ECLI:NL:RBMAA:2010:BL8204
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding bij voortijdige ontbinding van een telefoonabonnement en de gevolgen van diefstal van een mobiele telefoon
In deze zaak heeft Intrum Justitia Nederland B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij wegens schade door de voortijdige ontbinding van een telefoonabonnement. De gedaagde, die in persoon procedeerde, had een abonnement afgesloten bij een telefoonmaatschappij voor mobiele telefonie, maar was in gebreke gebleven met de betaling van de facturen. De telefoonmaatschappij heeft de overeenkomst per 27 mei 2009 eenzijdig ontbonden vanwege aanhoudend betalingsverzuim. Intrum Justitia, aan wie de vordering was gecedeerd, vorderde een bedrag van € 4.017,38, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
De gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat haar mobiele telefoon in februari 2009 was gestolen en dat zij contact had opgenomen met de telefoonmaatschappij om het toestel te blokkeren. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende bewijs had geleverd voor haar verweer. De gedaagde had geen specifieke data of details over de diefstal en het contact met de telefoonmaatschappij verstrekt, waardoor haar verweer niet geloofwaardig was.
De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde de facturen die betrekking hebben op de periode dat de telefoonmaatschappij haar netwerk ter beschikking stelde, moest voldoen. De vordering van Intrum Justitia werd gedeeltelijk toegewezen, met uitzondering van de gevorderde wettelijke rente en de vergoeding van incassokosten, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Intrum Justitia, die op € 587,25 waren begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.