ECLI:NL:RBMAA:2009:BK3905
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van hoofdsom en buitengerechtelijke kosten in het kader van een opdracht voor juridische werkzaamheden
In deze zaak vordert eiser, die in persoon procedeert, van gedaagde betaling van een bedrag van € 1.374,72 aan hoofdsom, alsook buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De vordering is gebaseerd op werkzaamheden die eiser heeft verricht in het kader van een echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek, waarvoor een uurtarief van € 100,00 (exclusief btw) was overeengekomen. Eiser heeft diverse processtukken ingediend, waaronder een opdrachtbevestiging en eindnota, waaruit blijkt dat de werkzaamheden zijn verricht en dat gedaagde in gebreke is gebleven met de betaling.
Gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat zij geen opdrachtbevestiging heeft ontvangen en dat er geen bewijs is van de werkzaamheden die eiser zou hebben verricht. De kantonrechter oordeelt echter dat gedaagde te laat heeft gereageerd op de stelling van eiser dat er een mondelinge opdracht was gegeven. De kantonrechter stelt vast dat de werkzaamheden zijn verricht en dat gedaagde niet heeft geprotesteerd tegen het overeengekomen uurtarief.
De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de hoofdsom toe, maar wijst de gevorderde buitengerechtelijke kosten af, omdat eiser niet heeft aangetoond dat er redelijke incassokosten zijn gemaakt na het verzuim. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 100,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.