ECLI:NL:RBMAA:2009:BI3634

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
6 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
271555 CV EXPL 07-3440 en 286836 CV EXPL 08-1045
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Misbruik van omstandigheden bij het afsluiten van meerdere telefonieabonnementen door een tussenhandelaar

In deze zaak, die voor de Rechtbank Maastricht werd behandeld, stond de vraag centraal of er sprake was van misbruik van omstandigheden door een tussenhandelaar, BelCompany, bij het afsluiten van meerdere telefonieabonnementen door de gedaagde partij in conventie, die tevens eisende partij in reconventie en vrijwaring was. De gedaagde had in een korte tijdspanne van vier dagen ten minste vijf abonnementen afgesloten bij BelCompany, wat leidde tot een vordering van Telfort voor onbetaalde facturen. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat hij in een verwarde geestestoestand verkeerde, wat hem zou hebben weerhouden van het maken van weloverwogen beslissingen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet had aangetoond dat hij ten tijde van het afsluiten van de contracten niet in staat was om zijn wil te bepalen. De rechter benadrukte dat de verkoper van BelCompany had moeten inzien dat de gedaagde in een kwetsbare positie verkeerde en dat er een zorgplicht bestond om te voorkomen dat de gedaagde in financiële problemen zou raken door het afsluiten van meerdere contracten. De rechter oordeelde dat de vordering tot vrijwaring van de gedaagde tegen BelCompany werd toegewezen, omdat de gedaagde recht had op vrijwaring voor de gevolgen van de vordering van Telfort. De zaak werd aangehouden voor verdere beoordeling van de juridische basis van de vordering van Telfort, met betrekking tot de abonnementskosten voor de resterende looptijd van de overeenkomst.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknrs: 271555 CV EXPL 07-3440 en 286836 CV EXPL 08-1045
typ: MH
coll: MH
vonnis van 6 mei 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TELFORT B.V.,
rechtsopvolgster van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
O2 (NETHERLANDS) B.V.,
verder te noemen Telfort,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigden: J.L.G. Jeukens en mr. R.H.A. Buttolo, deurwaarders te Heerlen
tegen
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring],
wonend te [woonplaats],
verder te noemen [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring],
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. M.F.E. Sprenkels, advocaat te Roermond (toev. 1 DU9796)
en in de zaak van
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring],
wonend te [woonplaats],
verder te noemen [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring],
eisende partij in vrijwaring,
gemachtigde: mr. M.F.E. Sprenkels, advocaat te Roermond
tegen
de besloten vennootschap BELCOMPANY B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Veenendaal,
verder ook te noemen BelCompany,
gedaagde partij in vrijwaring,
gemachtigde: mr. R.A. van Huussen, advocaat te Veenendaal.
HET VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE
in de hoofdzaak
Na het vonnis van 20 februari 2008, waarin de beslissing in de hoofdzaak is aangehouden in afwachting van de vrijwaringsprocedure, heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] - hoewel hij daartoe in de gelegenheid is gesteld - geen conclusie van dupliek genomen en hij heeft daarvoor ook geen uitstel gevraagd.
Naar aanleiding van de voortgang in de vrijwaringsprocedure is vervolgens in de hoofdzaak bepaald dat de zaak zou worden aangehouden tot de zaak in vrijwaring in staat van wijzen zou zijn, hetgeen thans het geval is.
in de vrijwaringszaak
Bij exploot van dagvaarding van 25 maart 2008 heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] BelCompany in vrijwaring gedagvaard onder overlegging van zes meervoudige producties in fotokopievorm als bijlagen van het exploot. BelCompany heeft schriftelijk voor antwoord geconcludeerd. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] heeft vervolgens voor repliek geconcludeerd onder overlegging van één productie in fotokopievorm. BelCompany heeft hier bij dupliek schriftelijk op gereageerd.
Hierna is in de vrijwaring vonnis bepaald, waarvan de uitspraak nader is bepaald op heden, tegelijk met het vonnis in de hoofdzaak.
MOTIVERING
de vorderingen in de hoofdzaak
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, althans niet of ondeugdelijk weersproken, en mede op basis van de inhoud van in dit opzicht onbetwist gebleven producties staat tussen partijen vast dat:
- [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] op 8 november 2006 een overeenkomst met Telfort is aangegaan voor bepaalde tijd ter zake het gebruik van het mobiele telecommunicatienetwerk van Telfort;
- op grond van die overeenkomst Telfort aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] een mobiele communicatie-aansluiting en een telefoonnummer (06[nummer]) ter beschikking heeft gesteld alsmede een telefoontoestel van het type Nokia N80 ter waarde van € 499,99 heeft verstrekt;
- [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] de op die overeenkomst betrekking hebbende en aan hem verzonden facturen tot op heden niet heeft betaald.
Bij exploot van dagvaarding van 11 oktober 2007 vordert Telfort de veroordeling van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad – tot betaling van een bedrag van € 989,56, zijnde € 781,66 aan hoofdsom, € 57,90 aan vervallen rente en € 150,00 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de verdere contractuele rente naar 1% per maand over een bedrag van € 781,66 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, alles onder verwijzing van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] in de proceskosten.
In reconventie vordert [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] voor recht te verklaren dat de onderhavige met Telfort gesloten overeenkomst buitengerechtelijk “zijn” vernietigd, “althans deze alsnog te vernietigen”, alsmede Telfort te veroordelen tot vergoeding van de nader bij staat op te maken en volgens de wet te vereffenen (door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] geleden) schade, alles onder verwijzing van Telfort in de proceskosten.
de vordering in vrijwaring
In vrijwaring vordert [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] de veroordeling van BelCompany om aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] te betalen datgene waartoe [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] als gedaagde in de hoofdzaak jegens Telfort mocht worden veroordeeld, inclusief de proceskostenveroordeling, onder verwijzing van BelCompany in de kosten van de vrijwaringsprocedure.
de stellingen van partijen in de hoofdzaak
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] betwist in de conclusie van antwoord in conventie dat hij (buiten rechte) geen verweer heeft gevoerd tegen de vorderingen van Telfort. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] wijst erop dat Telfort geen stukken in het geding heeft gebracht. Hij verzoekt om toezending van afschriften van de facturen, de algemene voorwaarden, het contract en de sommaties, waarna hij in de gelegenheid wenst te worden gesteld om op deze nadere producties te reageren. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] betwist bij gebrek aan wetenschap de juistheid van de door Telfort aangevoerde feiten alsook de volgens Telfort verschuldigde bedragen.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] verwijst verder naar hetgeen hij reeds in de vrijwaringsprocedure naar voren heeft gebracht.
Bij repliek heeft Telfort fotokopieën van de overeenkomst, de algemene voorwaarden, de facturen en de aanmaningen overgelegd. Telfort heeft zich op het standpunt gesteld dat het aangaan van meer overeenkomsten met verschillende aanbieders van telecommunicatie [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] niet van zijn verplichtingen ontslaat. Het is tegenwoordig maatschappelijk niet vreemd dat iemand meer telefoonabonnementen heeft bij verschillende aanbieders. Het standpunt van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] dat uit het feit dat hij diverse overeenkomsten is aangegaan, afgeleid zou moeten worden dat hij op dat moment in een geestestoestand verkeerde waarin hij niet meer wist wat hij deed en hij dus een vernietigbare overeenkomst is aangegaan, deelt Telfort niet. De tussenhandelaar, in dit geval BelCompany, behoeft dan ook geen argwaan te hebben gehad op het moment dat de abonnementen werden aangegaan. Temeer nu bij het aangaan van een abonnement een afschrift dient te worden getoond van het laatste bankrekeningafschrift alsmede een geldige bankpas. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] heeft bij het aangaan van het abonnement een bankpas getoond met een vervaldatum van juli 2010. Telfort verwijst naar fotokopieën van het paspoort, de bankpas en het rekeningafschrift van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] (productie 2 bij de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie).
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] heeft niet aangetoond ten tijde van het afsluiten van het contract in een dusdanige geestestoestand te hebben verkeerd, dat hij niet naar behoren heeft kunnen handelen. Het feit dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] (bedoeld is: [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] vermogen) onder bewind is gesteld, maakt hem niet handelingsonbekwaam. Daarbij komt dat de onderhavige overeenkomst is gesloten voordat een dergelijk bewind is uitgesproken.
Telfort benadrukt dat BelCompany geen partij is in dit geding.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] heeft op de conclusie van repliek, na daartoe uitdrukkelijk in de gelegenheid te zijn gesteld, niet meer gereageerd, zodat de nadere stellingen en producties van Telfort verder onweersproken zijn gebleven.
de stellingen van partijen in de vrijwaringzaak
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] stelt dat BelCompany is gehouden [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] in de onderhavige zaak te vrijwaren. Hij beargumenteert dit standpunt – samengevat – aldus, dat hij ten tijde van het sluiten van de onderhavige overeenkomst, en ook reeds enige tijd daarvoor, in een verwarde en afhankelijke geestestoestand verkeerde. Als bewijs van die stelling verwijst [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] naar een in de hoofdzaak overgelegde uitnodiging voor een psychologisch onderzoek dat door zijn psychiater [psychiater] is geïnstigeerd (productie 4 bij conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie). De betreffende verkoper van BelCompany, een zekere [verkoper], wist, althans had kunnen weten, dat de wil van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] er niet op was gericht om die overeenkomst te sluiten. Genoemde verkoper heeft nagelaten om een zogenoemde BKR-controle uit te voeren. De bedoeling van een dergelijke controle is – mede – om te bezien of een klant niet in de financiële problemen raakt bij het afsluiten van een overeenkomst als de onderhavige. Indien een BKR-controle was uitgevoerd, zou zijn gebleken dat de betreffende verkoper zich slechts heeft laten leiden door in het vooruitzicht gestelde provisies en daarbij voorbijgegaan is aan de belangen van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring].
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] heeft begin november 2006 in vier dagen tijd ten minste vijf mobiele telefoonabonnementen genomen bij BelCompany (vestiging Muntstraat 6 te Maastricht), steeds via dezelfde verkoper. In een brief van 16 mei 2007 van de gemachtigde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] aan BelCompany (productie 1 bij conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie) spreekt deze zelfs over zeven abonnementen in drie dagen. Direct na het aangaan van de abonnementen heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] steeds het bijbehorende telefoontoestel verkocht voor een fractie van de werkelijke waarde, om daarmee aan zijn gokverslaving te kunnen voldoen.
BelCompany had op het moment van het afsluiten van de verschillende contracten als geen ander het overzicht van de verschillende verplichtingen die [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] in vier dagen tijd was aangegaan. BelCompany heeft een zorgplicht jegens haar klanten en in het kader van die zorgplicht had BelCompany deze abonnementen nooit allemaal mogen accepteren.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] heeft – in geval van een onverhoopt ongunstige afloop van de hoofdzaak – het recht de nadelige gevolgen geheel of gedeeltelijk op BelCompany te verhalen.
BelCompany heeft zich bij antwoord primair op het standpunt gesteld dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring]
niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vorderingen. Het vermogen van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] is bij beschikking van 14 mei 2007 onder bewind gesteld. De vordering tot vrijwaring had daarom volgens BelCompany door de bewindvoerder moeten worden ingesteld, niet door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] zelf. BelCompany is van opvatting dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid in (en buiten) rechte van de bewindvoerder exclusief is. Naast die vertegenwoordigingsbevoegde bewindvoerder is degene wiens goederen onder bewind zijn gesteld, niet zelf bevoegd.
BelCompany heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de vordering tot vrijwaring moet worden afgewezen.
Bij repliek geeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] als zijn opvatting dat het onjuist is dat de bewindvoerder in de onderhavige zaak de exclusieve bevoegdheid toekomt. De vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft betrekking op handelingen die de onder bewind staande goederen betreffen. Vraag is volgens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] of het in de onderhavige zaak gaat om handelingen met betrekking tot onder bewind staande goederen. Bovendien dient vrijwaring van BelCompany ook een praktisch doel: het voorkomen van een veelvoud aan procedures.
Bij dupliek heeft BelCompany haar standpunten gehandhaafd.
de beoordeling in de hoofdzaak
Voor zover uit zijn verdere proceshouding nog niet moet worden afgeleid dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] zijn stellingen niet langer wenst te handhaven, moet in ieder geval het door Telfort bij repliek nader gestelde als vaststaand worden aangenomen.
Onbetwist is dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] een overeenkomst heeft gesloten met Telfort en dat aan hem een telefoontoestel ter beschikking is gesteld. Evenmin heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] de openstaande facturen betwist. Wel heeft hij Telfort aansprakelijk gesteld voor het handelen van (de medewerker) BelCompany.
Vaststaat op grond van de door Telfort bij repliek overgelegde stukken dat Telfort wegens de wanbetaling van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] de dienstverlening heeft beëindigd. Tevens is gebleken dat van de hoofdsom ad € 781,66 een bedrag van € 91,64 betrekking heeft op de abonnements- en verbruikskosten over de periode november 2006 tot 11 januari 2007. Het resterende bedrag van € 690,02 ziet op de na ontbinding resterende abonnementskosten tot het einde van de overeengekomen contractsperiode.
Omdat binnen de verhouding tussen Telfort en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] onvoldoende grond bestaat om de op zichzelf erkende overeenkomst op grond van enig wilsgebrek of misbruik van omstandigheden aan te tasten, is [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] uit dien hoofde gehouden de facturen die betrekking hebben op de tot 11 januari 2007 in rekening gebrachte abonnements- en verbruikskosten, te voldoen. Deze vordering van in totaal € 91,64 zal dan ook worden toegewezen, evenals de hierover gevorderde rente naar het bedongen percentage. Telfort heeft zowel de redelijke noodzaak als de redelijke omvang van buiten rechte verrichte werkzaamheden en daarop betrekking hebbende kosten in voldoende mate verantwoord en tevens aannemelijk gemaakt dat deze niet zien op de directe procesvoorbereiding of anderszins gedekt worden door een kostenveroordeling op de voet van artikel 237 Rv. en verder. De beslissing over de hoogte van het toe te wijzen bedrag zal worden aangehouden tot over het resterende deel van de gevorderde hoofdsom een eindoordeel kan worden gegeven.
Wat betreft de gevorderde hoofdsom resteert dan ter beoordeling nog een bedrag van
€ 690,02, dat betrekking heeft op de periode na afsluiting van de telefoon (en de door Telfort geïnstigeerde ontbinding van de overeenkomst) tot het einde van de contractperiode. De kantonrechter kan op dit moment hierover nog geen oordeel geven, omdat Telfort zich niet expliciet heeft uitgelaten over de (juridische) basis van dit onderdeel van de vordering. Telfort heeft bij repliek de overeenkomst, facturen en aanmaningen (in kopie) overgelegd. Daaruit moet kennelijk worden afgeleid dat Telfort op grond van haar algemene voorwaarden gerechtigd is de aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] aangeboden diensten te beëindigen en de abonnementskosten over de resterende looptijd in rekening te brengen. Dat op de litigieuze overeenkomst de algemene voorwaarden van toepassing zijn, staat wel vast. De kantonrechter acht het echter voor een goede beoordeling van de zaak in het licht van hetgeen hierna nog wordt overwogen, nodig dat Telfort zich alsnog bij akte uitlaat over de juridische basis van de vordering, voor zover deze betrekking heeft op de abonnementskosten voor de resterende looptijd van de overeenkomst, onder overlegging van verificatoire bescheiden ter zake.
Te dien aanzien is nog het volgende van belang.
Ingevolge de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: HvJ) van 27 juni 2000 (NJ 2000/730, Océano) en 26 oktober 2006 (NJ 2007/201, Mostaza Claro), is de kantonrechter ambtshalve verplicht tot toetsing van onredelijk bezwarende bedingen in algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten.
In de EG Richtlijn 93/13/EEG van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten is bepaald in artikel 3:
“Artikel 3
1. Een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, wordt als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort.
2. (…)
3. De bijlage bevat een indicatieve en niet uitputtende lijst van bedingen die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt.”
In de bijlage bij Richtlijn 93/13/EEG is opgenomen onder e) dat als oneerlijk in de zin van artikel 3 lid 3 van de Richtlijn kunnen worden aangemerkt bedingen die tot doel of tot gevolg hebben: “de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen.”
Onder o) is opgenomen dat als oneerlijk in de zin van artikel 3 lid 3 van de Richtlijn kunnen worden aangemerkt bedingen die tot doel of tot gevolg hebben: “de consument te verplichten al zijn verbintenissen na te komen, zelfs wanneer de verkoper zijn verbintenissen niet nakomt”.
Er is reeds vastgesteld dat de factuur van 19 februari 2007, waarbij aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] een bedrag van € 690,02 in rekening is gebracht, betrekking heeft op de ontbinding van de overeenkomst en het in rekening brengen van de abonnementskosten over de resterende looptijd van de overeenkomst.
De kantonrechter is op grond van het hiervoor overwogene voor wat die factuur betreft voorshands van oordeel dat er in deze zaak sprake is van een beding dat tot doel of tot gevolg heeft om aan de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen. Tegenover de verplichting tot betaling van de vaste abonnementskosten over de resterende looptijd van de overeenkomst staan vanaf de datum van ontbinding immers geen diensten meer van Telfort.
In het kader van een richtlijnconforme interpretatie van artikel 6:233 aanhef en sub a BW vormt het feit dat een beding is opgenomen in de bijlage bij artikel 3 lid 3 van de Richtlijn 93/13/EEG, een indicatie dat er sprake is van een onredelijk bezwarend beding.
Gelet op de inhoud van het voornoemde Mostaza Claro arrest is de kantonrechter voorlopig van oordeel dat het beding op grond van artikel 6:233 aanhef en sub a BW buiten toepassing zou moeten worden gelaten. Of daadwerkelijk sprake is van een onredelijk bezwarend beding, dient te worden beoordeeld in het licht van alle omstandigheden van het geval.
De kantonrechter stelt Telfort dan ook in de gelegenheid zich bij akte uit te laten over de juridische basis van de in rekening gebrachte abonnementskosten voor de resterende looptijd alsmede over de geldigheid hiervan in het licht van het voorgaande. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] zal vervolgens bij antwoordakte kunnen reageren.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
de beoordeling van de vordering tot vrijwaring
Op grond van artikel 1:441 lid 1 BW vertegenwoordigt de bewindvoerder bij de vervulling van zijn taak de rechthebbende in en buiten rechte. Uit de Memorie van Toelichting op dit artikel, gelezen in combinatie met artikel 1:443 BW, kan worden afgeleid dat de bewindvoerder als formele procespartij moet worden beschouwd in gedingen die de onder bewind gestelde goederen betreffen. Bij beschikking van 14 mei 2007 is bewind over alle aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] toebehorende of toekomstige goederen ingesteld. De vordering van Telfort heeft direct betrekking op het beheer over de goederen van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring]. Een en ander leidt tot het oordeel dat de vordering niet door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] maar door de bewindvoerder had moeten worden ingesteld, zodat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in zijn vorderingen. Omdat hier echter de vader van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] tot bewindvoerder is benoemd, mag in de onderhavige zaak gevoeglijk worden aangenomen dat de gemachtigde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] met instemming van de bewindvoerder de vordering tot vrijwaring heeft ingesteld. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] wordt daarom, ook om proceseconomische redenen, ontvankelijk verklaard in zijn vordering.
Ingevolge artikel 3:44 BW is een rechtshandeling die onder bedreiging, door bedrog of door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen, vernietigbaar. In het in de hoofdzaak gevoerde verweer en in de stellingname van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] in vrijwaring moet worden gelezen dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] zich op het standpunt stelt dat BelCompany misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden waarin hij openlijk kenbaar verkeerde. Een belangrijk deel van de stellingname van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] is immers gebaseerd op de omstandigheid dat één verkoper ([verkoper]) van BelCompany in vier dagen tijd ten minste vijf mobiele telefoonabonnementen aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] heeft verkocht. Het is inderdaad opmerkelijk te noemen dat iemand zonder enig beletsel, althans zonder enige extra check of aanvullende waarborg, in een dergelijke korte tijdspanne een groot aantal mobiele telefoonabonnementen afsluit. De rol die de betreffende verkoper hierin heeft gespeeld, is op zijn minst twijfelachtig te noemen. Hoewel het iedereen vrijstaat om legio telefoonabonnementen tegelijkertijd te hebben, had het op de weg van de verkoper gelegen om naar de beweegredenen van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] te vragen voor diens opmerkelijke gedrag en ambities en om in dit geval tevens navraag te doen naar de financiële positie van betrokkene. Niets wijst erop dat de verkoper [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] naar zijn beweegredenen heeft gevraagd of hem heeft gewezen op de omvang van de financiële verplichtingen die hij aanging met het afsluiten van de abonnementen. Terwijl toch deze verkoper bij uitstek degene was die wist hoeveel telefoonabonnementen (met de bijbehorende mobiele telefoontoestellen als tegenprestatie) [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] in een kort tijdbestek wenste aan te gaan.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] heeft onvoldoende onderbouwd dat hij ten tijde van het afsluiten van de overeenkomst in een dusdanig verwarde en afhankelijke geestestoestand verkeerde, dat hij om die reden niet in staat was zijn wil te bepalen en dat de verkoper van BelCompany er niet (gerechtvaardigd) op had mogen vertrouwen dat de verklaring of gedraging spoorde met de werkelijke wil van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring]. Uit het in het geding gebrachte schrijven met een uitnodiging voor een psychologisch onderzoek kan niet worden afgeleid dat de geestesvermogens van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] ten tijde van het sluiten van de onderhavige overeenkomst blijvend of tijdelijk gestoord waren. Ook het gegeven dat bij beschikking van 14 mei 2007 een bewind is ingesteld over de goederen van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring], is niet als doorslaggevende indicatie aan te merken dat de geestesvermogens van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] ten tijde van het sluiten van de overeenkomst blijvend of tijdelijk gestoord waren. Een beroep op een dergelijk gebrek in de wilsbepaling faalt derhalve, maar is niet beslissend voor het antwoord op de vraag of BelCompany (desondanks) wellicht misbruik maakte van omstandigheden.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] heeft kort achtereen via BelCompany op vijf of wellicht zelfs zeven abonnementen voor mobiele telefonie ingetekend. Gezien zijn beperkte inkomen en reeds bestaande hoge schuldenlast was hij hoogstwaarschijnlijk niet in staat de kosten van één enkel abonnement te dragen. Bij uitvoering van een simpele BKR-controle had kunnen blijken dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] zich in ieder geval niet de extra financiële verplichting van een tweede, een derde, een vierde en/of vijfde contract (laat staan nog meer contracten) voor langere duur kon permitteren. Deze controle heeft niet plaatsgevonden. In plaats van aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] in een snel groeiende reeks een groot aantal abonnementen te verkopen, had BelCompany de deur op slot moeten doen en mogelijk zelfs het aangaan van een op zichzelf staande overeenkomst moeten weigeren. De door geen enkel document gestaafde stelling van BelCompany dat - voor zover bij haar bekend - de providers via de Stichting Preventel wel een zogenoemde “credit check” hebben uitgevoerd - waaruit kennelijk niet is gebleken dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] financiële situatie het sluiten van een overeenkomst in de weg stond -, overtuigt in het geheel niet. BelCompany kan zich niet verschuilen achter een gebrek aan wetenschap of achter een verder niet gecontroleerde veronderstelling. Zij had bewijs moeten aandragen (of aanbieden), al dan niet verkregen van de providers die zij bedient en ten behoeve van wie in het geval-[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] contracten zijn afgesloten, dat deugdelijk onderzoek naar de kredietwaardigheid van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] heeft plaatsgevonden. Tegenover de stellige aanwijzingen van het tegendeel, die alleen al volgen uit de niet-betwiste financiële “roodstand” van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring], verzaakt BelCompany haar gemotiveerde stel- en bewijs(aandraag)verplichting. Haar redenering wordt dan ook verworpen en mede omdat geen specifiek bewijs is aangeboden, zal zij zelfs niet in de gelegenheid worden gesteld haar gelijk alsnog met bewijs te ondersteunen.
De vordering van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] op BelCompany om hem te vrijwaren ter zake van hetgeen waartoe hij jegens Telfort zal worden veroordeeld, zal worden toegewezen. Van de verdere afloop van de hoofdzaak zal vervolgens afhangen hoever deze financiële verplichting van BelCompany ten opzichte van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring] strekt.
De verdere beslissing zal worden aangehouden tot het moment dat ook in de hoofdzaak een eindoordeel kan worden gegeven.
BESLISSING
in de vrijwaringszaak
Wijst de vordering in vrijwaring toe.
Houdt de beslissing omtrent de omvang van de hieruit voor BelCompany voortvloeiende financiële verplichting aan tot daaromtrent in de hoofdzaak is beslist.
in de hoofdzaak
Stelt Telfort in de gelegenheid zich bij akte uit te laten over de juridische basis van het gedeelte van haar vordering dat ziet op de ontbinding van de overeenkomst (alles in het licht van hetgeen hieromtrent op pagina’s 5 en 6 van dit vonnis is overwogen).
Verwijst de zaak daartoe naar de rolzitting van 3 juni 2009 om 10:00 uur voor akte zijdens Telfort en naar de rolzitting van 1 juli 2009 voor antwoordakte van de zijde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie en eisende partij in vrijwaring].
Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.