ECLI:NL:RBMAA:2009:BJ2378
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van tegemoetkoming voor schoolboeken door niet-gezaghebbende ouder
In deze zaak vorderde de niet-gezaghebbende vader van een minderjarige dochter betaling van een tegemoetkoming voor schoolboeken die de moeder had ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De vader had de schoolboeken voor het schooljaar 2008-2009 betaald, terwijl de moeder, die het gezag over het kind had, de tegemoetkoming van € 316,00 had ontvangen. De vader stelde dat het redelijk en billijk was dat deze tegemoetkoming aan hem toekwam, omdat hij de kosten voor de schoolboeken had gedragen. De moeder betwistte de vordering en stelde dat zij recht had op de tegemoetkoming als wettelijke vertegenwoordiger van het kind.
De rechtbank oordeelde dat de aanspraak van de moeder op de tegemoetkoming voortvloeide uit de regeling voor schoolboeken en dat deze niet afhankelijk was van wie de boeken had aangeschaft. De rechtbank concludeerde dat de vader geen recht had op de tegemoetkoming, omdat de regeling geen grondslag bood voor zijn vordering. Bovendien werd vastgesteld dat de vader door het betalen van de schoolboeken had voldaan aan een natuurlijke verbintenis, wat betekende dat er geen rechtens afdwingbare verplichting voor de moeder bestond om de tegemoetkoming aan hem te betalen.
De rechtbank wees de vordering van de vader af en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg. Dit vonnis werd uitgesproken door kantonrechter H.W.M.A. Staal op 17 juni 2009.