ECLI:NL:RBMAA:2010:BL1986

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
20 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
346290 CV EXPL 09-4020
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering wegens onduidelijke rechtsopvolging en naamswijziging eisende partij

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 20 januari 2010 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Orange NL Breedband B.V. (voorheen Wanadoo Nederland B.V.) en een gedaagde partij. Orange vorderde betaling van een bedrag van € 548,64, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, op basis van onbetaalde facturen voor telecommunicatiediensten. De gedaagde heeft echter betwist ooit een overeenkomst met Orange te hebben gesloten en voerde aan dat de onderneming op het moment van de oudste factuur niet meer bestond. Tijdens de procedure heeft Orange haar naam gewijzigd naar Online Nederland Breedband B.V., wat door de gedaagde als problematisch werd ervaren.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de naamswijziging van de eisende partij niet acceptabel was, omdat Orange niet had aangetoond dat zij de rechtsopvolgster was van de oorspronkelijke eisende partij. De rechter stelde vast dat Orange niet voldoende bewijs had geleverd om de vordering te onderbouwen en dat de gedaagde niet had hoeven begrijpen dat de procedure door een rechtsopvolgster werd gevoerd. Hierdoor werd de vordering afgewezen en werd Orange veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke rechtsgronden en documentatie in civiele procedures, vooral wanneer er sprake is van naamswijzigingen of rechtsopvolgingen. De rechter merkte op dat Orange slordig had geprocedeerd en onvoldoende informatie had verstrekt over de contractuele relatie en de onderliggende rechtsbetrekking. Dit leidde tot de conclusie dat de vordering niet kon worden toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 346290 CV EXPL 09-4020
typ: MO
vonnis van 20 januari 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ORANGE NL BREEDBAND B.V., voorheen h.o.d.n. WANADOO NEDERLAND B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Orange,
gemachtigden: J.H.L. Sinkiewicz, deurwaarder te Maastricht en mr. P.L.J.M. Guineé, adviseur te Den Haag (ten kantore van Intrum Justitia Nederland B.V.)
tegen
[gedaagde],
wonend te [adres],
gedaagde partij,
verder te noemen: [gedaagde],
in persoon procederend.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Orange heeft bij dagvaarding van 20 augustus 2009 een vordering ingesteld tegen [gedaagde].
Bij het exploot is één productie meebetekend.
[gedaagde] heeft ter eerst dienende datum schriftelijk geantwoord.
Orange heeft onder de naam “Online Nederland Breedband B.V.” voor repliek geconcludeerd onder bijvoeging van twee (meervoudige) producties.
[gedaagde] heeft schriftelijk gereageerd onder overlegging van één bijlage (als dupliek aan te merken).
Hierna is vonnis bepaald, waarvan de uitspraak nader op vandaag is gesteld.
MOTIVERING
a. de vordering
Bij voormeld exploot van dagvaarding vordert Orange de veroordeling van [gedaagde], bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van een bedrag van € 548,64, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2009 tot de dag van algehele voldoening, onder verwijzing van [gedaagde] in de kosten van het geding.
De vordering is als volgt opgebouwd:
€ 457,74 hoofdsom (onbetaald gelaten facturen ter zake telecommunicatie)
€ 15,90 vervallen wettelijke rente tot 17 juli 2009
€ 75,00 vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
b. het geschil
Ter onderbouwing van haar vordering voert Orange aan dat [gedaagde] zich “op 0 bij eiseres aangemeld” heeft om tegen betaling gebruik te maken van diensten van Orange, bestaande in het verlenen van toegang tot het internet en tot enige (deels nader gespecificeerde) door of namens Orange te leveren informatiediensten. Op deze overeenkomst acht Orange de “algemene voorwaarden Orange Nederland Breedband B.V.” van toepassing. [gedaagde] heeft ondanks diverse betalingsherinneringen nagelaten de achterstanden in de betaling van de facturen te voldoen. Orange vordert naast de hoofdsom wettelijke rente “vanaf het verzuim van gedaagde” en (vergoeding van) buitengerechtelijke kosten.
Bij zijn als antwoord aan te merken brief voert [gedaagde] aan dat hij “persoonlijk nooit een overeenkomst” heeft gehad met Orange. Verder betoogt [gedaagde] dat “bij de oudste factuur d.d. 01-10-2008 Orange NL Breedband B.V. niet meer bestond” en dat het om die reden om een “neprekening” zou gaan.
In voortgezet debat betoogt Orange (die zichzelf bij repliek zonder nadere toelichting aanduidt als “Online Nederland Breedband B.V.”, hierna te noemen: Online) dat zij met de vennootschap onder firma EXPO-Line Nederland, h.o.d.n. Expoline Benelux (hierna: Expoline) de onderhavige overeenkomst heeft gesloten. [gedaagde] is vennoot van deze vennootschap en Orange acht [gedaagde] als vennoot hoofdelijk aansprakelijk voor de achterstallige betalingen van de vennootschap. Verder legt Orange de tussen partijen gevoerde correspondentie (in kopie) over, waaruit volgens Orange het bestaan van de onderhavige overeenkomst blijkt. Ook legt Orange fotokopieën van enkele aan Expoline gezonden facturen over.
[gedaagde] benadrukt nogmaals dat “GEEN (contract)overeenkomst met een tijdspanne van één jaar (of meer)” tussen partijen tot stand is gekomen. Hij is van oordeel dat Opta “dat” heeft verboden “vanwege de vele mistoestanden van sommige providers” en voert verder aan dat via “een schrijven onzerzijds d.d. 25 oktober 2008” de overeenkomst met inachtneming van een termijn van één maand is opgezegd. [gedaagde] betoogt dat hij per 25 oktober 2008 een overeenkomst met Het Net (KPN) heeft gesloten. Hij betwist het bestaan van de door Orange overgelegde rekeningen en duidt deze “rekeningen” aan als een “overzicht”, maar betwist niet dat hij vennoot is van Expoline.
c. de beoordeling
Ter beoordeling is allereerst de vraag welke onderneming eisende partij in deze procedure is. Orange heeft haar vordering aangebracht onder de naam “Orange NL Breedband B.V.”, zodat er in beginsel van uit moet worden gegaan dat Orange eisende partij in dezen is. Op het verweer van [gedaagde] dat Orange op 1 oktober 2008 (zijnde de dagtekening van de oudste factuur waarvan Orange thans betaling vordert) niet meer als rechtspersoon bestond, heeft Orange slechts gereageerd door zich bij repliek zonder enige verdere uitleg aan te duiden als “Online Nederland Breedband B.V.” (zonder ook van deze wijziging akte te vragen). Deze “naamswijziging” van eisende partij/wisseling van eisende partijen is niet acceptabel, nu Orange niet inzichtelijk heeft gemaakt of überhaupt heeft vermeld, welke de onderliggende rechtsgrond van deze verkrijging onder algemene of bijzondere titel is en wie de nieuwe rechthebbende van de vordering is. Orange heeft gesteld noch onderbouwd dat en sinds wanneer er sprake is van een formele naamswijziging, overgang van onderneming, fusie, cessie of iets van vergelijkbare aard. Rechtspraak als die vervat is in het arrest van de Hoge Raad van 11 september 2009 (LJN BI4198) baat Orange om die reden niet. Orange heeft immers niet uitdrukkelijk gesteld, laat staan onderbouwd, dat Online haar rechtsopvolgster is. Het is in casu derhalve niet vast te stellen of [gedaagde] heeft begrepen en/of moeten begrijpen dat de procedure van begin af aan door een “rechtsopvolgster” van Orange werd gevoerd, althans dat werd bedoeld dat een rechtsopvolgster van Orange de vordering had ingesteld. De kantonrechter moet er om die reden van uitgaan dat Orange en niet Online in deze procedure als eiseres optreedt.
Door bij repliek Online als eisende partij aan te duiden, heeft Orange (impliciet) erkend dat zij ten tijde van de dagtekening van de facturen waarvan zij thans betaling vordert, niet meer bestond, althans dat haar vordering op dat moment op Online “overgegaan” was. Dit houdt in dat Orange thans geen geldige (aangetoonde) rechtsgrond (meer) heeft om betaling van de facturen te vorderen. De vordering in hoofdsom moet dan ook worden afgewezen en de rest van de vordering deelt dit lot.
Geheel ten overvloede merkt de kantonrechter op dat Orange in casu buitengewoon slordig heeft geprocedeerd. Het exploot van dagvaarding bevat nauwelijks of geen op de concrete (beweerde) contractuele verhouding betrekking hebbende informatie en géén relevante documentatie. De repliek biedt eigenlijk hetzelfde beeld en omvat slechts vijftien regels tekst. Het kan verder niet zo zijn dat voor onderbouwing van een vordering wordt verwezen naar producties die bestaan in een aantal ongenummerde documenten met in het geheel niet besproken inhoud (zoals “Online” in de repliek doet). Het had alleszins op de weg van Orange gelegen om de onderhavige vordering en de onderliggende overeenkomst nader te adstrueren en van bewijs(indicaties) te voorzien. In het bijzonder had Orange expliciet moeten stellen en inzichtelijk moeten maken wanneer de oorspronkelijke overeenkomst tussen “Wanadoo Nederland B.V.” en Expoline was gesloten, wanneer en op welke grond de onderliggende rechtsbetrekking rechtsgeldig op Orange en vervolgens wellicht op Online is overgegaan, op welke grond Orange een opzegtermijn van één jaar hanteert en op welke grond zij betaling van de in het geding gebrachte facturen vordert van [gedaagde].
Orange zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden verwezen.
BESLISSING
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Orange tot betaling van de kosten van deze procedure, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken, in aanwezigheid van de griffier.