ECLI:NL:RBMAA:2007:BB4623
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Adoptie van een meerderjarige Roemeen en de voorwaarden van ouderlijk gezag
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 21 september 2007 uitspraak gedaan over een verzoek tot adoptie van een meerderjarige Roemeen, waarbij de vraag centraal stond of voldaan was aan de voorwaarde van artikel 1:228 lid 1 onder g van het Burgerlijk Wetboek, dat vereist dat de ouder of ouders niet of niet langer het gezag over het kind hebben. De verzoekers, een echtpaar, dienden op 30 juni 2006 een verzoekschrift tot adoptie in, waarbij zij schriftelijke verklaringen van de ouders van het kind overlegden. De zaak werd behandeld op de zitting van 10 januari 2007, waar het kind zijn mening kenbaar maakte. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ook gereageerd op het verzoek.
De rechtbank overwoog dat, hoewel de ouders op het moment van indiening van het verzoek mogelijk nog het ouderlijk gezag uitoefenden, de wetgeving rondom adoptie was gewijzigd. De rechtbank concludeerde dat de voorwaarde van artikel 1:228 lid 1 sub g BW niet expliciet vereist dat aan deze voorwaarde voldaan moet zijn op het moment van indiening van het verzoek, maar op het moment van beslissen. Aangezien het kind inmiddels meerderjarig was, was voldaan aan deze voorwaarde. De rechtbank merkte op dat de ouders in de afgelopen jaren geen enkele rol meer hebben vervuld in het leven van het kind, en dat de verzoekers deze rol volledig hadden overgenomen.
De Raad voor de Kinderbescherming adviseerde de adoptie toe te wijzen, en de rechtbank sprak de adoptie uit, waarbij het kind de geslachtsnaam van de verzoekers zou krijgen. De beschikking werd gegeven door kinderrechter mr. L.M.I.A. Bregonje en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier L.H.M. Beckers. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.