ECLI:NL:RBMAA:2009:BK8404

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
16 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
331380 CV EXPL 09-1876
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging huurovereenkomst woonwagenstandplaats met financiële vergoeding voor verhuis- en herinrichtingskosten

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 16 december 2009 uitspraak gedaan over de beëindiging van een huurovereenkomst betreffende een woonwagenstandplaats. De zaak betreft de gemeente Meerssen als eisende partij in conventie en een gedaagde partij die in (voorwaardelijke) reconventie optreedt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst per 1 april 2010 zal eindigen, waarbij de gedaagde partij recht heeft op een financiële tegemoetkoming van € 5.000,00 voor verhuis- en herinrichtingskosten, conform artikel 7:275 BW. De gemeente heeft aangegeven bereid te zijn deze vergoeding te betalen, en de kantonrechter heeft de ontruiming van de standplaats gelast, met een dwangsom van € 100,00 per dag voor het geval de gedaagde partij in gebreke blijft.

De uitspraak volgt op een tussenvonnis van 4 november 2009, waarin de gemeente was uitgenodigd om zich uit te laten over de vergoeding. De gemeente heeft op 17 november 2009 een akte ingediend waarin zij bevestigde de huuropzegging niet in te trekken en akkoord ging met de financiële tegemoetkoming. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De kantonrechter heeft de gemeente gemachtigd om de ontruiming zelf uit te voeren indien de gedaagde partij niet aan de ontruimingsverplichting voldoet, eventueel met hulp van politie en justitie.

De beslissing van de rechtbank is een belangrijke uitspraak in het civiele recht, met betrekking tot huurrecht en de rechten van huurders en verhuurders. De zaak benadrukt de mogelijkheid van financiële compensatie bij beëindiging van een huurovereenkomst en de verantwoordelijkheden van partijen in het geval van ontruiming.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 331380 CV EXPL 09-1876
typ: MO
vonnis van 16 december 2009
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE MEERSSEN,
zetelend te Meerssen,
eisende partij in conventie, verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie,
verder te noemen: de gemeente,
gemachtigde: mr. J.J.M. Goumans, advocaat te Maastricht
tegen
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie],
wonend te [woonplaats],
gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie,
verder te noemen: [gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie],
gemachtigde: mr. J.L.E. Marchal, advocaat te Maastricht (toevoeging [nummer]).
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Verwezen wordt naar het op 4 november 2009 in deze zaak tussen partijen gewezen tussenvonnis, waarbij – onder meer – de gemeente uitgenodigd is zich uit te laten over een in het vooruitzicht gestelde vergoeding ten gunste van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie].
De gemeente heeft van deze gelegenheid gebruikgemaakt en heeft op 17 november 2009 een akte genomen.
Hierna is wederom uitspraak bepaald.
MOTIVERING
in conventie
Bij tussenvonnis van 4 november 2009 is overwogen dat er een wettelijke grond aanwezig is voor het eindigen van de huur en voor vaststelling van een tijdstip waarop de onderhavige huurovereenkomst zal eindigen, met de veroordeling van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie] tot ontruiming van de tot dusver gehuurde standplaats.
Tevens is het voornemen kenbaar gemaakt om een door de gemeente te betalen financiële tegemoetkoming van € 5.000,00 aan de ontruiming te verbinden bij wijze van tegemoetkoming in de verhuis- en (her)inrichtingskosten van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie]. In verband met dit laatste is aan de gemeente op grond van art. 7:275 BW een termijn gegund om de huuropzegging desgewenst in te trekken.
De gemeente heeft vervolgens bij akte te kennen gegeven de huuropzegging niet in te trekken en bereid te zijn de vergoeding van € 5.000,00 te betalen.
De kantonrechter zal het tijdstip waarop de onderhavige huurovereenkomst eindigt en waarop de standplaats dient te zijn ontruimd, vaststellen op 1 april 2010, met toekenning aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie] van een ten laste van de gemeente komende financiële tegemoetkoming van
€ 5.000,00 voor verhuis- en inrichtingskosten. De gevorderde dwangsom wordt toegewezen tot een in totaal te verbeuren maximaal bedrag van € 10.000,00.
De proceskosten worden in verband met de aard en het belang van de zaak gecompenseerd in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in (voorwaardelijke) reconventie
Voor het geval in conventie de vordering tot de beëindiging van de huurovereenkomst zou worden toegewezen, heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie] gevorderd de gemeente te veroordelen om aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie] ex artikel 7:275 BW een vergoeding te betalen ter tegemoetkoming in diens verhuis- en inrichtingskosten.
Nu omtrent deze vordering in conventie reeds is geoordeeld, behoeft hieromtrent niet meer te worden beslist.
De proceskosten worden gecompenseerd in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
BESLISSING
in conventie
Stelt het tijdstip waarop de huurovereenkomst betreffende de woonwagenstandplaats [adres] eindigt, vast op 1 april 2010.
Veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie] om genoemde standplaats per 1 april 2009 te ontruimen en leeg en in schone staat aan de gemeente op te leveren op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 100,00 voor iedere dag of ieder gedeelte daarvan dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie] met deze ontruiming in gebreke zou blijven, zulks tot een maximaal te verbeuren bedrag van € 10.000,00.
Machtigt de gemeente om, indien [gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie] met de ontruiming in gebreke mochten blijven, deze zelf te doen uitvoeren, zo nodig met hulp van politie en justitie.
Kent aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie] een ten laste van de gemeente komende financiële tegemoetkoming toe van € 5.000,00, te voldoen binnen veertien dagen na de ontruiming en veroordeelt de gemeente, voor zover nodig, tot betaling van dit bedrag aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie] binnen genoemde termijn.
Compenseert de proceskosten aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in (voorwaardelijke) reconventie
Verstaat dat hieromtrent niet meer behoeft te worden beslist.
Compenseert de proceskosten aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter te Maastricht,
en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.