ECLI:NL:RBMAA:2009:BK8404
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging huurovereenkomst woonwagenstandplaats met financiële vergoeding voor verhuis- en herinrichtingskosten
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 16 december 2009 uitspraak gedaan over de beëindiging van een huurovereenkomst betreffende een woonwagenstandplaats. De zaak betreft de gemeente Meerssen als eisende partij in conventie en een gedaagde partij die in (voorwaardelijke) reconventie optreedt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst per 1 april 2010 zal eindigen, waarbij de gedaagde partij recht heeft op een financiële tegemoetkoming van € 5.000,00 voor verhuis- en herinrichtingskosten, conform artikel 7:275 BW. De gemeente heeft aangegeven bereid te zijn deze vergoeding te betalen, en de kantonrechter heeft de ontruiming van de standplaats gelast, met een dwangsom van € 100,00 per dag voor het geval de gedaagde partij in gebreke blijft.
De uitspraak volgt op een tussenvonnis van 4 november 2009, waarin de gemeente was uitgenodigd om zich uit te laten over de vergoeding. De gemeente heeft op 17 november 2009 een akte ingediend waarin zij bevestigde de huuropzegging niet in te trekken en akkoord ging met de financiële tegemoetkoming. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De kantonrechter heeft de gemeente gemachtigd om de ontruiming zelf uit te voeren indien de gedaagde partij niet aan de ontruimingsverplichting voldoet, eventueel met hulp van politie en justitie.
De beslissing van de rechtbank is een belangrijke uitspraak in het civiele recht, met betrekking tot huurrecht en de rechten van huurders en verhuurders. De zaak benadrukt de mogelijkheid van financiële compensatie bij beëindiging van een huurovereenkomst en de verantwoordelijkheden van partijen in het geval van ontruiming.