ECLI:NL:RBMAA:2009:BK0179
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vergoeding van buitengerechtelijke kosten en toewijzing van hoofdsom en proceskosten in civiele procedure
In deze civiele procedure heeft RWE Obragas N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De vordering betrof onder andere de vergoeding van buitengerechtelijke kosten, welke door de kantonrechter werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de presentatie van deze kosten volstrekt ondeugdelijk en ontoereikend was, aangezien het exploot geen behoorlijke verwijzing bevatte naar een onbesproken gelaten bijlage. RWE had bij de dagvaarding een niet toegelichte specificatie gevoegd, en er waren ongeautoriseerde handgeschreven toevoegingen in het exploot geplaatst. De gedaagde had schriftelijk geantwoord en een productie overgelegd, maar reageerde niet meer op de repliek van RWE, die door een niet als gemachtigde aangemelde persoon was ingediend.
De kantonrechter oordeelde dat RWE onvoldoende had gespecificeerd en gemotiveerd dat de werkzaamheden en kosten die zij had gemaakt, de normale voorbereiding van een gerechtelijke procedure te buiten gingen. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de gevraagde buitengerechtelijke kosten gerechtvaardigd waren. De vordering tot vergoeding van deze kosten werd dan ook afgewezen.
De rechtbank heeft echter de gedaagde veroordeeld tot betaling van de hoofdsom van € 1.352,43, met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf de datum van dagvaarding. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van RWE, die op € 582,64 waren begroot, inclusief een bedrag voor het salaris van de gemachtigde. Het meer of anders gevorderde werd afgewezen, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.