ECLI:NL:RBMAA:2009:BH5621
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over telescoophoogwerker en huurprijswijziging
In deze zaak vorderde de eiser, een besloten vennootschap, betaling van een bedrag van € 3.213,30 van de gedaagde partij, eveneens een besloten vennootschap, voor de huur van een telescoophoogwerker en bijkomende kosten. De eiser had de gedaagde partij eerder een schaarhoogwerker verhuurd voor € 490,00 per week. Na inruil van de schaarhoogwerker werd een telescoophoogwerker ter beschikking gesteld, waarvoor de eiser een huurprijs van € 950,00 per week in rekening bracht. De gedaagde partij betwistte deze huurprijs en stelde dat zij er vanuit mocht gaan dat de huurprijs gelijk bleef aan die van de schaarhoogwerker, omdat hierover geen duidelijke communicatie had plaatsgevonden.
De rechtbank oordeelde dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat de gedaagde partij op de hoogte was van de hogere huurprijs voor de telescoophoogwerker. De eiser had geen schriftelijk bewijs overgelegd dat de nieuwe huurprijs was overeengekomen. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde partij, zonder nadere mededelingen van de eiser, er vanuit mocht gaan dat de huurprijs voor de telescoophoogwerker gelijk bleef aan die van de schaarhoogwerker. De vordering van de eiser werd daarom afgewezen, met uitzondering van een bedrag van € 290,06 dat de gedaagde partij nog verschuldigd was, vermeerderd met wettelijke rente.
De rechtbank wees ook de gevorderde incassokosten af, omdat deze niet in redelijkheid waren gemaakt. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij. Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter H.W.M.A. Staal op 4 maart 2009.