ECLI:NL:RBMAA:2009:BK0356

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
12 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
336565 CV EXPL 09-2640
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van incassokosten en administratiekosten bij geldvordering

In deze zaak, uitgesproken op 12 augustus 2009 door de Rechtbank Maastricht, heeft de kantonrechter zich gebogen over een geldvordering van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MCFACTOR B.V., rechtsopvolgster van Oxyline B.V., die een bedrag van € 79,16 vorderde van de gedaagde partij, vertegenwoordigd door zijn echtgenote. De eisende partij vorderde betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, 12 mei 2009. De gedaagde partij heeft de vordering niet weersproken, maar verzocht om betaling in termijnen. De kantonrechter heeft echter geen bevoegdheid om een betalingsregeling op te leggen en verwees de gedaagde partij naar de eisende partij voor een dergelijke regeling.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij een bedrag van € 33,40 in hoofdsom toewijsbaar achtte, maar dat de gevorderde incassokosten van € 37,00 en administratiekosten van € 7,50 niet toewijsbaar waren. Dit was gebaseerd op het feit dat de eisende partij onvoldoende had aangetoond dat de werkzaamheden en kosten die zij had gemaakt, verder gingen dan de normale voorbereiding van een gerechtelijke procedure. De kantonrechter oordeelde dat de artikelen 237 tot en met 240 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) hierin een voorziening gaven.

Het vonnis concludeert dat de gedaagde partij veroordeeld wordt om aan de eisende partij te betalen de somma van € 33,40, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 12 mei 2009. De proceskosten blijven voor rekening van de eisende partij, omdat er geen bewijs was dat de gedaagde partij een reële kans was geboden om het verschuldigde bedrag buiten rechte te voldoen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 336565 CV EXPL 09-2640
Vonnis d.d. 12 augustus 2009
inzake:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MCFACTOR B.V.,
rechtsopvolgster onder bijzondere titel van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Oxyline B.V., tevens handelend onder de naam Bodystore.nl,
gevestigd en kantoorhoudend te Barendrecht,
eisende partij,
gemachtigde: mr. R.A. Plug (“Webcasso”) te Barendrecht,
tegen:
[gedaagde],
wonend te [adres],
gedaagde partij,
in rechte optredend bij zijn echtgenote [echtgenote].
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Door partijen zijn achtereenvolgens de navolgende processtukken gewisseld:
-exploot van dagvaarding d.d. 12 mei 2009;
-conclusie van antwoord (brief).
Daarna is vonnis bepaald, waarvan de uitspraak nader op vandaag is gesteld.
MOTIVERING
Eisende partij vordert veroordeling van gedaagde partij om aan haar tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 79,16, vermeerderd met de wettelijke daarover vanaf de dag van dagvaarding, 12 mei 2009, tot aan de dag van algehele voldoening. Bovendien vordert eisende partij de wettelijke rente over een eventuele proceskostenveroordeling vanaf de dag dat vonnis wordt gewezen.
Gedaagde partij - daartoe vertegenwoordigd door zijn echtgenote - heeft bij schriftelijk antwoord de vordering van eisende partij niet weersproken en enkel verzocht hem toe te staan het bedrag in termijnen te voldoen.
Doordat deze niet weersproken worden, staan de hoofdvordering en de grondslag waarop deze berust, in beginsel vast.
De kantonrechter zal het bedrag van € 33,40 in hoofdsom dan ook toewijzen.
De kantonrechter heeft rechtens geen bevoegdheid een betalingsregeling op te leggen. Daartoe dient gedaagde partij zich te wenden tot eisende partij dan wel haar gemachtigde (mr. Plug).
De kantonrechter is echter van oordeel dat eisende partij omtrent de aan de procedure voorafgegane incasso(pogingen) onvoldoende (gespecificeerd en gemotiveerd) heeft gesteld om daaruit te kunnen concluderen dat werkzaamheden zijn verricht en kosten zijn gemaakt die de normale voorbereiding van een gerechtelijke procedure te buiten gaan.
Daarmee is niet komen vast te staan dat de door eisende partij bedoelde werkzaamheden en kosten verder strekten dan de verrichtingen en kosten waarvoor de artikelen 237 tot en met 240 Rv. een voorziening geven.
Dit onderdeel van de vordering - een bedrag van € 37,00 belopend - zal dan ook worden afgewezen.
Ook de door eisende partij gevorderde administratiekosten ad € 7,50 acht de kantonrechter niet toewijsbaar, nu niet is gesteld noch anderszins is gebleken op grond waarvan eisende partij gerechtigd zou zijn vergoeding van deze kosten van gedaagde partij te verlangen.
De wettelijke rente over de hoofdsom van € 33,40 kan eerst vanaf de datum van dagvaarding worden toegewezen, omdat eisende partij nagelaten heeft in het exploot melding te maken van een concrete (eerdere) verzuimdatum alsmede van de concrete verzuimgrond. Het verzuim kan dan ook niet worden geacht eerder dan 12 mei 2009 te zijn ingetreden.
In het licht van het voorgaande moeten ten slotte de proceskosten geheel voor rekening van eisende partij blijven omdat nergens uit blijkt dat gedaagde partij een reële kans is geboden buiten rechte het verschuldigde te voldoen.
BESLISSING
Veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen bewijs van kwijting te voldoen de somma van € 33,40, vermeerderd met de wettelijke rente hierover ingaande 12 mei 2009 tot de datum van algehele voldoening.
Veroordeelt eisende partij tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van gedaagde partij tot heden begroot op nihil.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W.M.A. STAAL, kantonrechter te Maastricht,
en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.
HP