ECLI:NL:RBMAA:2010:BL6018
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de kantonrechter in civiele procedure
In deze zaak heeft eiser zich tot de kantonrechter gewend met een vordering die betrekking heeft op non-conformiteit, subsidiair wanprestatie en meer subsidiair dwaling. De eiser vordert onder andere een schadevergoeding van € 36.227,26, expertisekosten van € 733,04, buitengerechtelijke kosten van € 1.190,-- en wettelijke rente. De kantonrechter heeft de bevoegdheid om de zaak te beoordelen, maar moet eerst vaststellen of hij absoluut bevoegd is.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de waarde van de vordering de competentie van de kantonrechter te boven gaat, waardoor de Sector Civiel van de Rechtbank Maastricht absoluut bevoegd is. De partijen hebben echter besloten om de procedure aan de kantonrechter voor te leggen, wat in strijd is met artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter zich onbevoegd verklaard om van de vordering kennis te nemen en de zaak verwezen naar de Sector Civiel van de Rechtbank. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en is ondertekend door de kantonrechter.