ECLI:NL:RBMAA:2010:BK8564
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtsgeldige overdracht van een al dan niet reële vordering
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 6 januari 2010 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Lindorff Purchase B.V. en een gedaagde partij. Lindorff vorderde betaling van een bedrag van € 999,53, bestaande uit hoofdsom, rente en buitengerechtelijke kosten, op basis van een overeenkomst die de gedaagde zou hebben gesloten met T-Mobile Netherlands B.V. Lindorff stelde dat de gedaagde in gebreke was gebleven met de betaling van zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst. De gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat hij nooit een overeenkomst met T-Mobile heeft gesloten en dat de vordering niet voldoende was onderbouwd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat voor een rechtsgeldige overdracht van een vordering aan de cessionaris, zoals in dit geval aan Lindorff, aan bepaalde eisen moet zijn voldaan. De rechtbank concludeerde dat, hoewel aan de formele eisen voor de cessie was voldaan, Lindorff de vordering onvoldoende had onderbouwd. De gedaagde ontkende de overeenkomst en de betalingen, en Lindorff kon dit niet overtuigend weerleggen. Bovendien bleek het gevorderde bedrag niet overeen te komen met de facturen die in het geding waren gebracht.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van Lindorff in volle omvang afgewezen, omdat er geen deugdelijke grondslag voor de hoofdsom bestond. Lindorff werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij. Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter mr. H.W.M.A. Staal en is uitvoerbaar bij voorraad.