ECLI:NL:RBMAA:2010:9164

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
14 april 2010
Publicatiedatum
26 juli 2021
Zaaknummer
330144 CV EXPL 09-1689
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil tussen verhuurster en curator met betrekking tot bevoegdheidsincident en verwijzing naar meervoudige kamer

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een huurgeschil, heeft de Rechtbank Maastricht op 14 april 2010 een tussenvonnis gewezen. De zaak betreft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Favini Real Estate B.V., die als eisende partij in conventie optreedt tegen de curator van de failliete Favini Meerssen B.V. De procedure is gestart met een bevoegdheidsincident dat door de kantonrechter op 4 november 2009 is behandeld. In dat tussenvonnis werd het verweer van de verhuurster verworpen, waarna de zaak werd verwezen naar de rol voor verdere schriftelijke uitwisseling van standpunten.

Op 14 april 2010 heeft de kantonrechter het verdere procesverloop geschetst, waarbij werd opgemerkt dat het geschil zich niet goed leende voor beslissing door één rechter. Dit was met name van belang omdat de vorderingen in belangrijke mate tot de competentie van de Sector Civiel/Handel van de Rechtbank Maastricht behoorden. De kantonrechter heeft daarom besloten de zaak te verwijzen naar de meervoudige kamer van de Sector Civiel voor verdere afdoening, te beginnen met pleidooien.

De partijen zijn op 30 maart 2010 ter terechtzitting verschenen, maar de pleidooien zijn opgeschort op aanraden van de kantonrechter. De kantonrechter heeft in zijn beslissing aangegeven dat de behandeling van de vorderingen in reconventie niet geschikt is voor een enkelvoudige kamer, en dat de beslissing over de proceskosten aan de meervoudige kamer zal worden overgelaten. De zaak is vervolgens in de stand waarin deze zich bevond, doorverwezen naar de meervoudige kamer, met een nieuwe rolzitting voor de dagbepaling van pleidooien op 28 april 2010.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MAASTRICHT

Sector Kanton Locatie Maastricht
zaaknr: 330144 CV EXPL 09-1689
Vonnis van 14 april 2010 in de zaak
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FAVINI REAL ESTATE B.V. in liquidatie,
gevestigd te Meerssen en kantoorhoudend te Beek (Limburg),
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
verder te noemen: Favini,
gemachtigden: mr. G.H. Gispen en mr. M.A. Heijink, advocaten te Amsterdam
tegen:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FAVINI MEERSSEN B.V.,
kantoorhoudend te Maastricht,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
verder te noemen: de curator,
gemachtigden: mr. R.J.M.C. Rosbeek en mr. R.A.L.M. van Dooren, advocaten te Maastricht.

VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Voor het aanvankelijke procesverloop verwijst de kantonrechter naar zijn vonnis in het incident en tussenvonnis in de hoofdzaak van 4 november 2009.
Favini heeft vervolgens een conclusie van dupliek in reconventie genomen, tevens akte tot wijziging van eis in conventie en tot het in het geding brengen van drie aanvullende (meervoudige) producties.
De curator heeft daarop een antwoordakte in conventie genomen, tevens akte uitlating producties en tevens akte eiswijziging in reconventie onder overlegging van twee (deels meervoudige) producties.
Favini heeft tot slot een antwoordakte eiswijziging in reconventie genomen, waarbij zij zich tevens heeft uitgelaten over de aanvullende producties van de curator en op pleidooi heeft aangedrongen.
De kantonrechter heeft vervolgens een datum voor het houden van pleidooi bepaald en wel voor dinsdag 30 maart 2010 te 14.00 uur.
Partijen zijn ter terechtzitting verschenen. Partij Favini bij haar gemachtigden mr. Gispen en mr. Heijink en de curator in persoon naast mr. Rosbeek als zijn gemachtigde.
Van hetgeen op deze terechtzitting is verklaard heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Partijen hebben de zaak niet bepleit maar de pleidooien op aanraden van de kantonrechter opgeschort tot een nieuwe datum in verband met verwijzing van de zaak naar de meervoudige kamer van de Sector Civiel van deze Rechtbank.
Vervolgens is wederom vonnis bepaald, waarvan de uitspraak is vastgesteld op heden.

MOTIVERING

in conventie en in reconventie

voorlopige beoordeling van de procesrechtelijke aspecten

Na (uitvoerige) bestudering van de onderhavige vordering(en) in conventie en met name de vordering(en) in reconventie is de kantonrechter tot het oordeel gekomen dat deze zaken ongeschikt zijn voor behandeling en beslissing door één rechter, temeer nu de kantonrechter in belangrijke mate vorderingen moet behandelen en daarover beslissen die op zichzelf genomen niet tot zijn bevoegdheid behoren maar tot de bevoegdheid van de Sector Civiel.
De kantonrechter heeft zulks ook reeds aan partijen meegedeeld ter gelegenheid van de terechtzitting die gepland was voor het houden van pleidooien.
De kantonrechter acht verder termen aanwezig geen beslissing omtrent de verschuldigdheid van proceskosten te nemen en deze beslissing over te laten aan de meervoudige kamer van de Sector Civiel van deze Rechtbank.
Gelet op een en ander en verwijzend naar het bepaalde in artikel 98 Rv. verwijst de kantonrechter de onderhavige procedure naar de meervoudige kamer van de Sector Civiel van deze Rechtbank in de stand waarin deze zich thans bevindt.

BESLISSING

in conventie en in reconventie

Verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt, naar de meervoudige kamer van de Sector Civiel van deze Rechtbank.
Bepaalt dat de zaak voor het eerst weer zal dienen op de rolzitting van
woensdag 28 april 2010 te 10.00 uurvoor dagbepaling pleidooien.
Wijst partijen op artikel 5.3. van het landelijke procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken waarin is bepaald:

"5.3 Aantal procesdossiers

Bij het vragen van pleidooi wordt een extra exemplaar van het procesdossier overgelegd, tenzij de rechtbank heeft medegedeeld dat overlegging achterwege kan blijven. Indien pleidooi wordt gehouden vooreen meervoudige kamervan de rechtbank, legt de partij die om pleidooi heeft verzocht, uiterlijk vier weken voor de dag waarop het pleidooi zal worden gehouden nog eens twee extra exemplaren van het procesdossier over.
Ter gelegenheid van het pleidooi in het geding te brengen producties worden in tweevoud overgelegd indien het pleidooi voor een enkelvoudige kamer van de rechtbank wordt gehouden en in viervoud indien het pleidooi voor een meervoudige kamer wordt gehouden."
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W.M.A. STAAL, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.