ECLI:NL:RBMAA:2008:BG9875

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
10 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
309521 CV EXPL
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Royement van de procedure en afwijzing proceskostenveroordeling

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Maastricht op 10 december 2008, heeft eiseres INBEV NEDERLAND N.V. een vordering ingesteld tegen gedaagden, die in persoon procedeerden. De eiseres heeft op 1 oktober 2008 een dagvaarding uitgebracht, waarna gedaagden uitstel van antwoord hebben gevraagd en verkregen tot 12 november 2008. Op 4 november 2008 heeft eiseres het verzoek tot royement van de procedure ingediend, waarop gedaagden akkoord gingen, maar zij vorderden wel een proceskostenveroordeling van eiseres. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er geen sprake was van een in het ongelijk gestelde partij, aangezien eiseres om royement had verzocht en gedaagden daarmee instemden.

De rechter heeft in zijn overwegingen de relevante artikelen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aangehaald, die bepalen dat de partij die in het ongelijk is gesteld, in de kosten wordt veroordeeld. Echter, in deze situatie was er geen partij die in het ongelijk was gesteld, en de wet laat het aan partijen zelf over om afspraken te maken over de proceskosten. Gedaagden hebben geen regeling getroffen en hebben geen redenen aangevoerd waarom zij recht zouden hebben op vergoeding van de proceskosten.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van gedaagden tot vergoeding van proceskosten afgewezen en de procedure zonder kostenveroordeling doorgehaald. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken tussen partijen over proceskosten in situaties van royement.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
Zaaknummer: 309521 CV EXPL 08-4099
typ: AodK
Vonnis van 10 december 2008
in de zaak
INBEV NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Breda,
eiseres,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s., deurwaarders te Eindhoven,
tegen
1. [gedaagde 1],
wonend te [adres],
2. [gedaagde 2],
wonend te [adres],
gedaagden,
in persoon procederend.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Eiseres heeft bij exploot van dagvaarding met producties van 1 oktober 2008 een vordering tegen gedaagden ingesteld. Ter eerst dienende datum, 15 oktober 2008, hebben gedaagden uitstel van antwoord gevraagd en verkregen tot 12 november 2008.
Bij brief van 4 november 2008 heeft eiseres royement van de procedure verzocht.
Gedaagden zijn akkoord gegaan met royement, maar hebben gevorderd eiseres te veroordelen tot betaling van de aan hun zijde gerezen proceskosten.
Hierna is uitspraak bepaald op heden.
MOTIVERING
Eiseres heeft bij akte ter rolle van 12 november 2008 royement van de onderhavige procedure voorgesteld.
Gedaagden hebben daarop mondeling gereageerd en ingestemd met het verzochte royement, maar wel aanspraak gemaakt op vergoeding van de proceskosten.
Volgens de wet, artikelen 237 en 238 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wordt de partij die bij vonnis in het ongelijk is gesteld, “in de kosten” veroordeeld. In zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen en de wederpartij van de in het ongelijk gestelde partij zonder gemachtigde procedeert, wordt onder de kosten “waarin” de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld een door de rechter te bepalen bedrag voor noodzakelijke reis-, verblijf- en verletkosten opgenomen.
In casu is echter geen sprake van een in het ongelijk gestelde partij. Eiseres heeft om royement gevraagd en gedaagden zijn daarmee akkoord gegaan. De wet laat het in dergelijke gevallen aan partijen zelf over om een regeling te treffen ten aanzien van de proceskosten.
Gesteld noch gebleken is dat partijen zelf een regeling hebben getroffen ten aanzien van de proceskosten.
Gedaagden, die zonder gemachtigde hebben geprocedeerd, hebben zich tot de kantonrechter gewend en een proceskostenveroordeling van eiseres gevorderd maar niets gesteld over de reden waarom zij menen daarop recht te kunnen doen gelden noch over kosten die zij daadwerkelijk hebben moeten maken.
Het vorenstaande in onderlinge samenhang beschouwd leidt tot de conclusie dat de vordering van gedaagden dient te worden afgewezen.
De zaak zal worden doorgehaald zonder enige kostenveroordeling.
BESLISSING
Royeert de procedure met zaaknummer 309521 CV EXPL 08-4099.
Wijst de vordering van gedaagden ter zake vergoeding van proceskosten af.
Aldus gewezen door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.