ECLI:NL:RBMAA:2009:BI0544
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van achterstallige ziektekostenpremies en geschil over opzegging van de verzekering
In deze zaak vorderde de coöperatie VGZ-IZA-TRIAS U.A. (hierna: VGZ) van de gedaagde partij betaling van achterstallige premies voor de ziektekostenverzekering. De vordering betrof een bedrag van € 1.947,18, vermeerderd met wettelijke rente, als gevolg van niet-betaalde premies over de periode van 1 augustus 2006 tot en met 30 april 2008. De gedaagde had gesteld dat hij de verzekering per 1 januari 2006 had opgezegd, maar kon dit niet aantonen. VGZ stelde dat de opzegging niet tijdig was en dat de gedaagde in verzuim was met de betaling van de premies. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet had aangetoond dat VGZ de opzegging had ontvangen en dat de overeenkomst van kracht bleef. De rechter wees de vordering van VGZ toe, met inachtneming van eerdere verminderingen van eis, en veroordeelde de gedaagde tot betaling van een bedrag van € 1.300,18, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van VGZ, die op € 593,44 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.