ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2277
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing machtigingsverzoek tot verkoop onroerende zaak onder bewind
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 8 augustus 2007 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging voor de verkoop van een onroerende zaak die onder bewind was gesteld. De verzoeker had eerder, op 18 juli 2006, machtiging gekregen om de woning te verkopen voor een getaxeerde waarde van € 196.000,--. Echter, de verzoeker vroeg nu om de woning te verkopen voor € 130.000,--, omdat de marktwaarde volgens een taxateur niet haalbaar zou zijn. De verzoeker stelde dat er binnen een jaar een waardedaling van € 66.000,-- had plaatsgevonden, maar de kantonrechter oordeelde dat deze waardedaling niet voldoende onderbouwd was.
De procedure begon met de indiening van een verzoekschrift op 3 augustus 2007. De kantonrechter merkte op dat de verzoeker, in zijn rol als bewindvoerder, de belangen van de rechthebbende moest behartigen en dat het aanzienlijke verschil tussen de getaxeerde waarde en de voorgestelde verkoopprijs vragen opriep over de haalbaarheid van de verkoop. De kantonrechter concludeerde dat er geen controleerbare feitelijke informatie was die de gestelde waardedaling ondersteunde en wees het verzoek af. De verzoeker werd aangeraden om mogelijk een andere deskundige te raadplegen of nader marktonderzoek te laten doen naar reële verkoopprijzen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter, in aanwezigheid van Y.A.M. Tilmans, griffier. De uitspraak benadrukt het belang van een gedegen onderbouwing bij verzoeken tot verkoop van onroerend goed onder bewind.