ECLI:NL:RBMAA:2009:BI4667

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
20 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03/700737-08
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van een dvd-videorecorder in een school door een veelpleger

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 20 maart 2009, stond de verdachte terecht voor de diefstal van een dvd-videorecorder, gepleegd op 27 november 2008 in Kerkrade. De rechtbank oordeelde dat de verdachte stelselmatig leugenachtig had verklaard, wat leidde tot een gebrek aan geloofwaardigheid van zijn verdediging. De locatiemanager van het College Rolduc had de verdachte betrapt met de dvd-videorecorder in een tas, wat door getuigen werd bevestigd. De rechtbank achtte de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig, vooral omdat hij beweerde in opdracht van een onbekende Natascha Schoenmakers te handelen, terwijl deze persoon niet kon worden geïdentificeerd door de getuigen.

De rechtbank concludeerde dat er voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de diefstal. Ondanks de vordering van de officier van justitie om een ISD-maatregel op te leggen, besloot de rechtbank dit niet te doen, omdat de verdachte zich op vrije voeten bevond en de nieuwe richtlijn voor strafvordering bij veelplegers nog niet in werking was getreden. De rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van 10 weken op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het delict en het herhaaldelijke laakbare gedrag van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat de verdachte geen verantwoordelijkheid nam voor zijn daden en dat een strenge bestraffing op zijn plaats was.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de beslissing werd openbaar gemaakt op dezelfde dag. De rechtbank gelastte ook de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector strafrecht
parketnummer: 03/700737-08
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 20 maart 2009
in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats en datum verdachte],
wonende te [adres verdachte].
Raadsvrouwe mr. G. Biesmans, advocate te Maastricht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 6 maart 2009, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De (gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1 primair: diefstal heeft gepleegd.
Feit 1 subsidiair: gepoogd heeft een diefstal te plegen.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat het primaire variant aan verdachte ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouwe van verdachte heeft geconcludeerd tot vrijspraak. Volgens haar is er onvoldoende bewijs dat haar cliënt het ten laste gelegde feit heeft gepleegd.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Getuige [naam getuige], lokatiemanager op het [CR], heeft verklaard dat zij op 27 november 2008, omstreeks 11:30 uur, vreemde geluiden heeft gehoord in de vergaderruimte naast haar kantoor. Zij ziet bij aankomst in deze vergaderruimte dat verdachte de dvd-videorecorder die in deze vergaderruimte staat, in een rode plastic zak heeft gedaan. Zij spreekt verdachte onmiddellijk hierop aan. Verdachte geeft aan dat hij door ene Natascha, die stagiaire is en het vak maatschappelijke verzorging geeft, gevraagd is om de dvd-videorecorder op te halen. [naam getuige] verklaart daarop dat zij geen Natascha kent die op deze lokatie werkt. Op haar verzoek legt verdachte de dvd-videorecorder terug.
Verdachte heeft verklaard dat hij op 27 november 2008 in het schoolgebouw aanwezig was, dat hij een rode draagtas van de mediamarkt bij zich had en dat hij daar was voor een vriendin die Natascha Schoenmakers heette. Hij moest in haar opdracht de dvd-videorecorder ophalen. Hij heeft de dvd-videorecorder echter niet gepakt, niet gestolen en ook niet geprobeerd mee naar buiten te nemen. De dvd-videorecorder stond op de tafel. Een en ander heeft verdachte ter terechtzitting nog eens herhaald.
Op 27 november 2008 heeft van [naam aangever] (teammanager bij het College) namens het [CR] aangifte gedaan van een poging tot diefstal.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij in opdracht handelde van ene Natascha Schoenmakers en dat hij niets wilde stelen ongeloofwaardig. Daarbij heeft de rechtbank gelet op het volgende:
? [naam getuige] heeft verklaard niemand met die naam of functie te kennen. [naam getuige] heeft voor de zekerheid personele zaken hierover geraadpleegd die bevestigt dat er geen Natascha Schoenmaeckers bij [CR] werkt;
? ook aangever [naam aangever] herkent verdachte niet;
? het door verdachte opgegeven telefoonnummer van Natascha Schoenmakers heeft geleid tot een onderzoek op een adres waar weliswaar ene Schoenmaeckers woont, maar die heeft verklaard dat zij huisvrouw van beroep is, geen stage loopt op het [CR], daar niet op 27 november 2008 is geweest en geen man met de naam [naam verdachte] kent;
? op aangeven van verdachte heeft [naam getuige] buiten de school gezocht naar Natascha die een sigaret aan het roken zou zijn, echter tevergeefs;
? verdachte heeft aan [naam aangever] een valse naam opgegeven, namelijk Hachim Moussale;
? verdachte doet het aan [naam aangever] voorkomen dat hij buiten, in een auto, zijn identiteitsbewijs heeft liggen. Buiten staat echter geen auto en verdachte probeert steeds verder van de school weg te komen.
De rechtbank komt tot het oordeel dat sprake is van een verdachte die stelselmatig leugenachtig verklaart, kennelijk om de waarheid te bemantelen. Daarom is er geen enkele reden om te twijfelen aan de verklaring van [naam getuige], dat zij zag dat verdachte de dvd-videorecorder in een tas had gestopt. De verklaring van verdachte dat zulks niet het geval zou zijn geweest passeert de rechtbank in het licht van het vorenstaande eveneens.
Gelet op vorenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en in samenhang beschouwd, acht de rechtbank het primair ten laste gelegde feit dan ook wettig en overtuigend bewezen.
3. 4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 27 november 2008 te Kerkrade met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een dvd/videorecorder, toebehorende aan het [CR].
4 De strafbaarheid
Het bewezen verklaarde levert het volgende strafbare feit op:
primair:
diefstal
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn/haar strafbaarheid uitsluit.
5 De strafoplegging
5.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan de verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) wordt opgelegd voor de duur van twee jaren. De ISD-maatregel kan worden opgelegd indien een stelselmatige dader
veelpleger - opnieuw een strafbaar feit begaat zoals bedoeld in artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht en heeft primair tot doel om de samenleving te beveiligen tegen de door de dader veelvuldig gepleegde overlast. Het feit dat de verdachte niet meer in voorlopige hechtenis verblijft is volgens de officier van justitie geen bezwaar nu de richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers welke op 1 februari 2009 (nr. 2008R006) in werking is getreden die eis, anders dan de eerdere richtlijn, niet meer stelt.
5.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouwe heeft zich onder verwijzing naar de richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers (nr. 2007R006), welke in werking is getreden op
1 februari 2008, op het standpunt gesteld dat de ISD-maatregel niet kan worden gevorderd door het openbaar ministerie nu verdachte niet meer in voorlopige hechtenis verblijft. De raadsvrouwe acht een gevangenisstraf van maximaal acht weken op zijn plaats, een straf gelijk aan de duur die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
5.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen.
Het staat vast dat de verdachte een veelpleger is.
Uit de justitiële documentatie d.d. 12 februari 2009 van verdachte blijkt dat verdachte zich heel vaak schuldig heeft gemaakt aan vermogensdelicten. Het zijn, naar de rechtbank aanneemt, ook hoofdzakelijk deze feiten en de daaruit voortvloeiende overlast voor de samenleving die verdachte de status van veelpleger hebben opgeleverd. De rechtbank stelt vast dat het thans bewezen verklaarde feit van gelijke orde is, te weten diefstal van een dvd-videorecorder. De rechtbank begrijpt de vordering van de officier van justitie om ISD op te leggen tegen deze achtergrond.
De officier van justitie zal echter moeten vorderen overeenkomstig de voor haar geldende richtlijnen. De officier van justitie beroept zich wel op een nieuwe richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers die volgens de officier van justitie op 1 februari 2009 in werking is getreden en waarin de eis van het in voorlopige hechtenis verblijven van de verdachte niet meer wordt gesteld, maar het is de rechtbank ambtshalve bekend dat de inwerkingtreding van die genoemde richtlijn nog niet heeft plaatsgevonden.
Gelet op het gegeven dat verdachte zich op vrije voeten bevindt acht de rechtbank oplegging van een ISD-maatregel thans niet verenigbaar met voornoemde bevindingen en zal aan verdachte een andere straf worden opgelegd.
Bij de straftoemeting heeft de rechtbank ter zake aansluiting gezocht bij de door de LOVS geformuleerde oriëntatiepunten (LOVS). Op een diefstal uit een school staat volgens die oriëntatiepunten een strafbedreiging van 5 weken gevangenisstraf. De rechtbank acht die vijf weken echter onvoldoende uiting geven aan het herhaaldelijk laakbare gedrag van verdachte die zonder enig respect andermans eigendommen tot zich neemt. Verdachte neemt geen enkele verantwoording op zich voor zijn daden en bovendien probeert hij zich in de onderhavige zaak op slinkse wijze te ontdoen van zijn gewraakte rol. Naar het oordeel van de rechtbank is een strenge bestraffing op zijn plaats, te weten een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de duur van 10 weken.
6 Het beslag
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zullen aan verdachte worden teruggegeven.
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit artikel luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.
8 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.4 is omschreven;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straffen
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 10 weken;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende in beslag genomen goederen:
5 stuks zeep (driemaal Dove en tweemal Fa); en
1 jas (Chilong)
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W. Oosterman, voorzitter, mr. R.A.J. van Leeuwen en
mr. R.P.J. Quaedackers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.J.M. Penders, en is uitgesproken ter openbare zitting op 20 maart 2009.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 27 november 2008 te Kerkrade met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een dvd / videorecorder, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [CR], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 27 november 2008 te Kerkrade, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een dvd/ videorecorder, geheel of ten dele toebehorende aan het [CR], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, een dvd / videorecorder in een tas heeft gestopt, althans getracht heeft een videorecorder in een tas te stoppen,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.