ECLI:NL:RBMAA:2009:BI3706
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onbetaalde nutsvoorzieningen met betrekking tot gas en elektriciteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 13 mei 2009 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Essent Retail Energie B.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. Essent, vertegenwoordigd door mr. J.P. van der Kooij, had een vordering ingesteld tegen de gedaagde wegens onbetaalde nutsvoorzieningen, specifiek gas en elektriciteit, die geleverd waren aan twee adressen. De gedaagde had een contract getekend met Essent en was in gebreke gebleven met het betalen van de voorschotnota's en eindafrekeningen, ondanks herhaalde aanmaningen. De rechtbank oordeelde dat de hoofdvordering van Essent, na wijziging van de grondslag, toewijsbaar was, maar dat de vordering betreffende vervallen rente werd afgewezen. Dit omdat de facturen geen fatale termijn vermeldden en er geen bewijs was dat een ingebrekestelling was verzonden. De rechtbank concludeerde dat er geen verzuim was ingetreden voor de dag van dagvaarding, waardoor de gedaagde niet aansprakelijk kon worden gesteld voor buitengerechtelijke kosten. De rechtbank veroordeelde de gedaagde tot betaling van € 1.430,67, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, en verwees de gedaagde in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.