ECLI:NL:RBMAA:2009:BJ8245
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling van onverschuldigde betaling na beëindiging arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 2 september 2009 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een besloten vennootschap (eisende partij) en een ex-werknemer (gedaagde partij). De eisende partij vorderde een bedrag van € 740,32 aan onverschuldigde betaling van de gedaagde partij, die betwistte dat hij in verzuim was en dat de deurwaarder op een onredelijke manier was ingeschakeld. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde partij niet had betwist dat hij het bedrag verschuldigd was, maar dat er geen sprake was van verzuim eerder dan de datum van dagvaarding. De rechtbank wees de nevenvorderingen van de eisende partij, zoals wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, af omdat er geen verzuim was aangetoond. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde partij na dagvaarding het openstaande bedrag had betaald, waardoor de resterende vordering van de eisende partij werd afgewezen. De gedaagde partij werd wel veroordeeld tot betaling van een deel van de proceskosten aan de zijde van de eisende partij, die in totaal op € 168,10 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.