ECLI:NL:RBMAA:2009:BJ2319

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
1 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
328916 CV EXPL 09-1497
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing hoofdsom en afwijzing van rente en incassokosten in civiele procedure

In deze civiele procedure, aangespannen door Brilmijgroep B.V., handelend onder de naam Pearle Opticiens, tegen een onbekende gedaagde, heeft de kantonrechter op 1 juli 2009 uitspraak gedaan. De zaak betreft een vordering tot betaling van een hoofdsom, waarbij de gedaagde niet heeft gereageerd op de dagvaarding en geen conclusie van dupliek heeft ingediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering en de grondslag daarvan in beginsel vaststaan, aangezien de gedaagde de vordering niet heeft betwist.

De kantonrechter heeft de hoofdsom toegewezen, maar de gevorderde rente en vergoeding van buitengerechtelijke kosten afgewezen. Pearle heeft onvoldoende bewijs geleverd voor de door haar gestelde incassokosten, waardoor niet kon worden vastgesteld dat deze kosten verder gingen dan de kosten waarvoor de artikelen 237 en 240 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een voorziening geven. De kantonrechter oordeelt dat de redelijke noodzaak en omvang van de werkzaamheden niet zijn aangetoond, waardoor de toepassing van artikel 6:96 lid 2 aanhef en sub c van het Burgerlijk Wetboek (BW) niet van toepassing is.

De gedaagde is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van Pearle zijn begroot op € 236,25. De kantonrechter heeft de wettelijke rente toegewezen vanaf 10 maart 2009, de datum waarop de gedaagde in verzuim is geraakt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 328916 CV EXPL 09-1497
typ: RW
vonnis van 1 juli 2009
in de zaak van
Brilmijgroep B.V., handelend onder de naam Pearle Opticiens,
gevestigd te Soesterberg (gemeente Soest),
eisende partij,
hierna te noemen Pearle,
gemachtigde: een onbekend gebleven persoon ten kantore van Graydon Nederland B.V. te Amsterdam en/of een eveneens onbekende persoon ten kantore van de LAVG te Roosendaal,
tegen
[gedaagde],
wonend te [adres],
gedaagde partij,
hierna te noemen “[gedaagde]”,
in persoon procederend.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Door partijen zijn achtereenvolgens de volgende processtukken gewisseld:
- exploot van dagvaarding van 10 maart 2009 met producties;
- als conclusie van antwoord aan te merken handgeschreven brief;
- conclusie van repliek.
Hoewel hij daartoe in de gelegenheid is gesteld heeft [gedaagde], die zichzelf [gedaagde] noemt en ook als [gedaagde] op de facturen is aangeduid, geen conclusie van dupliek genomen en ook geen uitstel daarvoor gevraagd.
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.
MOTIVERING
Doordat deze niet weersproken worden, staan de vordering en de grondslag waarop deze berust in beginsel vast.
De kantonrechter zal de vordering op het hoofdonderdeel toewijzen. De gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen. Pearle heeft de aan deze procedure voorafgegane incassopogingen onvoldoende met stukken onderbouwd om daaruit te kunnen concluderen dat deze werkzaamheden zijn verricht. Hiermee is niet komen vast te staan dat door Pearle bedoelde werkzaamheden en kosten verder strekten dan de verrichtingen en kosten waarvoor de artikelen 237 en 240 Rv een voorziening geven.
De redelijke noodzaak noch de redelijke omvang van zulke werkzaamheden en kosten is aldus aangetoond, zodat de regel van artikel 6:96 lid 2 aanhef en sub c BW toepassing mist.
Ook ten aanzien van de post vervallen rente kan de kantonrechter niet meegaan met Pearle. Uit haar eigen stellingen en de aan de vordering ten grondslag liggende stukken kan niet worden afgeleid dat op een concrete datum eerder dan het tijdstip van dagvaarding verzuim van de debiteur is ingetreden. Weliswaar noemt Pearle de “factuurdatum” als de dag vanaf welke rente wordt gevorderd, maar de factuur zelf vermeldt geen betalingstermijn, laat staan dat hierin een fatale termijn zou kunnen worden gelezen, terwijl op een van de overeenkomst deel uitmakende voorwaarde die verzuim doet intreden, geen beroep is gedaan en ook anderszins aanwijzingen ontbreken dat verzuim zonder ingebrekestelling is ontstaan. De rente zal dus ingaande 11 maart 2009 worden toegewezen.
Als de merendeels in het ongelijk gestelde partij zal “[gedaagde]” in de kosten worden verwezen.
BESLISSING
Veroordeelt “[gedaagde]” om aan Pearle tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 229,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 10 maart 2009 tot aan de dag van algehele voldoening.
Veroordeelt “[gedaagde]” tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Pearle tot de datum van dit vonnis begroot op € 236,25, bestaande uit € 60,00 aan salaris gemachtigde,
€ 90,00 aan vastrecht en € 86,25 aan explootkosten.
Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.