ECLI:NL:RBMAA:2010:BL8144

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
10 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
360202 CV EXPL 09-5875
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van tandartskosten en rente door Kesteren Medical Factoring

In deze zaak vorderde FA-MED B.V., handelend onder de naam Kesteren Medical Factoring, betaling van tandartskosten van gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betrof een bedrag van € 598,98, vermeerderd met rente en kosten. Kesteren stelde dat de gedaagde in verzuim was en dat de gevorderde rente op basis van hun betalingsvoorwaarden kon worden toegewezen. De kantonrechter oordeelde echter dat Kesteren niet had aangetoond dat de algemene voorwaarden van toepassing waren op de overeenkomst tussen de gedaagde en de tandarts. De enkele verwijzing naar een factuur was onvoldoende om de toepasselijkheid van de voorwaarden te onderbouwen. Bovendien was er geen duidelijke verzuimdatum vastgesteld, waardoor de rente pas vanaf de dag van dagvaarding toewijsbaar was. De kantonrechter wees de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten af, maar veroordeelde de gedaagde wel tot betaling van de hoofdsom van € 428,11, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 26 november 2009. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Kesteren, die op € 357,25 waren begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 360202 CV EXPL 09-5875
typ: RK
Vonnis d.d. 10 maart 2010
in de zaak
FA-MED B.V., mede handelend onder de naam KESTEREN MEDICAL FACTORING,
gevestigd te Amersfoort,
eisende partij,
verder te noemen: Kesteren,
gemachtigde: J.M.H. Beurskens, deurwaarder te Maastricht
tegen
[gedaagde],
wonend te [adres],
gedaagde partij,
verder te noemen: [gedaagde],
in persoon procederend.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Door partijen zijn achtereenvolgens de navol¬gende proces¬stukken gewisseld:
-exploot van dagvaarding d.d. 26 november 2009 met één productie;
-als conclusie van antwoord aangemerkte brief van [gedaagde];
-conclusie van repliek, tevens akte van vermindering van eis, met vijf, deels meervoudige, producties in fotokopievorm, afkomstig van een niet als zodanig aangewezen ‘gemachtigde’ ([gemachtigde]);
-als conclusie van dupliek aangemerkte brief van [gedaagde].
Daarna is vonnis bepaald op heden.
MOTIVERING
Bij voormeld exploot van dagvaarding vordert Kesteren de veroordeling van [gedaagde] - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - tot betaling van € 598,98, vermeerderd met de overeengekomen rente naar 1% per maand over € 497,80 vanaf 9 november 2009 tot aan de dag van algehele voldoening en onder verwijzing van [gedaagde] in de proceskosten.
De vordering is als volgt opgebouwd:
€ 497,80 hoofdsom (onbetaald gelaten facturen voor medische behandelingen)
€ 95,87 tot 9 november 2009 vervallen overeengekomen rente
€ 75,00 vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
Bij repliek heeft Kesteren haar vordering wegens een door [gedaagde] na dagvaarding gedane betaling verminderd met € 69,69.
Kesteren voert ter onderbouwing van haar vordering het navolgende aan. Tandarts [tandarts] heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde] medische (tandheelkundige) behandelingen uitgevoerd. De op die behandelingen betrekking hebbende facturen (productie 1 bij repliek) heeft [gedaagde] slechts ten dele betaald. Kesteren heeft de onderhavige vordering ‘middels cessie overgedragen gekregen’. Tijdens een contact op 21 mei 2008 is met [gedaagde] een ‘termijnregeling’ getroffen. [gedaagde] heeft toen enkele betalingen gedaan, maar uiteindelijk voldeed zij niet aan de voorwaarden die Kesteren had gesteld.
[gedaagde] betwist de verschuldigdheid van de thans gevorderde hoofdsom niet, zodat deze voor toewijzing gereed ligt. Wel betwist zij alle bijkomende vorderingen (rente en kosten).
De post tot 9 november 2009 vervallen overeengekomen rente dient te worden afgewezen. Kesteren stelt (eerst bij repliek) dat het vorderen van rente ‘conform art. 4 van de Kesteren betalingsvoorwaarden’ mogelijk is vanaf 4 maart 2008. Kesteren laat echter na zelfs maar te stellen dat de toepasselijkheid van die ‘betalingsvoorwaarden’ op de onderhavige overeenkomst tussen [gedaagde] en genoemde tandarts bedongen is. De enkele opmerking: “(zie factuur)” - hetgeen, zo begrijpt de kantonrechter dit althans, een verwijzing is naar één van de twee facturen die als productie 1 bij repliek overgelegd zijn - is daartoe volstrekt ontoereikend. Dat die door Kesteren (normaliter) gehanteerde voorwaarden op deze rechtsverhouding reeds door vermelding op de factuur van de tandarts van toepassing zijn geworden, zoals Kesteren lijkt te suggereren, berust op een misvatting.
Daarnaast stelt Kesteren dat [gedaagde] ‘in ieder geval sinds 30 september 2009’ in verzuim is, doch zij acht het niet nodig om ook maar enige uitleg dienaangaande te verschaffen.
Omdat noch een herleidbare verzuimdatum noch een aan het intreden van zulk verzuim ten grondslag liggende toereikende verzuimgrond in de processtukken is aangeduid, moet het ervoor worden gehouden dat verzuim niet eerder dan per 26 november 2009 ingetreden is.
Daarom is over de hoofdsom verschuldigde rente eerst vanaf de dag van dagvaarding toewijsbaar, omdat door de daad van dagvaarding toen in elk geval verzuim is ingetreden.
Dat slechts wettelijke rente kan worden toegewezen, vloeit voort uit het feit dat Kesteren niet heeft aangetoond dat een afwijkend rentepercentage bedongen is.
De gevorderde vergoeding van incassokosten zal eveneens worden afgewezen. De met zulke (eventuele) kosten samenhangende werkzaamheden zijn immers verricht tijdens een periode waarvan niet vastgesteld kan worden dat [gedaagde] in verzuim was. Hieruit volgt dat niet vastgesteld kan worden dat er sprake is van naar ontstaansgrond en omvang redelijke kosten in de zin van artikel 6:96 lid 2 aanhef en onder c BW.
[gedaagde] zal wel als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij tot betaling van de aan de zijde van Kesteren gevallen proceskosten veroordeeld worden.
BESLISSING
Veroordeelt [gedaagde] om aan Kesteren tegen bewijs van kwijting te voldoen een bedrag van € 428,11, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 november 2009 tot aan de dag van algehele voldoening.
Veroordeelt gedaagde tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot de datum van dit vonnis begroot op € 357,25, bestaande uit € 120,00 aan salaris gemachtigde, € 158,00 aan vastrecht en € 79,25 aan explootkosten.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.