ECLI:NL:RBMAA:2009:BK3918
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing huurachterstand vordering en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 11 november 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen Woningstichting Servatius en een gedaagde partij betreffende een huurachterstand. Woningstichting Servatius had bij dagvaarding van 15 juni 2009 een vordering ingesteld tegen de gedaagde, waarbij zij betaling van een bedrag van € 728,96 vorderde, vermeerderd met wettelijke rente en vergoeding van buitengerechtelijke kosten. De gedaagde heeft echter een betalingsbewijs overgelegd waaruit blijkt dat een bedrag van € 751,09 op 12 juni 2009 was betaald aan de deurwaarder, wat de stelling van Servatius dat de gedaagde pas na de dagvaarding had betaald, weerlegt.
De rechtbank oordeelde dat de gedaagde de huurachterstand vóór de betekening van het exploot van dagvaarding had voldaan, waardoor de vordering van Servatius in hoofdsom moest worden afgewezen. De rechtbank stelde vast dat de gedaagde niet in verzuim was, aangezien de betaling tijdig was gedaan. Bovendien had Servatius de gedaagde onterecht in rechte betrokken, wat leidde tot een proceskostenveroordeling. De rechtbank wees de vordering van Servatius af en veroordeelde haar tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de gedaagde, die op dat moment op nihil waren begroot.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het indienen van vorderingen en de noodzaak voor eiser om te verifiëren of een vordering al dan niet is voldaan voordat juridische stappen worden ondernomen. Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. H.W.M.A. Staal en is in het openbaar uitgesproken.