ECLI:NL:RBMAA:2009:10633

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
4 november 2009
Publicatiedatum
26 juli 2021
Zaaknummer
330144 CV EXPL 09-1689
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil tussen verhuurster en curator van failliete vennootschap met betrekking tot achterstallige huur en gebruiksvergoeding

In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Maastricht, betreft het een huurgeschil tussen de verhuurster, Favini Real Estate B.V., en de curator van de failliete vennootschap Favini Meerssen B.V. De procedure is gestart door de verhuurster die aanspraak maakt op betaling van achterstallige huurpenningen over de periode van 21 januari 2008 tot en met 31 januari 2009, ter hoogte van € 723.589,48. De huur betreft de onroerende zaken die door de papierfabriek Favini te Meerssen werden gebruikt. Na de surseance van betaling op 22 januari 2008 en het daaropvolgende faillissement op 18 april 2008, heeft de curator de huur opgezegd per 1 februari 2009. Daarnaast vordert Favini een gebruiksvergoeding van € 96.634,52 voor de periode na de opzegging.

De curator erkent de huurvordering, maar betwist de gebruiksvergoeding en stelt dat hij de voldoening daarvan uit het boedelactief mag opschorten. Hij heeft een juridische splitsing aangevoerd die in 2005 heeft plaatsgevonden, waarbij de onroerende zaken van Favini Meerssen samen met een schuld aan Favini N.V. zijn overgegaan naar Favini Real Estate. De curator heeft deze transactie als paulianeus aangemerkt en vordert vernietiging op grond van artikel 42 van de Faillissementswet.

De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 4 november 2009 geoordeeld dat de vorderingen in conventie en reconventie voldoende samenhang vertonen, waardoor afzonderlijke behandeling ongewenst is. De incidentele vordering van Favini om de reconventionele vordering naar de Sector Civiel van de Rechtbank te Amsterdam te verwijzen, is afgewezen. De zaak is vervolgens aangehouden voor een conclusie van dupliek in reconventie aan de zijde van Favini, met een rolzitting gepland op 2 december 2009.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton Locatie Maastricht
Zaaknummer: 330144 CV EXPL 09-1689
Vonnis van 4 november 2009
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FAVINI REAL ESTATE B.V. in liquidatie,
gevestigd te Meerssen en kantoorhoudend te Beek (Limburg),
eisende partijin conventie en in het incident,
verwerende partijin reconventie,
gemachtigden: mr. G.H. Gispen en mr. M.A. Heijink, advocaten te Amsterdam;
tegen:
[gedaagde in conventie, verweerder in het incident, eiser in reconventie] , in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FAVINI MEERSSEN B.V.,
kantoorhoudend te Maastricht,
gedaagde partijin conventie, tevens
verwerende partijin het incident,
eisende partijin reconventie,
gemachtigden: mr. R.J.M.C. Rosbeek en mr. R.A.L.M. van Dooren, advocaten te Maastricht.

1.Het verloop van de procedure

Eisende partij in conventie en in het incident, tevens verwerende partij in reconventie, verder ook te noemen "Favini", heeft gedaagde partij in conventie, tevens verwerende partij in het incident, daarenboven eisende partij in reconventie, verder te noemen "de curator", onder medebetekening van vijf producties gedagvaard om te verschijnen voor de kantonrechter te Maastricht.
De curator heeft geconcludeerd voor antwoord in conventie en tevens een eis in reconventie ingesteld onder overlegging van vijftien producties.
Favini heeft geconcludeerd voor repliek in reconventie en voor antwoord in reconventie onder overlegging van elf producties, en heeft tevens in reconventie een incidentele conclusie strekkende tot onbevoegdheid van de Sector Kanton van deze Rechtbank genomen.
De curator heeft daarop gedupliceerd in conventie en gerepliceerd in reconventie, waarbij een productie is overgelegd, en heeft tegelijkertijd geantwoord in het incident.
Vervolgens is vonnis in het incident bepaald, waarvan de uitspraak is vastgesteld op heden.

2.Het geschil in conventie

2.1
Voor een volledige omschrijving van de vordering wordt thans kortheidshalve verwezen naar het exploot van dagvaarding en de daarbij gevoegde stukken.
Kort gezegd komt de vordering hierop neer dat Favini aanspraak maakt op betaling van achterstallige huurpenningen over de periode 21 januari 2008 tot en met 31 januari 2009 ten bedrage van€ 723.589,48. Daarbij gaat het om de huur van de door de papierfabriek Favini te Meerssen gebruikte onroerende zaken - de fabrieksgebouwen - waarvan de eigendom aan Favini Real Estate toebehoorde. Aan Favini Meerssen is op 22 januari 2008 surseance van betaling verleend, waarna het faillissement op 18 april 2008 is uitgesproken.
Favini maakt daarnaast nog aanspraak op een gebruiksvergoeding over de periode nadat de huur door opzegging zijdens de curator per 1 februari 2009 was geëindigd omdat de onroe­ rende zaken
"na de Ontruimingsdatum door de Curator in gebruik zijn geweest",waarbij het gaat om een bedrag van€ 96.634,52 (exploot sub 7.5).
in reconventie
2.2
De eerste zin van het hierboven gestelde is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat wordt verwezen naar de conclusie van eis in reconventie.
De curator erkent op zich de huurvordering - de gebruiksvergoeding wordt betwist - maar stelt zich op het standpunt dat hij de voldoening daarvan uit het boedelactief mag opschorten. In dit verband wijst de curator erop dat in 2005 een juridische splitsing heeft plaatsgevonden, waarbij de onroerende zaken van Favini Meerssen samen met een schuld van deze aan Favini
N.V. op Favini Real Estate zijn overgegaan (CvA conv. sub 4). De curator heeft deze rechtshan­ deling - samengevat - als paulianeus aangemerkt en daarvan op de voet van artikel 42 van de Faillissementswet de vernietiging ingeroepen.
In rechte vordert de curator een desbetreffende verklaring van recht en vordert hij restitutie dan wel schadevergoeding, op te maken bij staat en te vereffenen als volgens de wet.
in het incident
2.3
Volgens Favini behoort de door de curator in reconventie ingestelde vordering niet tot de competentie van de kantonrechter als bedoeld in artikel 93 Rv en is evenmin sprake van voldoende samenhang met de vordering in conventie die zich zou verzetten tegen afzonder­ lijke behandeling van beide vorderingen.
Favini vordert derhalve verwijzing van de reconventionele vordering naar de Sector Civiel van de Rechtbank te Amsterdam dan wel - subsidiair - te Maastricht.

3.De beoordeling in het incident

3.1
In artikel 94 lid 2 Rv is bepaald:
"Indien een zaak meer vorderingen betreft en tenminste één daarvan een vordering is als bedoeld in artikel 93 onder c of d, worden deze vorderingen alle door de kantonrechter behandeld en beslist, voor zover de samenhang tussen de vorderingen zich tegen afzonderlijke behandeling verzet".
De - op zich erkende - vordering in conventie is (grotendeels) betrekkelijk tot huur als bedoeld in artikel 93 sub c Rv. De curator beroept zich echter op een opschortingsrecht dat zijn feitelijke en juridische grondslag vindt in dezelfde feiten en omstandigheden die de basis vormen voor de vordering in reconventie (zie verder sub 2.2).
Gelet op het vorenstaande moet het ervoor worden gehouden dat tussen de vorderingen in conventie en in reconventie een dusdanige samenhang bestaat, dat afzonderlijke behandeling daarvan rechtens reeds ongewenst is met het oog op de hierboven geciteerde bepaling. Hetgeen in dit verband door Favini overigens nog is aangevoerd, behoeft derhalve geen bespreking meer.
3.2
Het vorenoverwogene leidt tot afwijzing van de incidentele vordering en verwijzing van Favini in de kosten van het incident.
in de hoofdzaak (conventie en in reconventie)
3.3
Nu Favini nog geen conclusie van dupliek in reconventie heeft genomen zal, zij daartoe in de gelegenheid worden gesteld.
Voorts wordt iedere verdere beslissing aangehouden.

4.De beslissing in het incident

Wijst de vordering af.
Veroordeelt Favini tot betaling van de kosten van het incident, aan de zijde van de curator begroot op€ 200,- voor salaris gemachtigde.
in de hoofdzaak (conventie en reconventie)
Verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 2 december 2009 voor conclusie van dupliek in reconventie aan de zijde van Favini.
Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr.
H.W.M.A.Staal, kantonrechter, en is in het openbaar uitge­ sproken in aanwezigheid van de griffier.
MC