX-XX-XX]) en/of lading(en), te weten (twee/een) (grote) partij(en) Compaq HP laptops in dozen en/of een vrachtauto (MAN, [XX-XX-XX]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Wallenborn Transport S.A. en/of aan Webtrans S.A. en/of aan Compaq en/of Hewlett Packard, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of (een) valse sleutel(s).
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 8 ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overweging met betrekking tot de vrijspraak
In de nacht van 15 op 16 april 2006 worden te Strassen, Luxemburg, van een industrieterrein aan de Rue de l`Industrie twee oplegger/trekker-combinaties met lading gestolen. In het dossier bevinden zich enkele aanwijzingen dat de verdachte hierbij betrokken zou kunnen zijn:
- op 15 april belt de zus van de verdachte, vriendin van de medeverdachte [P.F.], met de verdachte met de mededeling dat hij om uiterlijk 18:00 uur bij hen moet zijn;
- op 16 april om 20:10 belt zijn zus met de verdachte en vraagt waar hij is. De verdachte zegt dan dat hij weer terug is.
Deze aanwijzingen kunnen zeker betrekking hebben op de onderhavige diefstal. Echter, er blijft zoveel ruimte open voor andere conclusies, dat de rechtbank niet kan komen tot de conclusie dat het feit wettig en overtuigend is bewezen. Vooral de omstandigheden dat de rechtbank niet heeft kunnen vaststellen dat de verdachte op de plaats van het delict is geweest of aansluitend bij de buit, spelen daarbij een rol.
Aan de verdachte is in de zaak met het parketnummer 03/700531-06 onder 9 ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 15 tot en met 16 december 2005 (in de gemeen)te Bettembourg, althans in het Groothertogdom Luxemburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een trekker (Scania, [XX-XX-XX]) en/of een oplegger (Krone, [XX-XX-XX]) en/of lading, te weten 35 pallets en/of 14.400, althans een hele partij, althans een (groot) aantal, flessen champagne (Beaumont des Crayères), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Catra Transports SARL en/of Terravia S.A. Transports Internationaux en/of aan derden of een derde, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 9 ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De nadere overweging met betrekking tot de vrijspraak
In de nacht van 15 op 16 december 2005 wordt te Bettembourg, Luxemburg, op het industrieterrein Scheleck een vrachtauto met lading gestolen. De lading bestaat uit een partij flessen champagne van het merk Beaumont des Crayères. Nadien blijkt uit een afgeluisterd telefoongesprek van 17 maart 2006 dat de verdachte over champagne heeft beschikt.
Nu dit een gesprek is dat enige tijd na de diefstal heeft plaatsgevonden en er verder niets bekend wordt over het merk en de omvang van de partij champagne waar de beller op doelt, is dit enkele telefoongesprek onvoldoende om vast te stellen dat de verdachte bij de diefstal van de champagne betrokken was.
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de feiten in de zaak met het parketnummer zal worden veroordeeld tot
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de feiten in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegd en ter zake van de feiten in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegd zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek conform het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de verdachte vrij te spreken van de feiten in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 1, 4 en 5 ten laste gelegd en ter zake van de feiten in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegd.
Ten aanzien van het in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 2 en in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 1 ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en namens de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straf het volgende.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van diefstallen van vrachtauto’s en ladingen. Daardoor heeft hij een zeer aanzienlijke economische schade veroorzaakt voor de vervoerders en de eigenaren van de betreffende ladingen. In de eerste plaats gaat het dan om de waarde van de gestolen vrachtauto’s en ladingen. Maar de schade gaat verder. De eigenaren van de ladingen kunnen hun leveringsverplichtingen niet nakomen wat in ieder geval leidt tot reputatieschade en mogelijk ook tot boetes. De vervoerder krijgt een slechte naam omdat de ladingen onder hem zijn gestolen. Bovendien moet hij de gestolen vrachtauto’s missen, wat wellicht leidt tot logistieke problemen. De verzekeringsmaatschappij verlangt (nog) verder gaande beveiligingsmaatregelen wat weer kostenopdrijvend werkt. Zelfs als de schade als gevolg van de diefstal is gedekt door de verzekeringsmaatschappij is verhoging van de premie vaak het gevolg van dergelijke diefstallen, wat uiteindelijk toch schade bij de vervoerder, en mogelijk ook andere verzekerden, tot gevolg heeft.
De verdachte heeft bij het plegen van deze diefstallen deel uitgemaakt van een criminele organisatie.
Georganiseerde misdaad is in de ogen van de rechtbank een van de schadelijkste vormen van criminaliteit, doorgaans niet gepleegd door mensen die geen enkele andere optie meer menen te hebben of door mensen die onder invloed van een hevige emotie voor korte tijd de grenzen niet meer zien. Maar juist gepleegd door mensen die een koele berekening en/of inschatting hebben gemaakt van de risico’s en de opbrengsten en tot de conclusie zijn gekomen dat misdaad loont.
Misschien behoeft dat beeld bij de verdachte enige nuancering. De verdachte is waarschijnlijk via zijn zus, de vriendin van de leider van de organisatie, bij de criminele organisatie terecht gekomen. Hij had, voorzover de rechtbank weet, geen werk en was simpel beschikbaar. De periode gedurende welke hij meegedaan heeft aan de ladingdiefstallen is aanzienlijk korter dan verschillende andere verdachten. Zijn strafblad is zeer kort en bevat geen vermogensdelicten. De rechtbank kan dan ook niet uitsluiten dat deze uitstap in de wereld van de georganiseerde misdaad voor de verdachte een incident is geweest.
Anderzijds, de rechtbank heeft niet kunnen vaststellen dat de verdachte zich heeft voorgenomen nooit meer in het criminele circuit terecht te komen. Daarom is een duidelijk signaal, dat het foute van de door de verdachte gemaakte keuze nog eens onderstreept, aan de orde. Dat signaal zal enkel kunnen bestaan uit een gevangenisstraf voor geruime tijd.
Daarnaast zal de rechtbank een voorwaardelijke straf opleggen om verdachte ook in de toekomst te weerhouden van het plegen van strafbare feiten.
Door de verdediging is nog stil gestaan bij het feit dat het openbaar ministerie de criminele activiteiten enige tijd heeft laten voortduren, waardoor een hogere straf zou kunnen worden opgelegd dan indien direct was ingegrepen. De verdediging acht dit niet fair en vraagt hiermee rekening te houden bij het bepalen van de strafmaat.
De rechtbank zal echter aan dit verzoek voorbij gaan. De verdachte heeft de stafbare feiten steeds uit eigen wil gepleegd. Niet is gebleken dat hij op enige wijze door justitie is bewogen tot het plegen ervan. Daarmee ligt de verantwoordelijkheid volledig bij de verdachte en bestaat er geen reden enige strafkorting toe te passen.
De toepasselijke wettelijke bepalingen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 47, 57, 140, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 8 en 9 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 1 en 2 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/703596-05 onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/700532-06 onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is;
- veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van twee jaren;
- beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- beveelt, dat van de opgelegde gevangenisstraf een deel, groot zes maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde niet heeft nageleefd de voorwaarde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren niet schuldig te maken aan een strafbaar feit;
- verklaart de benadeelde partij G. van Doesburg Internationaal Transport B.V. in haar vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij G. van Doesburg Internationaal Transport B.V. in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij Dutch Team Computer Components B.V. in haar vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij Dutch Team Computer Components B.V. in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil
- verklaart de benadeelde partij Plieger B.V in haar vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij Plieger B.V in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. M.C.A.E. van Binnebeke, voorzitter, mr. W.L.J. Voogt en mr. R.A.J. van Leeuwen, rechters, in tegenwoordigheid van J.Th.G. Coenders, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 maart 2007.