Tot verweer stellen [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zich op het standpunt dat [de advocatenmaatschap] in de persoon van [de advocatenmaatschap] bij het uitvoeren van diens werkzaamheden toerekenbaar tekort is geschoten, waardoor [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] schade hebben geleden. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] hebben [de advocatenmaatschap] opdracht gegeven om een echtscheidingsconvenant op te stellen, op basis van huwelijksvoorwaarden die, voor zover hier van belang, inhouden dat zij met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen zijn gehuwd. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] hebben hun huwelijksvoorwaarden daarbij aan [de advocatenmaatschap] ter hand gesteld. Een kopie van de op 27 december 1996 opgestelde huwelijksvoorwaarden is als productie bij de conclusie van antwoord in het geding gebracht, doch van de tekst ontbreken de even genummerde pagina’s. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] was reeds voor hij op 31 december 1996 met [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] in het huwelijk trad, eigenaar van de latere echtelijke woning, gelegen aan de [adres], en is ook altijd alléén eigenaar gebleven.
[de advocatenmaatschap] heeft in het (door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ondertekende) echtscheidingsconvenant (hierna: het convenant) onder artikel 1.6 echter opgenomen dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] recht heeft op de helft van de overwaarde van de echtelijke woning. Die overwaarde zou volgens het convenant
€ 60.000,00 bedragen, hetgeen impliceert dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] dan aanspraak maakt op een bedrag van
€ 30.000. Een kopie van het convenant is aan de conclusie van antwoord gehecht. Hierop wordt overigens met betrekking tot de datum enkel ‘augustus 2005’ genoemd, doch uit andere gedingstukken lijkt opgemaakt te kunnen worden dat het 25 augustus 2005, althans eind augustus 2005, betreft. Dat dit laatste van belang kan zijn, zal uit het vervolg van dit vonnis blijken. Het convenant is derhalve, althans op dit punt, opgesteld in strijd met de huwelijksvoorwaarden. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] hebben [de advocatenmaatschap] geen opdracht gegeven om in het door haar op te stellen convenant van de huwelijksvoorwaarden af te wijken. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] hebben het convenant ondertekend omdat zij meenden en mochten menen dat [de advocatenmaatschap] het convenant naar de regels van het recht en conform hun huwelijksvoorwaarden had opgesteld.
Een gevolg van het gegeven dat in het door [de advocatenmaatschap] opgestelde convenant de helft van de overwaarde van de echtelijke woning aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] wordt toegekend, is dat (het college van burgemeester en wethouders van) de gemeente Maastricht de aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] vanaf 9 augustus 2005 verstrekte bijstandsuitkering ad € 3.422,33 bruto bij beschikking van 20 februari 2006 van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] heeft teruggevorderd in verband met een overschrijding van het vrij te laten vermogen.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zeggen dat zij, toen zij begrepen dat het echtscheidingsconvenant in strijd was met de feitelijke en juridische werkelijkheid en dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] om die reden in financiële problemen kwam, het convenant hebben laten wijzigen. In het gewijzigde convenant (dat dateert van 9 oktober 2006 en kennelijk is opgesteld door ofwel bovengenoemde gemachtigde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ofwel een kantoorgenoot) hebben [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] laten opnemen dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] “afstand” doet van haar recht op de helft van de overwaarde van de echtelijke woning. De gemeente Maastricht heeft vervolgens bij beschikking van 29 januari 2007 getracht de verleende bijstand te verhalen op [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1].
Daar waar [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] bij conclusie van antwoord in conventie nog stellen dat [de advocatenmaatschap] wist of had moeten weten dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] een bijstandsuitkering van de gemeente Maastricht ontving en aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] had moeten mededelen dat haar uitkering door toebedeling van de helft van de overwaarde van de echtelijke woning in gevaar zou komen, doen zij daar bij dupliek in conventie nog een schepje bovenop. In die fase van het geding stellen zij dat [de advocatenmaatschap], nog voordat ook maar gesproken werd over het opstellen van het convenant, [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] zelfs heeft geadviseerd zich tot de sociale dienst te wenden voor een (bijstands)-uitkering. Bij diezelfde conclusie van dupliek in conventie stellen [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] tevens dat [de advocatenmaatschap] na overhandiging van de huwelijksvoorwaarden aan hen heeft medegedeeld dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] recht heeft op de helft van de overwaarde van de echtelijke woning en dat om die reden het convenant zo is opgesteld als feitelijk gedaan is.
Daarnaast stellen zij dat [de advocatenmaatschap] met [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] heeft afgesproken dat de rechtsbijstandskosten € 400,00 à € 500,00 zouden bedragen. Dit bedrag (€ 500,00) heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] betaald.