ECLI:NL:RBMAA:2010:BL7687
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing vordering in civiele procedure door gebrekkig procederen van eisende partij
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 24 februari 2010, vorderde de Nederlandse Energie Maatschappij B.V. (NEM) de gedaagde partij tot betaling van een bedrag van € 692,77, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De vordering was gebaseerd op een vermeende achterstand in betalingen voor geleverde gas- en elektriciteitsdiensten. NEM stelde dat de overeenkomst tot levering op 21 november 2008 via haar website was gesloten, maar verzuimde om voldoende bewijs te leveren van deze overeenkomst en de bijbehorende facturen. De gedaagde partij, die in persoon procedeerde, betwistte de vordering en stelde dat er geen contractuele grondslag was voor de gevorderde bedragen.
De kantonrechter oordeelde dat NEM haar stelplicht niet had nageleefd en onvoldoende bewijs had geleverd om de vordering te onderbouwen. De rechter merkte op dat NEM niet had aangetoond hoe de achterstand was ontstaan en welke specifieke bedragen in rekening waren gebracht. Bovendien werd opgemerkt dat de gedaagde partij niet had bewezen dat zij enige betalingen had gedaan, ondanks dat NEM in haar aanmaning een vergissing had gemaakt door te stellen dat er al een betaling was ontvangen.
Uiteindelijk wees de kantonrechter de vordering van NEM af, waarbij werd vastgesteld dat het gebrekkig procederen van NEM de reden was voor de afwijzing. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg. Dit vonnis benadrukt het belang van een zorgvuldige en onderbouwde procesvoering, vooral in civiele zaken waar financiële vorderingen aan de orde zijn.